Over Franz Anton Mesmer (1734 – 1815) is in de laatste 200 jaar meer kwaad dan goed gepubliceerd. Velen noem(d)en hem een kwakzalver. Of dat wel of niet zo was, weet ik niet en kan me er dus ook niet over uitspreken. Natuurlijk heb ik over zijn principes persoonljke meningen die me aanspoorden om me enkele dagenlang en voor de zoveelste maal in zijn gedachtegoed te verdiepen; dit, omdat ik nu eenmaal een persoon ben die bereid is om - nadat het vuile badwater werd verwijderd - het kind over te houden.
Zo vond ik op het internet een ellenlange brief van zijn hand, gericht aan allen die het toen wilde lezen en vond het de moeite waard om het in het Nederlands te vertalen en op Eclecticus in de rubriek 'Biografie' te plaatsen. Hopelijk heb je er, beste eclecticus, ook iets aan. De brief begon met de volgende woorden...
Mededeling aan het publiek
De langverwachte ontdekking van een principe dat inwerkt op de zenuwen moet iedereen interesseren; het heeft namelijk een tweeledig doel: het vergroot hun kennis en maakt hen gelukkiger door hen een middel te bieden om ziekten te genezen die tot nu toe met weinig succes werden behandeld. Het voordeel en het unieke karakter van dit systeem zorgden er enkele jaren geleden voor dat het publiek gretig de eerste verwachtingen die ik wekte, omarmde; maar door ze te verdraaien zijn afgunst, aanmatiging en ongeloof er in korte tijd in geslaagd ze tot illusies te maken en ze in de vergetelheid te laten raken.
Ik heb echt mijn best gedaan om ze nieuw leven in te blazen door middel van een veelheid aan feiten, maar vooroordelen hebben de overhand gekregen en de waarheid is opgeofferd. Maar, zegt men vandaag, wat houdt deze ontdekking in? Hoe bent u ertoe gekomen? Welke ideeën kunnen we ons vormen over de voordelen ervan? En waarom hebt u uw medeburgers er niet mee verrijkt? Dat zijn de vragen die mij sinds mijn verblijf in Parijs zijn gesteld door de mensen die het meest in staat zijn om een nieuwe kwestie te verdiepen.
Om hierop een bevredigend antwoord te geven, een algemeen beeld te schetsen van het systeem dat ik voorstel, het te ontdoen van de fouten waarmee het is omgeven en de tegenstrijdigheden bekend te maken die de bekendheid ervan in de weg hebben gestaan, publiceer ik dit memorandum: het is slechts de voorbode van een theorie die ik zal presenteren zodra de omstandigheden mij in staat stellen de praktische regels van de door mij aangekondigde methode aan te geven. Vanuit dit oogpunt verzoek ik de lezer dit kleine werk te beschouwen. Ik verberg niet dat het veel moeilijkheden zal opleveren, maar het is noodzakelijk te weten dat deze moeilijkheden niet door redeneringen kunnen worden weggenomen zonder de hulp van ervaring: alleen ervaring zal de wolken verdrijven en deze belangrijke waarheid aan het licht brengen: dat de natuur een universeel middel biedt om mensen te genezen en te beschermen
- Franz Anton Mesmer (Iznang, 23 mei 1734 – Meersburg, 5 maart 1815) -
0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0o0
Geheugen
De mens is van nature een waarnemer. Vanaf zijn geboorte is zijn enige bezigheid observeren, om te leren gebruik te maken van zijn zintuigen. Het oog bijvoorbeeld zou voor hem nutteloos zijn als de natuur hem niet eerst zou aanzetten om aandacht te schenken aan de kleinste veranderingen die het kan waarnemen. Door de afwisselende effecten van genot en ontbering leert hij het bestaan van licht en de verschillende gradaties ervan kennen, maar hij zou in onwetendheid blijven over de afstand, de grootte en de vorm van voorwerpen als hij niet door het vergelijken en combineren van de indrukken van andere organen zou leren deze onderling te corrigeren. De meeste gewaarwordingen zijn dus het resultaat van zijn reflecties op de indrukken die in zijn organen worden verzameld.
Zo brengt de mens zijn eerste jaren door met het verwerven van een snel en juist gebruik van zijn zintuigen: zijn neiging tot observeren, die hij van de natuur heeft, stelt hem in staat zichzelf te vormen; en de volmaaktheid van zijn vermogens hangt af van zijn min of meer constante toewijding.
Van de oneindige hoeveelheid objecten die zich achtereenvolgens aan hem voordoen, richt zijn aandacht zich vooral op die welke hem door een bijzondere band interesseren.
De observaties van de effecten die de natuur universeel en constant op elk individu uitoefent, zijn niet het exclusieve voorrecht van filosofen; de universele belangstelling maakt van bijna alle individuen waarnemers. Deze talrijke waarnemingen, doorheen alle tijden en op alle plaatsen, laten ons niets te wensen over wat betreft hun realiteit.
De activiteit van de menselijke geest, gekoppeld aan het nooit bevredigde streven naar kennis, dat ernaar streeft eerder verworven kennis te perfectioneren, laat de observatie varen en vervangt deze door vage en vaak frivole speculaties; zij vormt en verzamelt systemen die alleen de verdienste hebben dat ze mysterieus abstract zijn; zij verwijdert zich onmerkbaar van de waarheid, tot het punt dat zij deze uit het oog verliest en vervangt door onwetendheid en bijgeloof.
De menselijke kennis, die aldus is vervormd, biedt niets meer van de realiteit die haar in het begin kenmerkte.
De filosofie heeft soms pogingen ondernomen om zich te ontdoen van dwalingen en vooroordelen, maar door deze bouwwerken met te veel hartstocht omver te werpen, heeft zij de ruïnes met minachting bedekt, zonder aandacht te schenken aan wat zij aan kostbaars bevatten.
We zien bij verschillende volkeren dezelfde opvattingen in een vorm bewaard blijven die zo weinig voordelig en zo weinig eervol is voor de menselijke geest, dat het onwaarschijnlijk is dat ze in deze vorm zijn ontstaan.
Bedrog en dwaling van de rede zouden tevergeefs hebben geprobeerd de volkeren te verzoenen, om hen ertoe te brengen algemeen systemen aan te nemen die zo duidelijk absurd en belachelijk zijn als we ze vandaag de dag zien; alleen de waarheid en het algemeen belang hebben deze opvattingen hun universaliteit kunnen geven.
Men zou dus kunnen stellen dat van alle gangbare opvattingen door de eeuwen heen die niet hun oorsprong vinden in het menselijk hart, er maar weinig zijn die, hoe belachelijk en zelfs extravagant ze ook mogen lijken, niet kunnen worden beschouwd als de restanten van een oorspronkelijk erkende waarheid.
Dit zijn mijn overwegingen over kennis in het algemeen, en meer in het bijzonder over het lot van de leer van de invloed van de hemellichamen op de planeet waarop wij leven. Deze overwegingen hebben mij ertoe gebracht om in de puinhopen van deze door onwetendheid vernederde wetenschap te zoeken naar wat er nog bruikbaar en waar aan was.
Op basis van mijn ideeën over dit onderwerp publiceerde ik in 1766 in Wenen een verhandeling over de invloed van de planeten op het menselijk lichaam. Ik stelde, op basis van de bekende principes van de universele aantrekkingskracht, vastgesteld door observaties die ons leren dat de planeten elkaar beïnvloeden in hun banen, en dat de maan en de zon de eb en vloed in de zee en in de atmosfeer op onze aardbol veroorzaken en sturen, dat deze sferen ook een directe invloed uitoefenen op alle onderdelen van levende wezens, in het bijzonder op het zenuwstelsel, door middel van een alles doordringende vloeistof: ik bepaalde deze invloed door de intensivering en vermindering van de eigenschappen van materie en georganiseerde lichamen, zoals zwaartekracht, cohesie, elasticiteit, prikkelbaarheid en elektriciteit.
Ik stelde dat, net zoals de wisselende effecten met betrekking tot de zwaartekracht in de zee het waarneembare fenomeen veroorzaken dat we eb en vloed noemen, de intensivering en vermindering van genoemde eigenschappen, die onderhevig zijn aan de werking van hetzelfde principe, in levende lichamen wisselende effecten veroorzaken die analoog zijn aan die welke de zee ondergaat. Op basis van deze overwegingen stelde ik vast dat het dierlijke lichaam, dat aan dezelfde werking onderhevig is, ook een soort eb en vloed ondergaat. Ik ondersteunde deze theorie met verschillende voorbeelden van periodieke omwentelingen. Ik noemde de eigenschap van het dierlijke lichaam, die het vatbaar maakt voor de werking van hemellichamen en de aarde 'dierlijk magnetisme' en verklaarde met dit magnetisme de periodieke veranderingen die we waarnemen in het geslacht, en in het algemeen die welke artsen van alle tijden en alle landen hebben waargenomen bij ziekten.
Mijn doel was toen alleen maar om de aandacht van de artsen te trekken, maar in plaats van daarin te slagen, merkte ik al snel dat men mij als een zonderling beschouwde, mij een man met een eigen systeem noemde en mij mijn neiging om de gebruikelijke weg van de geneeskunde te verlaten als een misdaad beschouwde.
Ik heb mijn mening hierover nooit verborgen gehouden, omdat ik er niet van overtuigd was dat we in de geneeskunde de vooruitgang hadden geboekt waarvan we ons zo beroemden. Ik geloofde juist dat hoe meer we te weten kwamen over het mechanisme en de economie van het dierlijk lichaam, hoe meer we onze onvolkomenheid moesten erkennen. De kennis die we vandaag hebben over de aard en de werking van de zenuwen, hoe onvolledig die ook is, laat ons hierover geen twijfel bestaan. We weten dat ze de belangrijkste factoren zijn voor gevoel en beweging, maar we weten niet hoe we ze in hun natuurlijke orde kunnen herstellen wanneer die verstoord is. Dat is een verwijt dat we onszelf moeten maken. De onwetendheid van de vorige eeuwen op dit punt heeft de artsen beschermd. Het bijgelovige vertrouwen dat zij hadden en dat zij in hun specifieke middelen en formules inspireerden, maakte hen despotisch en aanmatigend.
Ik heb te veel respect voor de natuur om te kunnen geloven dat het voortbestaan van de mens is voorbehouden aan toevallige ontdekkingen en vage observaties die in de loop van vele eeuwen hebben plaatsgevonden, om vervolgens het domein te worden van enkele particulieren.
Een niet-gemagnetiseerde naald die in beweging wordt gebracht, zal slechts bij toeval een bepaalde richting inslaan; een gemagnetiseerde naald daarentegen, die dezelfde impuls heeft gekregen, zal na verschillende schommelingen in verhouding tot de impuls en het magnetisme die zij heeft ontvangen, haar oorspronkelijke positie terugvinden en daar blijven staan. Zo moet de harmonie van georganiseerde lichamen, eenmaal verstoord, de onzekerheden van mijn eerste veronderstelling ondergaan, als ze niet wordt hersteld en bepaald door de Algemene Agent, waarvan ik de noodzaak erken: alleen hij kan deze harmonie in de natuurlijke staat herstellen.
Zo hebben we door de eeuwen heen gezien dat ziekten verergeren en genezen met en zonder de hulp van de Geneeskunde, volgens verschillende systemen en de meest tegengestelde methoden. Deze overwegingen hebben mij er niet aan getwijfeld dat er in de natuur een universeel werkend principe bestaat, dat onafhankelijk van ons datgene bewerkstelligt wat wij vaag toeschrijven aan de Kunst en de Natuur.
Deze overwegingen hebben mij onmerkbaar van het gebaande pad afgebracht. Ik heb mijn ideeën twaalf jaar lang aan de praktijk getoetst, waarbij ik mij heb toegelegd op de meest nauwkeurige observaties van alle soorten ziekten, en ik heb met voldoening kunnen vaststellen dat de stelregels die ik had verzonnen, voortdurend werden bevestigd.

"Vind mensen, die in zichzelf zowel de motivatie als de aangeboren drijfveer hebben om aan hun Innerlijke Zelf te werken, en we zullen hen gidsen."
- DIMschool vzw, de énige gespecialiseerd in Zelfkennis, zijnde: het kennen van het Zelf -
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
En, voel jij je geroepen om Spiritualia te sponsoren?
Klik dan op deze link. Alvast bedankt!
Overschrijven kan ook via: IBAN: BE22 7795 9845 2547 - BIC: GKCCBEBB
- Indien je zo'n (bak)steentje bijdraagt, ook eventueel via een aankoop of een Zoek&Vind abonnement, mogen we jouw naam hieronder publiceren? Laat het ons weten! -
Hieronder enkele sponsors van over de laatste jaren...

- Ook kan je dus in onze webshop iets aankopen, waaronder:
Archetypen vragenlijst
Kristallen schedels
Pendels
Purperen plaatjes
Wierook & Benodigdheden
Voor de 'Zoekers naar hun Innerlijke Waarheid' is er...: Eclecticus!
En, dan heb je nog ...
DIMschool biedt 10 interessante privé-sessies aan waaruit jij kan kiezen!
Dossier Zelfkennis: Over de Handleiding Pendelen van A tot Z
'Eclecticus': een korte introductie…
Wat is jouw Archetype ? En, ken je ook die van jouw partner?
Een Cursus in Wonderen - A Course in Miracles: een introductie.
Interesse in Kabbala en de Boom des Levens?
Pssst! Jij, ja jij! Leren werken met Runen?… De handleiding is beschikbaar!
En, dan hebben we nog een 700-tal sterk afgeprijsde boeken!