ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Over het ontstaan en verspreiding van het kaartspel

Sommige mensen kennen speelkaarten als een spel, anderen associëren het met gokken, of met kaartleggen.
door Tsenne Kikke - vrijdag 8 mei 2015 23:10

Wat deden mensen in de 15de eeuw zoal om hun gedachten te verzetten? Een aangename tijd was het toen alleszins niet: Frankrijk en Engeland waren nog altijd de Honderdjarige Oorlog aan het voortzetten, Jeanne d'Arc werd op de brandstapel gezet, in Engeland woedde de Rozenoorlog, in Spanje begon men aan de Inquisitie, en de sultan van het Ottomaanse Rijk, Mehmet II, veroverde Constantinopel waardoor er, na een belegering die zeven weken duurde, en einde kwam aan het Byzantijnse Keizerrijk, ook weleens 'het Romeinse Rijk' genoemd.

In die 15de eeuw waren oorlogen, opstanden, epidemieën en natuurrampen schering en inslag. De meeste mensen waren arm tot zeer arm. Er waren dan ook bijna geen kansen om de sociale ladder op te klimmen. Waar het volk plezier aan had, was bijvoorbeeld het bijwonen van riddertoernooien, waarvan de meest favoriete onderdelen het zwaardgevecht en het steekspel waren. Maar, dingen zoals kaartspellen waren in die tijd veel te duur voor de gewone mens.

Tevens is het niet bekend wanneer precies het kaartspel is ontstaan. Algemeen wordt aangenomen dat het uit China komt, enige tijd na de uitvinding van het papier, maar alle spellen uit die tijd zijn verloren gegaan. Eén van de hoofdredenen daarvan kan zijn dat ze na intensief gebruik gewoonweg werden weggeworpen.

Wel dateren er fragmenten van een mammeluksspel uit de 12e of 13e eeuw. Het Topkapi Sarayi Museum in Istanboel bezit een uniek compleet mammelukskaartspel uit de vijftiende eeuw. Het bestaat uit 52 kaarten met de symbolen zwaarden, polostokken, bekers en munten. De waarden zijn 1 tot 10, waarnaast nog er drie personen in voorkomen, zijnde: een koning, een onderkoning en een tweede onderkoning.

Mogelijk bestaat er een relatie met het Indiaas-Perzische kaartspel 'Ganjifa', dat in de 15e en 16e eeuw in India en Perzië een rol speelde. Het maken van ganjifa-kaarten was even arbeidsintensief als kunstzinnig. De set bevatte 120 ronde kaarten en via hen kon men alles over de godenverhalen aanleren. Pandits noch goeroes konden er bezwaar tegen aantekenen: wie een kaartje legde, kaartte met de goden. Geen betere plaats om te kaarten, zelfs om geld, dan de tempelgalerij of hal. Won je, dan deed je ter plekke een donatie. Of je gaf de rond de tempel zwervende bedelaars en pelgrims een bakshi (aalmoes).

De oudste onbetwiste sporen van speelkaarten in Europa gaan terug tot 1377. In dat jaar werd het spel liefst viermaal genoemd en wel in Florence, Parijs, Bazel en Siena. In 1377 schreef een zekere Johannes, dominicaan in Bazel, soms ook aangeduid als Johannes van Rheinfelden, in een moraliserend traktaat dat in dat jaar het kaartspel "tot ons kwam". Het nieuwe spel beschreef hij als een spel met vier reeksen, elk voorzien van een eigen symbool en bestaande uit dertien kaarten.

De eerste Europese speelkaarten werden met de hand gemaakt. Deze waren peperduur en exclusief en dus bij de gewone mens totaal onbekend, tenzij van 'horen spreken'.

Het Vlaamse Jagerspak, ook gekend onder de namen Hofjager Jagerspak, gelijkaardig aan het toenmalige Kloosterpak, is zo'n oud kaartenspel. Sommigen beweren zelfs dat het het alleroudste is. Waarschijnlijk bedoelen ze daarmee: het alleroudste in onze gewesten.

Die met de hand gemaakte, langwerpige speelkaarten bestonden uit diverse lagen papier, die op elkaar waren geperst, en versierd met gestileerde met de hand uitgetekende ontwerpen, en daarna bedekt met zilver en goud. Ze zijn duidelijk van middeleeuwse afkomst.

Eerst dacht men dat ze uit de 16de eeuw dateren, maar na grondig onderzoek was men ervan overtuigd dat ze tussen 1475 en 1480 werden vervaardigd.

