ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Onze Vader

Tertullianus & Cyprianus

Onze Vader Type: Hardcover
Uitgever: Kok
Gewicht: 260 gram
Aantal Pagina's: 127
ISBN: 90-435-1854-9
ISBN-13: 978-90-435-1854-3
Categorie: Christendom
Richtprijs: € 14,95

Korte Inhoud


Weinig christelijke teksten zijn zo oud en zo levend als het Onze Vader. Twee christelijke schrijvers van het Latijnse westen, Tertullianus en Cyprianus (3e eeuw) leggen de tekst uit. Vers voor vers.. Ook na zo'n tweeduizend jaar christelijke theologie blijven Tertullianus en Cyprianus actueel en boeiend. Juist via hun 'catechese van het eerste uur' kunnen we met een frisse blik kijken naar het gebed dat Jezus ons leerde. En zo nieuwe inspiratie opdoen.

Uittreksel


Blz. 9: Volgens de evangelisten Matteüs en Lucas leerde Jezus zelf het Onze Vader aan zijn leerlingen. Daarom genoot dit gebed al in de eerste eeuw een enorm gezag. Weliswaar verschilt de tekst in de twee evangelies (Matteüs 6, 9-13; Lucas ii, 2-4). Matteüs' weergave van Jezus' gebed tot zijn Vader is langer. De bede 'Verlos ons van het kwade' ontbreekt in de versie van Lucas bijvoorbeeld. Augustinus zou later de tekst van Lucas als een verkorte versie van die van Matteüs opvatten (Enchiridion 30,116). Maar evenals Origenes zag hij het als een en hetzelfde gebed van Jezus zelf (vgl. Origenes, De oratione 18, 2-3). Lucas is evenwel uitvoeriger in de beschrijving van de reden waarom Jezus ertoe kwam de leerlingen het Onze Vader voor te houden: het is op hun verzoek. Zij had den hem gezien, toen hij alleen in gebed verzonken was geweest en vroegen hem daarop: 'Heer, leer ons bidden' (Lucas 11,1). Het Onze Vader is daarop zijn antwoord. Vooral de langere versie van Matteüs heeft zich al gedurende de eerste eeuw ook in de christelijke liturgie een plaats verworven.

In 1883 werd een Griekstalig manuscript uit de elfde eeuw gevonden dat de tekst bevatte van een zeer gezaghebbend werkje uit het begin van de tweede eeuw, de Didachè. Dit is waarschijnlijk het oudste vroegchristelijke geschrift buiten de boeken van het Nieuwe Testament. Het kreeg als volledige titel mee 'Leer van de Heer van de twaalf apostelen voor de Heidenen'. In het tweede deel van dit kleine geschrift worden beknopte richtlijnen gegeven voor de liturgie, het vasten en het gebed. Ook zijn er voorschriften opgetekend voor de maaltijden die christenen samen genieten en die door de hierin uitgesproken gebeden een dermate bijzonder karakter krijgen dat zij 'eucharistie' worden genoemd. Na de richtlijnen met betrekking tot het vasten schrijft de auteur precies zoals Matteüs dat christenen niet moeten bidden zoals de huichelaars maar zoals de Heer het in het evangelie heeft bevolen (Didachè 8,2; vgl. Matteüs 6, 1, 5-7). Zoals in het evangelie van Matteüs volgt dan de tekst van het Onze Vader met de aanbeveling dit gebed drie maal per dag te bidden (Didachè 8,3). Onmiddellijk hierna brengt de auteur adviezen te berde met betrekking tot de eucharistische gebeden over brood en wijn (Didachè 9).

Talloze kerkvaders bevestigen dat het Onze Vader in elk geval in het midden van de vierde eeuw tijdens de eucharistieviering werd gebeden. Ambrosius vermeldt dit in zijn De sacramentis (5, 4, 24); de hem niet al te welgezinde Hieronymus doet dat in zijn Diatogus Adversus Pelagianos (3,15). Ook Augustinus vermeldt in sermo 58, 10, 12 dit gebruik. In zijn eerste commentaar op de Bergrede verbindt Augustinus overigens het meest uitdrukkelijk Jezus' advies het Onze Vader te bidden met de noodzaak dit oprecht en zonder veinzerij te doen, zoals Matteüs en de auteur van de Didachè dit al voor hem hadden gedaan.

Al in de tijd van Tertullianus (± 160 - ± 230) en Cyprianus (± 200-258) werd het gebed geleerd aan de catechumenen, die in de paasnacht zouden worden gedoopt. In de week voor de paaswake, in het laatste stadium van hun vorming tot christen dus, werd eerst in een exorcismegebed gevraagd dat zij aan de macht van de duivel onttrokken zouden blijven. Pas na dit gebed om vrijwaring werd hun de geloofsbelijdenis van de apostelen toevertrouwd (traditio symboli). Zij dienden deze te reciteren en onmiddellijk voorafgaand aan de doop nog een keer uit het hoofd uit te spreken (redditio symboli). Na het exorcismegebed vond ook de traditio orationis dominicae plaats. Hierin werd het Onze Vader aangereikt. Het gebed werd de catechumenen pas in dit stadium geleerd. Nadat zij waren gedoopt, was het ook het eerste gebed dat zij moesten reciteren.

In Tertullianus' commentaar op het Onze Vader (De oratione) zijn maar weinig zinspelingen op gebeurtenissen die zouden kunnen helpen bij de datering. Maar hij verwijst in zijn uitleg wel naar de traditio orationis dominicae (De oratione 9-10). Klaarblijkelijk was deze praktijk dus al in de derde eeuw gangbaar. In zijn traktaatje over de doop (De baptismo) vermeldt hij uitdrukkelijk dat hij zich in dit werk richt tot degenen die zich in een laatste stadium van hun voorbereiding op de doop bevinden. Hoewel hij in De oratione hierover minder expliciet is, geeft de verwijzing toch reden te veronderstellen dat De oratione en De baptismo met eenzelfde oogmerk zijn geschreven: het onderricht van catechumenen.

Van Cyprianus' commentaar op het Onze Vader (De dominica oratione) wordt aangenomen dat het in de eerste maanden van 25o is geschreven. Ook dit werk draagt de kenmerken in zich van een traktaat voor catechumenen. Afgezien van de verwijzingen naar de bisschop als exclusieve bedienaar van het doopsel komt het ritueel van de doop regelmatig aan bod (De dominica oratione 7;19;23).

Recensie

door Tsenne Kikke
Het Onze Vader is zo'n beetje het bekendste gebed in de christelijke traditie. Het is samen met het Wees Gegroet het eerste gebed dat we als kinderen van onze ouders geleerd krijgen. In elke eucharistieviering heeft het gebed zijn vast plek. Het is het gebed dat Jezus aan zijn leerlingen leerde, toen zij Hem vroegen hoe je dat doen moest (Mt. 6,9-13; Lc. 11,2-4). Die geweldige vertrouwdheid met het 'gebed des Heren' leidt vaak echter ook maar al te vaak tot sleur. De tien onzevaders en de tien weesgegroetjes die je vroeger van je biechtvader moest bidden als penitentie waren geen pareltjes van doorleefde spiritualiteit.

Voor iedereen die de schoonheid van de eenvoud van het Onze Vader (opnieuw) wil leren kennen, kan te rade gaan bij de kerkvaders, de oertheologen van het christendom. Het oeroude geschrift Didachè (eind 2e eeuw), dat een beknopt overzicht van de leer van de apostelen wil geven, noemt naast regels voor het vasten en de wijze waarop de eucharistie gevierd moet worden, ook het gebed van Jezus zelf. Tijdens de christelijke initiatieritus van het doopsel werd het onzevader plechtig aan de net gedoopten 'overhandigd' als gecomprimeerde schat van het christelijk geloof.

De kerkvaders Tertullianus (circa 160 -220) en Cyprianus (+258) hebben beiden geschreven over het Onze Vader. Hun teksten zijn spirituele handreikingen, exegese, preek en catechese tegelijk. Soms zijn ze door de tijd ingehaald, bijvoorbeeld als ze spreken over de 'Godsmoord' door de Joden op Christus, maar veel vaker zijn ze van een tijdloze schoonheid. In Cyprianus' omschrijving van het onzevader klinkt zijn triniteitstheologie door: wij mensen bidden tot God (de Vader) het gebed dat diezelfde God (de Zoon) ons geleerd heeft. En door dit gebed uit te spreken worden wij opgenomen in dat goddelijke mysterie tussen Vader en Zoon.

"Laten we dus bidden, dierbare broeders en zusters, zoals onze leraar God het ons heeft geleerd. God iets vragen met zijn eigen woorden, Christus' gebed laten opgaan naar zijn oren: dat is een gebed dat Hij graag hoort, waarmee Hij vertrouwd is. Laat de Vader de woorden herkennen van zijn eigen Zoon wanneer wij onze bede uitspreken. Hij die woont in ons hart moet ook klinken uit onze stem."

In de uitstekende inleiding van prof. dr. Paul van Geest, expert in de patristiek, worden beide kerkvaders in hun tijd en context geplaatst. Zo leren we dat Tertullianus' bekering tot het christendom wellicht kunnen verklaren uit zijn geraaktheid door de rust en overgave waarmee christenen tijdens de vervolgingen hun dood aanvaardden. En over Cyprianus vertelt Van Geest dat hij de wereld zo zwart mogelijk wilde afspiegelen met als doel het verlangen naar de hemel zo intens mogelijk te laten worden. Zo bidden volgens Tertullianus niet alleen de mensen tot God, maar bidt de gehele schepping tot haar schepper.

"Bidden, dat doen ook alle engelen, heel de schepping bidt. Kuddedieren en wilde beesten bidden en buigen de knie. Komen ze uit de stallen en holen, dan kijken ze omhoog, niet met werkeloze bek maar op hun manier geluiden makend. Maar ook vogels die opvliegen gaan omhoog naar de hemel en spreiden bij wijze van handen het kruis van hun vleugels en zeggen iets wat lijkt op een gebed."

'Onze Vader' is een mooi boekje over de spiritualiteit achter het kerngebed van de christelijke traditie.

- Frank G. Bosman -

Koop dit boek bij


Bestellen
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht