Aan Zelfkennis doen, is de allermoeilijkste taak die een mens zich kan vooropstellen. Eén op de zoveel honderdduizenden begint er misschien eens aan - en, van de enkelingen die aan die innerlijke roep, of roeping, dan tóch gehoor geven, zijn slechts een paar uitverkoren. Dit is een Wet.
Weet, dat ik het nu wel degelijk heb over Ware Zelfkennis: een kennen van het ‘Zelf’, dat niets te maken heeft met het stoffelijke lichaam en diens diverse oneigene persoonlijkheden en honderdtallen ondergeschikte ikjes. Maar eerder over een Zelfkennis, die eveneens een brug slaat tussen de filosofiën van het Oosten en de wetenschappen van het Westen.
Doch, voor de mens, die geen besef heeft van wat Zelfkennis precies inhoudt, noch weet wie of wat hij in wezen wel of niet 'is', verkrijgt alles dé betekenis die men er zelf aan geeft. Hetzelfde geldt voor de zin van het leven.
Mensen zijn dermate met hun brein en lichaam vergroeid dat ze met overtuigingen rondlopen waaraan ze over de jaren geloof zijn gaan hechten. Nochtans heeft men al die overtuigingen ooit ergens opgedaan en wel vanaf de allereerste levensjaren. In wezen is het brein een soort van harde schijf dat met alles en nog wat onnadenkend wordt opgevuld. Zo krijgt het brein van iemand die in het Amazongebied is geboren totaal andere informatie binnen dan een kindje dat in een berberfamilie in de woestijn opgroeit. (Een na-denker, gericht aan mensen die kunnen nadenken.)
In de wereld van de biologie en de natuurkunde wordt dat ‘adaptatie’’ genoemd. Een boom, bloem, plant, insect of dier zal zich aan de omgeving waarin het wordt geboren, moeten aanpassen.
Alle dingen die zich in de hersenen bevinden, heeft men dus ergens opgedaan, en de interne geheugenbank is over de jaren uitgegroeid tot een ingebeeld ‘bezit’. Nochtans is het en blijft het slechts ‘geleende kennis’, en dus geen écht, waarachtig 'eigendom'.
Ooit beweerde Stephen Hawking dat er niet zoiets bestaat als een ‘hemel’, noch een leven na dit leven. Deze uitspraak was natuurlijk óók gebaseerd op de informatie die hij zich over de jaren had toegeëigend. “Het geloof dat er een hemel is, en een leven na de dood, maken deel uit van een sprookjesverhaal en wel voor mensen die angst hebben van de dood,”zei hij.
Aanvullend hierop beweerde hij dat hij het brein als een computer beschouwt - dat, vanaf het ogenblik dat de onderdelen verstek geven, stil zal vallen. “Er is geen hemel, noch een leven na dit leven voor kapotte computers. Het is een sprookjesverhaal voor mensen die angst hebben van de duisternis,” herhaalde hij.
Natuurlijk kunnen we zijn overtuigingen betwisten en onze overtuigingen – onze ‘geleende kennis’ dus – daartegenover plaatsen - en, in de veronderstelling blijven leven dat de inhoud ons brein kwalitatiever is dan die van Stephen Hawking.
Het is een feit, dat niemand graag heeft dat zijn overtuigingen worden aangevallen. Ik merk het dagelijks van zodra ik met anderen tracht te communiceren. Men wil nieuwe dingen aanleren, maar ze weten het allemaal veel beter. In wezen zouden we dus bij hen in de leer moeten gaan...
Toegegeven: werpt men de bestaande overtuigingen overboord, dan wordt men met een innerlijk gemis geconfronteerd. Dat wil niemand zichzelf toewensen. En bovendien wil geen mens geconfronteerd worden met de onwaarheden in zichzelf - want dan is men er verantwoordelijk voor. Ook dat wil niemand. Wie, tenslotte, wenst 'bewust te blijven zondigen' van zodra men de dingen 'inziet'?
Geloof me, of niet: ik ken mensen, die als jong kind ontgoocheld waren te aanhoren dat iets - waarin ze jaren geloof hadden gehecht - niet bestond en op een leugen berustte; een leugen, afkomstig uit de denkbeeldige wereld der volwassenen. Hoe ontgoocheld gaan diezelfde mensen op hun sterfbed zijn om misschien tot het besef te komen dat de godheid - waarin ze hun gehele leven in hebben geloofd - dan tóch niet bestaat? Net als de Goede Sint, Kerstman of Paashaas van indertijd, waarover ik het zonet had.
Ook voor een Hawking bestaat die godheid niet. Toch niet een god gemaakt naar Onze ver-Beeld-ing en Onze stoffelijke Ge-Lijk-enis. Wel schreef Stephen, in zijn ‘Theorie van Alles’, aan die God een geheel andere metafoor toe.
Bestaat er een leven na dit leven? Het antwoord is hoogstwaarschijnlijk: ‘Ja en neen’, afhankelijk over wie men het heeft. Wie zei alweer: "Laat de doden de doden begraven?"...
Stephen Hawking was eveneens dermate sterk met zijn lichaam vergroeid, net zoals 99,99% van de mensheid, dat hij – stof zijnde – tot dat stof wederkeerde. Tot wat anders?
Toch heb ik vertrouwen in de resterende 0,01%. Op 8 miljard aardbewoners betekent dit 800.000 mensen - want ...
... het Jezusverhaal, daarentegen, leverde ons het onomstotelijke bewijs dat de Christus, na de fysieke dood, aan zijn apostelen en nog aan een honderdtal mensen kon 'verschijnen'. Vraag het maar eens aan de ongelovige Thomas.
In mijn opinie zijn er misschien, wereldwijd gezien, een 800.000-tal mensen die een bepaald potentieel in zich meedragen. George Ivanovich Gurdjieff wees er ons op dat slechts indien er ‘iets’ in ons is, dat dat ‘iets’ de stoffelijke dood kan overleven. Dat ‘iets’ bezit eigenschappen die niets met de menselijke verbeelding te maken hebben. Ofwel heb je het, ofwel niet, en dan is het antwoord op ‘bestaat er voor mij een leven na dit leven?’ vrij snel gegeven. Tenzij de overtuigingen in jouw brein jou andere zaken wijsmaken...
Bestaat er een een nirvana, een paradijs, eeuwige jachtvelden, een hemel waar men een keuze kan maken tussen rijstpap eten met gouden lepeltjes - of, een 72-tal maagden achterna lopen? Ik weet het niet... Jij misschien wél. Wat zegt jouw ‘geleende kennis’?

Voor de Eclecticus: Tracht al hetgeen G. I. Gurdjieff ons trachtte mede te delen te be-grijp-en en dan zul je tot het inzicht komen dat ook een Stephen Hawking 100% gelijk kan hebben. Denk dan vooral ook aan het metafoor van de olifant en de 7 blinden... - en, verwar het Absolute niet met de een of andere denkbeeldige godheid, hé! :-)