Intrede van de boekdrukkunst

Rond 1450 wordt de boekdrukkunst, met gebruik van losse letters, uitgevonden door de Duitser Johannes Gutenberg. Het eerste echte gedrukte boek is de Gutenberg-bijbel uit circa 1453. In de Nederlanden wordt in 1477 de 'Delftse Bijbel' als eerste in 250 exemplaren gedrukt. Maar, aan de boekdruk ging de gravure vooraf, gevolgd door de ets. Beroemde graveurs van het eerste uur zijn Albrecht Dürer uit Neurenberg en Lucas van Leyden.

In elk geval werd het met de uitvinding van de boekdrukkunst mogelijk speelkaarten goedkoper en in grotere hoeveelheden te produceren. Daarbij ontstonden een grote variëteit aan speelkaarten, aantallen en gebruikte symbolen.

In zijn algemeenheid zijn steeds vier verschillende groepen symbolen te onderscheiden, die verondersteld worden de vier standen te symboliseren.

De bekers of harten symboliseren de geestelijke stand.
De zwaarden, schoppen of pieken symboliseren de adel of militaire stand.
De munten, cirkels, ruiten of koeken symboliseren de kooplieden.
De polostokken, staven, eikels of klaveren: de boeren.

De thans in West-Europa en de Verenigde Staten gehanteerde set kaarten is gebaseerd op het Franse spel zoals dat circa 1480 werd vastgesteld. In het Franse standaardkaartspel werden de eerder gebruikte ridders vervangen door vrouwen en werd er gebruik gemaakt van de vier tegenwoordig nog gebruikte gestileerde symbolen van harten, ruiten, klaveren en schoppen. Ook in het islamitische spel ontbraken vrouwelijke figuren; een euvel, dat in Europa vrij snel werd verholpen.

Japan vormt een verhaal apart in de geschiedenis, het land kan bogen op liefst twee verschillende tradities. Enerzijds, introduceerden Portugezen en Nederlanders er hun kaartspellen in de loop van de 16de eeuw en tot op vandaag spelen Japanners met kaarten afgeleid van Europese voorgangers. Anderzijds, had Japan al een eigen traditie van spelletjes met kaarten en ook deze kaarten zijn nog steeds in gebruik. De eigen Japanse spellen ontstonden onafhankelijk van de andere en gingen terug tot de Heian-periode (794-858), toen beschilderde schelpen werden gebruikt.

De Kerk moeit zich

In kerkelijke kringen waren felle tegenstanders van het kaartspel te vinden. Het kaartspel was niets minder dan een uitvinding van de duivel zelf, door Satan op de wereld gezet om mensen tot zonde te verleiden. De kerkelijke bedienaren vonden het dan ook noodzakelijk in predicaties en geschriften, in woord en daad, tekeer te gaan tegen het spel. Dit "prentenboek van de duivel", zoals het kaartspel werd genoemd, beschouwden sommigen als zo verderfelijk, dat ze de kaarten zelfs op brandstapels vernietigden.

Argumenten tegen het kaarten concentreerden zich voornamelijk op het gokken. Hiermee stelden spelers de goddelijke voorzienigheid op de proef, ze speculeerden op toeval en onzekerheid. Het winnen van de inzetten heette bovendien het onrechtmatig verwerven van bezit. Ook onbetamelijk gedrag werd op de korrel genomen, zoals kaarten op zondagen en het blijkbaar onvermijdelijke gevloek tijdens het spel. Speelzucht leidde onontkoombaar tot allerlei ongeregeldheden, zoals diefstal en bedrog, drankmisbruik, hoererij, ruzies, vechtpartijen, zelfs moord en doodslag.

Kaartspellen zijn altijd geschikt geweest om te gokken. Het hoogte- of dieptepunt van het gokken werd in het 18e-eeuwse Europa bereikt. Lodewijk XIV moedigde zijn hovelingen aan om grote bedragen te spelen. Kaartavonden, met de mogelijkheid om zich te ruïneren, kwamen in de mode. Dat trok beroepsspelers en valsspelers aan, een bekende speler was Giacomo Casanova. In zijn memoires noemde hij het kaartspelen "een kansspel dat iedereen ruïneert die eraan deelneemt".  Marie-Antoinette was de laatste Franse koningin die met gokken op kaarten een vermogen verspeelde.

In Engeland ruïneerde de adel zich aan de kaarttafel. Voor de aan kaarten verslaafde lord Sandwich werd een speciaal broodje - de sandwich - bedacht dat hij, met de kaarten in de andere hand, kon eten. Sommigen hadden geluk; lord Carlyle won jaar-in-jaar-uit zoveel geld dat hij Castle Howard kon bouwen, maar een Schotse edelman zette op een dag de Hebriden in, en verloor.

De laatste periode waarin beroepsgokkers veel geld verdienden was op de grote oceaanstomers in het begin van de 20e eeuw. Op drijvende paleizen als de 'France' en de 'Lusitania' werden rijke reizigers vakkundig uitgeschud.

De tarot

Tarotkaarten worden in Italië voor het eerst rond 1440 genoemd onder de naam 'Trionfi' - later werd dit 'Tarocchi', 'Tarok' in het Nederlands - ontstaan, door aan een gewoon Italiaans kaartspel 21 troeven - genummerd van 1 tot en met 21 - en een extra kaart met een dwaas toe te voegen. Het kaartspel waarbij dit gebeurde kende reeds vier hofkaarten in iedere kleur, wat niet ongebruikelijk was voor die tijd, zodat er 78 kaarten in een standaard tarotspel zitten. Deze tarok ontstond aan de adellijke hoven van Milaan en Ferrara, bij de families Visconti en d'Este.

Vanuit Italië verspreidde het spel zich naar onder andere Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, Duitsland, Nederland en Denemarken. In sommige landen en regio's werden de Italiaanse kleuren omgezet naar de ons bekende Franse kleuren, en tonen de troeven rustieke scenes in plaats van klassieke Italiaanse thema's, die tegenwoordig bekend zijn uit moderne occulte tarot.

Pas in 1781 legde Antoine Court de Gébelin (1725?-1784), een Frans auteur, voor het eerst een verband tussen het tarokspel, dat hij niet kende, en geheime 'oeroude' kennis. Deze opvatting bleef een sluimerend bestaan leiden in de beperkte en geïsoleerde groepjes van occultisten. Pas in het kielzog van mei 1968 werd tarok in enkele jaren tijd een absolute topper als 'geheim' medium. Nu wordt op grote schaal geloofd dat tarok de kennis van de priesters uit het oude Egypte in code bevat, dat de kaarten je diepste roerselen kunnen blootleggen, dat ze bij correct gebruik je toekomst onthullen, en dergelijke meer.

De theorie dat de tarot kaartspelen door zigeuners in Europa werden geïntroduceerd, is naar het schijnt onjuist: zigeuners arriveerden pas midden 15e eeuw in grote getale in Europa. Tevens verschenen de eerste kaartleggers eigenlijk pas ten tonele in de loop van de 18de eeuw.

De wellicht meest bekende was Mademoiselle Lenormand (1772-1843), die in Parijs ten tijde van Napoleon een succesvolle praktijk had. Ze hanteerde kaarten, las de hand en stelde horoscopen op in een riante woning met het nodige personeel. Niettemin werd ze in 1809 uitgewezen en leefde ze tot 1814 als ballinge in Brussel. Ze keerde na de val van Napoleon naar Parijs terug en hernam haar activiteiten als waarzegster. Naar haar werd een spel van 36 kaarten genoemd, dat speciaal voor kaartleggers werd ontworpen. Het werd niet door haarzelf bedacht, maar verscheen pas een hele tijd na haar dood.

Ook waren er in die tijd geen geschreven teksten, omdat de meeste kaartspelers en kaartleggers analfabeet waren en dus geen boodschap hadden aan lectuur daarover.  

Vroeger dacht men dat het oudst bekende tarotspel de later zogenaamde 'tarocchi di Mantegna' daterend uit 1465 was, echter, deze kaarten zijn waarschijnlijk ongerelateerd en niet bedoeld voor spellen. Ze hebben een geheel andere structuur en dienden vermoedelijk een educatief doel, zoals die van de franciscaner monnik Thomas Murner (1475-1537), bijvoorbeeld.

Een ander bekend misverstand is dat het gewone kaartspel uit tarotkaarten is voortgekomen terwijl juist het omgekeerde waar is. De joker, zoals we hem nu kennen, is ontworpen specifiek voor het kaartspel 'Euchre' rond 1860, en is hoogst waarschijnlijk niet verwant aan de dwaaskaart van de tarot. Dit spel wordt vandaag de dag nog heel veel in de Verenigde Staten gespeeld en door de Duitse boeren, die naar daar emigreerden, geïntroduceerd.

Over speelkaarten en tarotkaarten kunnen boeken geschreven worden, die dan ook in boekhandels te vinden zijn. Hopelijk heb je iets aan deze introductieve tekst gehad.

Commentaar


Wees de eerste om te reageren!

Reageer


Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten kun je hier inloggen.

Mijn naam:
Mijn e-mail adres:
Mijn commentaar:
Verificatie:
Typ de code hierboven in:


School voor ontwikkeling van De Innerlijke Mens


Adverteer op Spiritualia
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht