De oorspronkelijke Bijbel werd in de periode van de 1e - 4e eeuw in het Hebreeuws, het Aramees en Grieks geschreven. In principe werden de teksten gedeeld binnen de christelijke gemeenschappen, maar er was nog geen sprake van een ‘Bijbel’ zoals wij die kennen. Veel mensen konden niet lezen, dus gebeurde de overlevering meestal mondeling en dan natuurlijk enkel en alleen gericht tot mensen die er interesse in stelden.
De Latijnse Vulgaat (5e–15e eeuw) was de standaardvertaling van de Bijbel in West-Europa. De meeste mensen konden geen Latijn lezen, en boeken waren zeldzaam en kostbaar. De Rooms-Katholieke Kerk hield streng toezicht op vertalingen en interpretaties. Vertalingen in de volkstaal waren soms zelfs verboden.
Anders gezegd: De Bijbel was in praktijk vooral voor geestelijken bedoeld en niet voor het volk. Maar ondertussen is daar spijtig genoeg veel verandering in gekomen, alhoewel...
... hoeveel mensen ken je die de Bijbel integraal hebben gelezen en er dan ook een grondige studie van hebben gemaakt?
Het waren de Hervormers uit de 16e eeuw, zoals Maarten Luther en William Tyndale, die ervoor pleitten dat iedereen de Bijbel moest kunnen lezen in zijn eigen taal. Luther vertaalde de Bijbel in het Duits; Tyndale in het Engels. De uitvinding van de boekdrukkunst maakte het eveneens mogelijk om Bijbels goedkoper en breder te verspreiden. Dit was dan ook het begin van een bewuste beweging om de Bijbel toegankelijk te maken voor gewone mensen.
Bijbels worden nu in duizenden talen gedrukt en digitaal beschikbaar gesteld. Zo zijn er tegenwoordig meer dan 3.500 talen waarin de Bijbel werd vertaald...
Wat de inhoud betreft...
Rooms-Katholieke, Oosters-orthodoxe en protestantse Bijbels, deel uitmakend van de drie grote stromingen binnen het christendom, variëren in het aantal boeken dat ze bevatten. Protestanten hebben 66 boeken (39 OT + 27 NT) in hun Bijbels, katholieken 73 (inclusief deuterocanoniek) en Oosters-Orthodoxen tot 81 boeken. Het verschil wordt door de Bijbelse apocriefen veroorzaakt.
Zo hebben Protestanten in hun Bijbel dezelfde negenendertig oudtestamentische boeken als die in de Hebreeuwse Bijbel staan en die normatief zijn voor joodse gelovigen, al staan zij wel in een gedeeltelijk andere volgorde.
Dat is ook het geval met de boeken van het Oude Testament in katholieke bijbeluitgaven, die daarenboven nog zeven andere geschriften bevatten die ‘deuterocanonieke boeken’ worden genoemd: Tobit, Judit, 1 en 2 Makkabeeën, Wijsheid (van Salomo), (Wijsheid van) Jezus Sirach en Baruch, plus enkele Griekse toevoegingen in de boeken Ester en Daniël. Protestanten geven er de naam ‘apocriefe boeken’ aan omdat zij ze niet als normatief beschouwen. Zij behoorden immers niet tot de Hebreeuwse Bijbel maar tot de oudste Griekse vertaling ervan, de Septuaginta, die in de derde eeuw voor de gewone jaartelling ontstond.
Luther sprak zich nogal vrij uit over alle oudtestamentische geschriften, omdat hij er naar het getuigenis over Christus zocht. Daarom aarzelde hij ook niet om enkele geschriften te bekritiseren (zoals Ester en 2 Makkabeeën). Toch vond hij de apocriefen ‘nuttig en goed om te lezen’. In zijn kielzog nam de lutherse kerk deze op in haar bijbeluitgaven. Calvijn echter interesseerde zich niet voor de deuterocanonieke boeken en bijgevolg kregen zij geen plaats in de meeste protestantse bijbeluitgaven.
Het was de Egyptische farao Ptolemaeus II Philadelphus die tussen 284 en 246 voor Christus de Joodse geleerden verzocht om de Hebreeuwse Bijbel in het Grieks te vertalen, zodat deze in zijn bibliotheek in Alexandrië kon worden bewaard. Na verloop van tijd begonnen Joden de voorkeur te geven aan die Septuagint, omdat ze meer vertrouwd waren met Grieks dan met het Hebreeuws van hun voorouders.
De Septuagint bevatte boeken die Joden ofwel als onderdeel van de Hebreeuwse Bijbelcanon beschouwden, ofwel als niet-canoniek, zijnde: apocrief. Deze niet-canonieke werken werden uiteindelijk een twistpunt in de Christelijke tradities.
Hoewel het woord 'apocriefen' esoterisch, ketters of zelfs vals is gaan betekenen, is dat eigenlijk onterecht. Het Latijnse woord apocryphus betekent 'geheim' en komt van de twee Griekse woorden apo (weg) en kryptein (verbergen).
In de vroege Kerk werd de Septuagint veel gebruikt, maar er was geen consensus over de vraag of de Apocriefen echt gezaghebbend waren, wat leidde tot verschillende meningen over de vraag of de boeken wel of niet moesten worden opgenomen.
De Apocriefen zijn grotendeels geschreven in de periode tussen de Testamenten, toen het Joodse leven onder hellenistische en Romeinse invloed stond. Dit tijdperk kende grote culturele en religieuze spanningen en de teksten weerspiegelen thema's als strijd, geloof en goddelijke voorzienigheid.
In het jaar 397 erkende het Concilie van Carthago enkele apocriefe boeken als gezaghebbend, waardoor de term 'Deuterocanoniek' (of 'tweede canon') ontstond om deze werken te beschrijven.
In 1054 n.Chr. vond er een diepe breuk plaats tussen de Oosters-Orthodoxe en Westers-Katholieke Kerken, een gebeurtenis die bekend is komen te staan als het Grote Schisma. Tegen die tijd hadden beide kerken al verschillende opvattingen ontwikkeld over welke delen van de Bijbel canoniek waren.
De Oosters-Orthodoxe Kerk beschouwde alle teksten in de Septuagint als canon, terwijl de Katholieke Kerk slechts een deel van de apocriefe tekst als 'tweede canon' accepteerde.
Aan de andere kant heeft de Protestantse Kerk, die vanaf 1517 erkend werd, de Apocriefen ronduit verworpen met de bewering dat de boeken niet hetzelfde gezag hebben als de andere teksten. Als zodanig worden ze niet gebruikt in die leer.
Veel evangeliën en brieven werden door de vroege Christenen geschreven, maar veel van wat er werd geschreven was ofwel onbetrouwbaar of gewoonweg onwaar. Als gevolg hiervan moesten de kerkvaders bepalen welke boeken daadwerkelijk deel moesten uitmaken van de canon van het Nieuwe Testament.
Om deel uit te maken van de canon moest een boek aan drie criteria voldoen. Het eerste was dat het boek in kwestie geschreven moest zijn door een apostel of een naaste medewerker van een apostel.
De tweede factor was dat het boek in overeenstemming moest zijn met de bestaande en geaccepteerde theologie. De Schrift die al als canon werd beschouwd, was in feite een kader om andere teksten aan een kruisverhoor te onderwerpen.
Het derde en laatste criterium was dat het boek al in gebruik moest zijn door de grotere christelijke gemeenschap. Als een boek in erediensten of liturgieën veel gebruikt werd, had het een betere kans om geaccepteerd te worden als onderdeel van het Nieuwe Testament.
De eerste volledige lijst van de 27 boeken van het Nieuwe Testament, zoals ze vandaag de dag worden erkend, verscheen in de Paasbrief in 367 na Christus, geschreven door Athanasius van Alexandrië. Het duurde meer dan 250 jaar om de canon van het Nieuwe Testament vast te stellen.
Interessant is dat een manuscript dat bekend staat als de 'Codex Vaticanus', die de lijst van Athanasius ondersteunt, rond dezelfde tijd in Rome werd geschreven. Het is duidelijk dat de vroege geleerden niet in een opwelling besloten welke boeken opgenomen moesten worden. In plaats daarvan was het een zorgvuldig doordacht proces van jaren.
Na verloop van tijd ontdekten schriftgeleerden dat er eigenlijk meer dan 30 evangelies bestaan. Maar slechts vier daarvan verschijnen in de geaccepteerde Schrift, namelijk die van Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes. De anderen voldeden niet aan de criteria van de kerkvaders.
De Lutherbijbel uit 1534 was de eerste die de Apocriefen publiceerde als een apart gedeelte tussen het Oude en Nieuwe Testament.
De apocriefe boeken werden ook opgenomen in de originele King James Bijbel uit 1611. Ze werden altijd gepubliceerd als een apart gedeelte naast het Oude en Nieuwe Testament, omdat ze niet werden beschouwd als gelijkwaardig aan de eigenlijke Schrift.

Hierboven afgebeeld is de inhoudsopgave van een complete King James Bijbel met 80 boeken, gedrukt in 1769. Hierop staan het Oude en Nieuwe Testament en de Apocriefen. Ze maakten 274 jaar lang deel uit van de King James Bijbel voordat ze in 1885 werden verwijderd.
Veel genootschappen in Noord-Amerika en het Verenigd Koninkrijk dienden toen ook een verzoekschrift in om de Apocriefen niet hoeven te drukken, wat werd gedaan met één reden in gedachten: kosten. Door het weglaten van de Apocriefen zouden de Bijbels uiteindelijk goedkoper geproduceerd kunnen worden.
In Europa bleven sommige edities van de Bijbel de 14 boeken van de Apocriefe boeken bevatten, wat resulteerde in Bijbels met 80 boeken verdeeld in delen voor het Oude Testament, het Nieuwe Testament en de Apocriefen.
De meeste moderne drukken van de Bijbel - en zelfs herdrukken van de King James Bijbel - laten de Apocriefen weg. Nieuwere vertalingen nemen ze ook nooit op. Er zijn natuurlijk uitzonderingen...
Sommige edities van de 'Revised Standard Version' van de Bijbel, evenals de 'New Revised Standard Version', bevatten de Apocriefen in hun geheel. In de VS heeft het 'American Bible Society' geen beperkingen voor het wel of niet opnemen van deze teksten in Bijbels.
De Apocriefen hebben een grote invloed gehad op de Westerse literatuur en kunst. Veel apocriefe teksten hebben schilders, toneelschrijvers en dichters uit de Renaissance geïnspireerd, omdat ze op een hartstochtelijke wijze raken aan thema's als deugd, heldendom en moraliteit.
De blijvende erfenis van de Apocriefen ligt in hun rijke spirituele, morele en historische inhoud. Hun bestaan heeft de christelijke theologie, kunst en ethiek tot op de dag van vandaag beïnvloed.
Nogmaals...: de Apocriefen, hoewel niet opgenomen in alle bijbelse canons, hebben een diepgaande invloed uitgeoefend op de ontwikkeling van de christelijke theologie, literaire tradities, ethische denkbeelden en religieuze kunst. Hun verhalen en wijsheden resoneren tot op de dag van vandaag in preken, schilderijen, muziek en morele reflecties binnen en buiten kerkelijke contexten.

"Vind mensen, die in zichzelf zowel de motivatie als de aangeboren drijfveer hebben om aan hun Innerlijke Zelf te werken, en we zullen hen gidsen."
- DIMschool vzw, de énige gespecialiseerd in Zelfkennis, zijnde: het kennen van het Zelf -
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
En, voel jij je geroepen om Spiritualia te sponsoren?
Klik dan op deze link. Alvast bedankt!
Overschrijven kan ook via: IBAN: BE22 7795 9845 2547 - BIC: GKCCBEBB
- Indien je zo'n (bak)steentje bijdraagt, ook eventueel via een aankoop of een Zoek&Vind abonnement, mogen we jouw naam hieronder publiceren? Laat het ons weten! -

- Ook kan je dus in onze webshop iets aankopen, waaronder:
Archetypen vragenlijst
Kristallen schedels
Pendels
Purperen plaatjes
Wierook & Benodigdheden
Voor de 'Zoekers naar hun Innerlijke Waarheid' is er...: Eclecticus!
En, dan heb je nog ...
DIMschool biedt 10 interessante privé-sessies aan waaruit jij kan kiezen!
Dossier Zelfkennis: Over de Handleiding Pendelen van A tot Z
'Eclecticus': een korte introductie…
Wat is jouw Archetype ? En, ken je ook die van jouw partner?
Een Cursus in Wonderen - A Course in Miracles: een introductie.
Interesse in Kabbala en de Boom des Levens?
Pssst! Jij, ja jij! Leren werken met Runen?… De handleiding is beschikbaar!
En, dan hebben we nog een 650-tal sterk afgeprijsde boeken!