ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Over slangen, die ooit misschien uit het Paradijs zijn weggewandeld

Slangen, Serpentes in het Latijn, zijn een groep van aan hagedissen verwante reptielen die behoren tot de orde schubreptielen, en ex-bewoners van het Paradijs?...
door Tsenne Kikke - zaterdag 13 augustus 2011 4:32

Slangen... Van alle dieren, die de heer God gemaakt had, was er geen zo sluw als de slang. Sluwer dan de mens dus, en daar was God, als Schepper, zich dus van bewust.

Het doet me een beetje aan Judas denken, die op Aarde werd geplaatst om Jezus te verraden, zilverlingen aan te nemen, om zichzelf daarna te verhangen. Zou ‘predestinatie’ er iets mee te maken hebben? In elk geval klinkt de term 'predestinatie' veel zachter dan de woorden 'gedoemd zijn'. En dan zijn er sommigen, die durven beweren dat een mens over een ‘vrije wil’ beschikt... Grappig, nietwaar?

De mens is dermate afhankelijk van de werkzaamheden van zijn brein, dat hij nog niet eens beseft dat hij zelfs nog geen 5 minutenlang aan één ding kan denken. Probeer het zelf maar eens uit: hoe sterk jouw persoonlijkheden ook zijn, denk eens met al jouw wilskracht voor een 5-tal minuutjes – niet langer – aan een potlood, bijvoorbeeld.

Een mens weet ook niet wat hij tijdens een gesprek de volgende 15 minuten allemaal automatisch zal gaan zeggen, hoe hij zich zal voelen, hoe hij op de prikkels, die van buitenaf in hem binnenkomen zal gaan reageren, over wat hij vannacht zal gaan dromen, et cetera, et cetera. Vrije Wil? Eigenwil, of noem het ‘moedwil’ - heeft niets te maken met vrije wil. Om met Genesis voort te gaan ...

Zo zei de slang tegen de vrouw: "Heeft God werkelijk gezegd dat je van geen enkele boom in de tuin mag eten?"

De vrouw zei tegen de slang: "Wij mogen wél eten van de vruchten van de bomen in de tuin. God heeft alleen gezegd: “Van de vruchten van de boom die midden in de tuin staat mag je niet eten; je mag haar zelfs niet aanraken; anders zul je sterven.”

Maar de slang zei tegen de vrouw: "Je zult helemaal niet sterven! God weet dat je ogen open zullen gaan als je van die boom eet, en dat je dan gelijk zult worden aan God, door de kennis van goed en kwaad."

Dit noem ik niet enkel en alleen sluwheid - maar een sluwheid, gecombineerd met 'bewust zijn' - want, hoe zou de slang dat anders hebben kunnen weten?... Op school geleerd?

Toen zag de vrouw dat het goed eten was van die boom, en dat hij een lust was voor het oog, en hoe aantrekkelijk het was er inzicht door te krijgen. Zij plukte dus een vrucht en zij at ervan; zij gaf er ook van aan haar man, die bij haar stond, en ook hij at ervan.

Voor de meer bewuste lezer is het duidelijk dat ze niet eerst van de vrucht moest eten om ‘in te zien’ dat de slang wel degelijk gelijk had... Vergelijk het zo’n beetje met een aha-ervaring. Nu ga ik je niet vertellen 'wat' Eva inzag. Dit laat ik aan jou over, beste lezer, gewoonweg omdat ik mensen graag in elk denkproces betrek.

Nu gingen hun beiden de ogen open en zij ontdekten dat ze naakt waren.

Oeps! Eerder ‘zagen’ ze het dus niet!? Maar, in deze korte zin doen twee dingen voor: hun ogen gingen open (daarvoor waren ze dus niet open – hetgeen natuurlijk niet hoeft te betekenen dat ze al die tijd‘gesloten waren’ – denk aan Plato’s Grot, bijvoorbeeld) - en, ten tweede, ontdekten ze hun naaktheid. Daarom hechtten ze vijgenbladeren aaneen en maakten daar lendenschorten van.

Nu komt er nog iets prachtigs. Het is alsof God niet wist waar ze zich hadden verscholen – want, staat er geschreven: “Toen zij bij het opkomen van de middagwind de heer God in de tuin hoorden naderen, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor de heer God tussen de bomen van de tuin. Maar de heer God riep de mens en vroeg hem: “Waar ben je?”

Hij riep de mens... niet Eva maar Adam, en de ‘mens’ antwoordde: "Ik hoorde U in de tuin, en toen werd ik bang omdat ik naakt ben; daarom heb ik mij verborgen."

Maar Hij zei: "Wie heeft je verteld dat je naakt bent? Heb je soms gegeten van de boom die Ik verboden heb?"

Vragen, vragen, alsmaar vragen... Duidt dit op het feit dat God wel degelijk de antwoorden niet wist? Tenslotte, wie anders dan de sluwe, meer bewuste slang kon de dader zijn? Bewust, in de betekenis van 'hoger bewustzijn'. En, omdat Adam zich op dat moment nog immer verborgen hield, kon God natuurlijk voor zichzelf niet ‘zien’ dat Adam van die boom had gegeten... Logisch, nietwaar? (Hopelijk kun je me nog een klein beetje volgen.)

De mens antwoordde: “De vrouw die U mij als gezellin gegeven hebt, heeft mij van die boom gegeven, en toen heb ik gegeten.”

Oeps! De vrouw wordt beschuldigd.

Daarop vroeg de heer God aan de vrouw: “Hoe heb je dat kunnen doen?”

Een nieuwe, retorische vraagstelling? Of, pure onwetendheid?

De vrouw zei: “De slang heeft mij verleid, en toen heb ik gegeten.”

De heer God zei toen tegen de slang: “Omdat je dit gedaan hebt, ben je vervloekt, onder alle tamme dieren en onder alle wilde beesten! Op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, alle dagen van je leven! Vijandschap sticht Ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw kroost en het hare. Het zal jouw kop bedreigen, en jij zijn hiel!"

Welke mens, die niet aan de zogenaamde 'Ware Zelfkennis' doet, begrijpt deze laatste uitspraak!?

Slangen... Het zijn fascinerende dieren, en daar gaat dit nieuwsberichtje in wezen over. Zouden de huidige slangen iets te maken hebben met die slang uit het Paradijs? Wat denk je?

Och, geen enkele priester, of rabbijn, of wie dan ook, zou jou daar een antwoord kunnen op geven. Ik kan me vergissen, natuurlijk. Nochtans heb ik die man nog nooit ontmoet, noch iets van hem op het internet, of in een boek, gelezen. Pijnig je hersenen dus niet al teveel.

Nawoord: 'k Weet het, dit is eerder een stevige kluif voor onze eclectici - maar besef tegelijkertijd, dat ik die kluif zeer diep heb begraven. G. I. Gurdjieff zou het ook zo hebben gedaan, gegarandeerd. In elk geval - indien je die kluif vindt - heb ik er nog een beetje vlees aan gelaten.

Commentaar


Gepost op: 14/08/2011 21:38:03
Het verhaal over de slang vind plaats in wat men het tweede scheppingsverhaal noemt en waarin 'de mens' zelf tot actie komt, in tegenstelling tot het eerste scheppingsverhaal waarin 'de mens' nog het passieve element is. De verhalen (het mythische kleed van de Scheppingstraal) vormen een soort allegorie of mythe waarachter de werking van de Drie Heilige Krachten schuilgaat.
'De vrouw' die uit de rib van 'de mens' wordt genomen, is waarschijnlijk een verwijzing naar wat Gurdjieff zegt over de tweede kracht die is voortgekomen uit de eerste kracht.

Gurdjieff: "Iedere verschijnsel, op welke schaal en in welke wereld het ook plaatsvindt, vanaf de moleculaire tot de kosmische, is het resultaat van de combinatie of het samentreffen van drie verschillende en tegengestelde krachten."
"De eerste kracht ontstaat zonder ophouden uit oorzaken die in de boezem van de Oorspronkelijke Bron zelf optreden als gevolg van de druk van nieuwe ontstaansvormen en vloeit vervolgens door traagheid uit deze Oorspronkelijke Bron naar buiten."
"De tweede kracht is hetgeen deze eerste kracht wordt wanneer hij, na de impuls van traagheid te hebben verloren, de neiging heeft opnieuw met het principe van waaruit hij voortkwam te versmelten onder de werking van de fundamentele kosmische wet volgens welke 'de gevolgen van een oorzaak altijd weer met deze oorzaak moeten versmelten."
Het is naar mijn gevoel en weten op deze wijze dat aan de creatieve potentie in het Absolute nooit een einde kan komen.


Het communicatieproces (het Woord) verloopt met de snelheid van het licht, maar de materiële processen voordat zij 'vlees' worden, verlopen in vergelijking hiermee ontzettend traag. Hierin zien we weer de tweespalt die toch één is in de verzoening en waarin het Woord Vlees is geworden.

De slang is ook een verlangen (een nieuwe druk van iets dat tot aanschijn wil komen) in de boezem van de Oorspronkelijke Bron dat door traagheid naar buiten vloeit (eerste kracht of ontkenning), in 'de vrouw' het tegengestelde element ontmoet (tweede kracht of bevestiging) en waarvan het eten van de vrucht de derde kracht of de verzoening voorstelt.
Genesis 3: 22: "En Jahwe God zei: 'Nu de mens in de kennis van goed en kwaad als een van Ons is geworden, wil Ik voorkomen dat hij nog plukt van de boom van het leven; door daarvan te eten zou hij eeuwig blijven leven."
'Een van ons' slaat hier hoogst waarschijnlijk op de slang en bevestigd zo de eerste zin van deze paragraaf.
Het aanbieden van de vrucht van 'de vrouw' aan 'de mens' verwijst waarschijnlijk naar het gegeven dat volgens Gurdjieff de volgorde van de krachten waarin ze zich verenigen de volgorde 1,2,3 is, maar dat de volgorde van de stoffen die als geleiders voor deze krachten dienen naar hun dichtheid in de volgorde 1,3,2 staan (volgens het principe dat wat boven en beneden is, voortbrengt wat in het midden is). Na 'de vrouw' wordt 'de mens' dus de actieve kracht van de volgende triade, enz.

Als Ouspensky zegt, dat we moeten denken over het onderwerp zelf en niet over zijn tegendeel, dan kun je dat zien als een uitdrukking van het niet eten of aanraken van de boom van kennis van goed en kwaad.

'De vrouw' kan gezien worden als het astrale lichaam dat uit het geestelijke lichaam (de mens) is voortgekomen en waardoor het geestelijk lichaam passief word (in slaap gebracht of onderbewust geworden). Als het met stof wordt bekleed, bezit het dualistische kennis en dan eerst kan men zien dat men daarvoor naakt was. (NB:Ook God kon maar eerst zien dat het goed was nà dat het scheppende Woord was uitgesproken.)


Dat 'de vrouw' al kon zien dat het goed eten was van die boom en hoe aantrekkelijk hij was, voordat zij van de vruchten at, kun je vergelijken met de aantrekkingskracht tussen man en vrouw. We moeten niet eerst in elkaar bijten voor dat we zien hoe aantrekkelijk we voor de andere zijn. Emanuel Kant zou zeggen dat deze aantrekking al 'a priori' in de mens aanwezig is.
Of nogmaals met de woorden van Gurdjieff: "De tweede universele kracht is hetgeen de eerste wordt wanneer hij, na de impuls van traagheid te hebben verloren, de neiging heeft opnieuw met het principe van waaruit hij voortkwam te versmelten onder werking van de fundamentele kosmische wet volgens welke de gevolgen van een oorzaak altijd weer met deze oorzaak moeten versmelten."

Nog een gezichtspunt, door mij verwoord maar afkomstig van F. Weinreb uit zijn zonder meer briljante boek 'De Bijbel als Schepping': "'De vrouw' ziet een beeld en daarna oordeelt ze over dit beeld. 'De vrouw' heeft dus ook te maken met de zintuigen en de verleiding hierdoor. Op de plaats waar 'de vrouw' heeft gezeten (de rib of een zijde van 'de mens') en dus toen nog één was met 'de mens', werd, voordat de heer God tenslotte uit deze zijde een onafhankelijk vrouw of lichaam maakte, vlees in de plaats gezet. De plaats van het vlees was dus de plaats van het vrouwelijke, en daar het vlees lichamelijk is, is dus het lichaam van 'de mens' de uitdrukking van de vrouwelijke kant. Het lichaam van vlees is dus in feite de vrouwelijke kant. 'Mannelijk en vrouwelijk' vormden het wezen van 'de mens' of zijn ziel die nu gespleten wordt en dus kan kiezen voor het lichaam of de geest."
NB: Voor Gurdjieff heeft 'echt vlees' betrekking op de werking van het astrale lichaam!
'De vrouw' ziet dus niet meer de geestelijke waarheid achter dit beeld. Als ze dan wel van de vrucht eet en deze verteerd, gaan haar verstandelijke ogen open en dit verstand heeft altijd tegenstellingen nodig om haar naaktheid te bekleden. Dit is in tegenstelling met God die 'de mens' schiep als zijn beeld; als het beeld van God schiep Hij Hem ; man en vrouw schiep hen. Hier volgt geen oordeel over een beeld. We zien dus ook hier hoe krachten tijdens hun daling in de scheppingstraal om beurt van karakter veranderen.
Gurdjieff: "In werkelijkheid zijn alle drie krachten gelijktijdig actief en doen zich enkel op hun ontmoetingspunten als actief, passief en neutraliserend voor, d.w.z.: alleen m.b.t. elkaar op een bepaald ogenblik ".

"De drie krachten", zegt Gurdjieff, "bezitten bij de vorming van één onafhankelijk geheel elk een volkomen en onafhankelijke wil, een volledig bewustzijn en een volledig begrip van zichzelf en van alles wat ze doen."
Deze drie krachten zijn tegengesteld aan elkaar. Dus wat de ene 'ontkent', moet de andere 'bevestigen' en de derde 'verzoenen'. Dit kunnen we herkennen in het gesprek tussen 'God', 'de mens', 'de vrouw' en 'de slang'. Bijvoorbeeld: "God roept 'de mens' en vraagt waar hij is (ontkenning); 'de mens' reageert (bevestiging) en duid 'de vrouw' als oorzaak aan (verzoening)."
Dat de heer God 'de mens' moet vragen waar hij is, duid waarschijnlijk op de uitspraak van Gurdjieff dat vanaf wereld 3 (Genesis 2) het Absolute niet meer rechtsreeks bereikbaar is. In het paradijsverhaal (Genesis 2) is er sprake van Jahwe (vertaald als 'heer') God, in tegenstelling tot Genesis 1 waarin enkel sprake is van God. M.a.w. 'de mens' is hier niet meer één met God en daarom wordt waarschijnlijk de aanroeptitel 'heer' aan God toegevoegd.

De heer God zei tegen de slang: "Omdat je dit gedaan hebt, ben je vervloekt, onder alle tamme dieren en onder alle wilde beesten! Op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, alle dagen van je leven! Vijandschap sticht Ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw kroost en het hare. Het zal jouw kop bedreigen, en jij zijn hiel!"

Je kunt je, na alles wat Angelus voor ons reeds in vraag heeft gesteld, ook afvragen of de slang (een symbool dat praktisch in geen enkele mythe in de een of andere vorm, van welk land ook, ontbreekt en als levend wezen iets is dat de mensen het meeste angst aanjaagt) eerst poten had, als ze later voor haar straf moet kruipen op haar buik in het stof. Er zijn enkele kunstenaars die naar mijn weten dit ook hebben onderkend en in hun werk over 'de slang in het paradijs' hebben tot uitdrukking gebracht. Praktisch alle kunstenaars schilderen altijd een slang in een boom, ondanks dat daarvan in Genesis geen sprake is, evenmin als van een appel. De enige uitzonderingen die ik ken zijn Michelangelo en Van der Goes. Michelangelo schildert de slang als een wezen in een boom met een vrouwenlichaam waarvan de benen er uit zien als twee slangen die om elkaar gestrengeld zijn en uitmonden in één staart. Van der Goes heeft zijn huiswerk beter gemaakt en beeld de slang af als een soort hagedis met een mensenhoofd die rechtop staat op haar achterste poten en met haar voorste poten zich aan de stam van de boom van kennis van goed en kwaad vasthoudt.

Een Soort hagedis dus die slang wordt. Dit is 'involutie'. Maar de slang wordt in iedere apotheekzaak gebruikt als symbool voor genezing, wat in feite ook de taak was van Jezus de verlosser. Dit is dan weer 'evolutie'.
De oeroboros, een overbekend symbool van een slang die in haar staart bijt, wordt gezien als een symbool voor oneindigheid, maar dit kan ook slaan op de illusie van oneindigheid die moet aangeven dat men gevangen zit in de cirkel van Samsara (leven en dood).
Misschien is de slang dus symbool voor datgene waarvan Gurdjieff in 'Beëlzebub' zegt, dat het moet dienen om te voorkomen dat de verblijfplaats (de Zeer Heilige Absolute Zon) van Onze Gemeenschappelijke Vader verder inkrimpt onder invloed van de tijd.
Het woord 'tamme' en 'wilde' is weer een metafoor voor de twee tegengestelde krachten die één zijn, en wat in de bovenste twee zinnen van deze paragraaf ook tot uiting komt.

Het bedreigen van de hiel doet denken aan de mythe over de kwetsbare achillespees [omdat zijn moeder Achilles bij de hiel had vasthield toen zij hem direct na de geboorte in de onkwetsbaar makende rivier de Styx die door de onderwereld (Hades) stroomt, ondergedompelde] van de voor de rest onkwetsbare held Achilles.
Het is waarschijnlijk een verwijzing naar de dalende en stijgende krachten in de scheppingstraal. Hoe meer de mens tegen de stroom van de scheppingstraal ingaat (evolueert), hoe sterker hij de kop van de slang bedreigd. Maar als hij zich met de stroom van de scheppingstraal laat meedrijven (involueert) zal hij zijn stoffelijke lichaam meer en meer als de werkelijkheid zien en de slang meer en meer in zijn hiel bijten.
De vijandige tegengestelde 'kroosten' kunnen als volgt gezien worden: 'Met 'de kroost van de slang' wordt bedoeld dat men de seksuele energie gebruikt voor abstracte kennis als vrucht die enkel betrekking heeft op het stoffelijke of vergankelijke. De kroost van 'de vrouw' is een wezensfunctie van en voor de Oorspronkelijk Bron of Onze Eeuwigheid.
Ik besef dat deze bewering in tegenspraak lijkt met een eerdere bewering over 'de vrouw', maar laat ons niet vergeten dat een bepaalde kracht in een volgende triade tegengesteld wordt aan haar oorspronkelijke functie en dat de wil van het Absolute wel de 'werelden van de tweede orde' schept, maar niet hun scheppend werk beheerst waarin een mechanisch element zijn intrede doet.
Het mysterie van de Heilige Drievuldigheid kan door het verstand niet begrepen worden omdat 'Zijn' voorafgaat aan 'worden'.

In Genesis 2: 7 lezen we hoe de heer God 'de mens' heeft geboetseerd uit stof van de aarde en hem de levensadem inblies via de neus en dat zo 'de mens' een levende ziel werd.
In Genesis 3: 21-22 lezen we hoe de heer God kleren maakte van huiden voor 'de mens' en zijn 'vrouw', hen die aandeed en toen zei dat nu de mens in kennis van goed en kwaad als een van Hen was geworden Hij wilde voorkomen dat 'de mens' nog at van de boom des levens.
Was dit verbod niet geldig voor 'de vrouw' die 'de mens Eva noemde?!
Blijkbaar is er dus verschil tussen 'de mens' van stof uit de aarde geboetseerd - èn - 'de mens' en 'de vrouw' die 'huiden' dragen. M.a.w. er is verschil tussen wat wij zien als ons fysieke lichaam (huid) en het lichaam van 'de mens' dat uit stof van de aarde is gemaakt?!
Duid dit op het feit dat de stof van de aarde toen 'de mens' nog alleen (al-één) was, van een andere aard was (verdichting) dan de toestand van de aarde i.v..m. het tijdstip waarop de mens niet meer alleen was en zijn vrouw Eva noemde?!

NB: Dit is mijn huidige visie en zij kan verworpen worden of verbeterd. Het is wel een ernstige poging om te begrijpen wat deze passages uit Genesis kunnen betekenen, wetende dat er zeven globale visies mogelijk zijn, afhankelijk van iemands type en bewustzijn. Ik heb niet al mijn interpretaties helder uitgediept en soms helemaal geen interpretatie gegeven. De geïnteresseerde 'lezer-eclecticus' mag ook een inspanning doen met het materiaal dat reeds is aangereikt, dan zal hij ondervinden dat het gemakkelijk is om de Bijbel te lezen, maar ontzetten moeilijk is om met volledige aandacht te lezen en daarna te begrijpen wat door deze aandacht aan het licht is gebracht. Zelf zou ik niet in staat zijn de inhoud van de Bijbel te benaderen, als ik al niet tot op zekere hoogte vertrouwd was met de leer van Gurdjieff die ik al meer dan 13 jaar wekelijks volg bij Angelus en als ik geen inspiratie zou kunnen putten (of geput heb) uit de geschreven werken van F. Weinreb, R. Steiner, J. Campbell, e.a..

Reageer


Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten kun je hier inloggen.

Mijn naam:
Mijn e-mail adres:
Mijn commentaar:
Verificatie:
Typ de code hierboven in:


School voor ontwikkeling van De Innerlijke Mens


Adverteer op Spiritualia
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht