ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

De Duivel, gezien door het oog van een benedictijner monnik

De 'Codex Gigas', oftewel de 'Bijbel van Satan' of de 'Duivelsbijbel' genoemd, is in de 'Nationale Bibliotheek van Zweden' te bezichtigen.
door Tsenne Kikke - zaterdag 11 juli 2015 3:21

Ooit heb ik mezelf eens bezig gehouden met de bestudering van de wereld van de Magie. Met 'ooit' bedoel ik: van 1975 tot 1988. Lange tijd vloog ik iedere maand vanuit Deurne naar Engeland, omdat Kenneth Grant (1924 - 2011), wijlen de ex-secretaris van Aleister Crowley, de énige man was die toen in staat was mij te inspireren.

In Australië, waar ik 10 jaar lang verbleef, had ik dan weer contact met iemand anders van de O.T.O., maar die is inmiddels ook al overleden.

Zelfkennis, gebaseerd op de Gurdjieff-filosofie, fascineerde me nadat ik in 1976 het boek 'Op zoek naar het wonderbaarlijke' begon in te lezen.

Doch, vroeg of laat wordt elke mens er zich van bewust dat men geen twee werelden kan dienen, en dus ook niet van twee walletjes kan blijven snoepen - met als gevolg, dat ik vanuit mijn gehele presentie een bewuste keuze moest maken.

De 'Wil' waar Crowley over schreef en Gurdjieff over sprak zijn identiek aan elkaar: enkel de uitgangspunten zijn verschillend. Uiteindelijk hakte ik de knoop door, en koos voor de leerstellingen die George Ivanovitch Gurdjieff ons vanuit het Verre Oosten heeft gebracht. Maar, dat sluit niet uit dat ik zo nu en dan eens nog graag iets over de wereld van de Magie lees, doch zonder mezelf ermee te identificeren.

Zo is de 'Codex Gigas' - Latijn voor: 'Gigantisch Groot Boek' - een intrigerend manuscript, waarvan we op Wikipedia het volgende kunnen lezen...

De 'Codex Gigas', ook wel de 'Bijbel van Satan' of de 'Duivelsbijbel' genoemd, is een Middeleeuws manuscript dat uit omstreeks 1230 stamt. De meest recente vermelding in de codex zelf verwijst naar gebeurtenissen in het jaar 1229. Het boek dankt zijn bijnamen aan een afbeelding van de Duivel die op één van de pagina's is opgenomen.

De codex is geschreven in het Latijn en bevat, onder andere, de complete Bijbel (in een pre-vulgate versie, 'Vetus Latina'), de 'Etymologiae' van Isidorus van Sevilla, de 'Oudheid van de Joden' van Flavius Josephus, een necrologium, enkele traktaten, magische formules, praktische instructies om een exorcisme uit te voeren , en een lijst met de namen van broeders in het klooster van Podlažice.

Het boek weegt 75 kilogram en is het dikste bewaard gebleven boek uit de Middeleeuwen. Het is 92 centimeter lang, 50 centimeter breed en 22 centimeter dik. Het boek heeft een houten band. In totaal zijn 624 pagina's van de oorspronkelijke 640 pagina's goed bewaard gebleven. De pagina's zijn verdeeld over 320 vellen gemaakt van koeienperkament - volgens andere bronnen ezelsperkament - van 160 verschillende dieren. In de codex zijn veel gekleurde afbeeldingen opgenomen. Acht van deze 320 vellen met daarop 16 pagina's tekst zijn om onduidelijke reden verwijderd. Waarschijnlijk bevatten deze ontbrekende pagina's de 'Regula Benedicti', de kloosterregel van de benedictijnen.

Geschiedenis

Naar verluidt zou een benedictijner monnik een zeer verschrikkelijke zonde hebben begaan, die zo erg was dat deze niet vernoemd werd. Zijn straf luidde in het Latijn: 'inclusus', wat 'levend begraven te worden' kan betekenen. De monnik smeekt zijn oversten hem één laatste kans te geven. Als hij in één nacht erin slaagt om een boek te schrijven, dat alle kennis die er is bevat, zal zijn straf vervallen. Zijn oversten gaan akkoord, en de monnik begint met schrijven. Maar rond middernacht is hij nog lang niet klaar, en hij beseft dat hij het ook nooit op tijd af zal hebben.

Dan verschijnt de duivel, die hem een voorstel doet: de duivel zal voor de volgende dag het complete boek geschreven hebben, maar in ruil daarvoor zal de ziel van de monnik aan de duivel toebehoren. De wanhopige monnik sluit het pact, en de volgende dag is het boek inderdaad door de duivel af. Maar daarvoor moet de monnik wel tot in de eeuwigheid branden in de hel.

Zdenek Uhlir, een deskundige op het gebied van middeleeuwse manuscripten, denkt dat de codex inderdaad door een benedictijner monnik uit een klooster in Podlažice (een stad op ongeveer 100 kilometer van Praag) geschreven is in de dertiende eeuw, maar dat het werk in werkelijkheid tien tot twaalf jaar heeft gevergd, maar volgens andere bronnen heeft het uitlijnen, schrijven en versieren van de Codex Gigas zeker 25 tot 35 jaar geduurd.

Wat wel opvalt is dat de schrijfstijl steeds hetzelfde is, en dat de Codex in zijn geheel door één schrijfhand is geschreven. Ook is de samenstelling van de inkt over het gehele boek vrijwel constant.

Waarschijnlijk berust de mythe van de monnik, die een verband sluit met de duivel, op een verkeerde interpretatie. Het Latijnse woord 'inclusus' werd vertaald als 'levend begraven te worden', maar kan ook een zelfstandig naamwoord zijn, waarbij het 'kluizenaar' betekent. Waarschijnlijk gaat het hier dus eerder om een monnik, die teruggetrokken in het klooster leefde, en een groot deel van zijn leven bezig was met het schrijven van dit ene boek: de Codex Gigas.

De gigantische afbeelding van de duivel in het boek, is ook niet zo vreemd als je de tegenliggende pagina bekijkt. De afbeelding van de duivel bevindt zich namelijk op een rechterpagina, maar op de linkerpagina ernaast zien we de hemel. Op deze manier is er een soort symboliek in het boek, die het meest tot zijn recht komt als het boek gesloten is: goed en kwaad zijn elkaars tegenpolen (de twee pagina's staan tegenover elkaar), maar zijn daarnaast ook met elkaar verbonden (de twee pagina's liggen tegen elkaar).

Na de vervaardiging heeft de codex waarschijnlijk geruime tijd in het klooster van Podlažice gelegen, totdat het in de 15e eeuw verwoest werd. Van 1477 tot 1593 maakte de codex deel uit van de bibliotheek van het klooster in Broumov, waarna het in 1594 naar Praag verhuisde om een onderdeel van de verzameling van keizer Rudolf II te worden. In 1648 werd het boek door Zweedse troepen als oorlogsbuit meegenomen uit de Burcht van Praag. Vanaf 1649 maakt het boek onderdeel uit van de Zweedse Koninklijke Bibliotheek in Stockholm.

Trivia

- Ondanks de duivelslegende is de codex nooit verboden geworden door de Inquisitie.

- In 2007 werd de codex door Zweden tijdelijk uitgeleend aan Tsjechië voor een tentoonstelling in de Nationale Bibliotheek van Praag waar deze tot 6 januari 2008 te zien was.

- National Geographic maakte in 2008 een gehele documentaire van meer dan een uur over deze 'Codex Gigas'. Het is een hoop bla,bla,bla, maar prachtige voeding voor mensen met een sterke verbeeldingswereld, die misschien in staat zijn om Satan terug tot leven te brengen. :-)

Commentaar


Wees de eerste om te reageren!

Reageer


Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten kun je hier inloggen.

Mijn naam:
Mijn e-mail adres:
Mijn commentaar:
Verificatie:
Typ de code hierboven in:


School voor ontwikkeling van De Innerlijke Mens


Adverteer op Spiritualia
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht