ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Jouw ziel wil zingen

Jan Kortie

Jouw ziel wil zingen Type: Hardcover
Uitgever: Ten Have
Gewicht: 415 gram
Aantal Pagina's: 192
ISBN: 90-259-6086-3
ISBN-13: 978-90-259-6086-5
Categorie: Muziek
Richtprijs: € 19,9

Korte Inhoud


Een geanimeerd, levenslustig boek. Wie het leest, raakt direct overtuigd van de helende en vitaliserende kracht van zingen en wil ook zijn stem bevrijden.

Zingen is voor Jan Kortie geen kunstje dat sommigen wél en anderen niet beheersen, maar een natuurlijk fenomeen, zoals ademhalen. Onze spirit, onze ziel is van zichzelf muzikaal, en door vrijuit te zingen kunnen we onze eigenheid tot uitdrukking brengen.

Kortie beschrijft het proces van stembevrijding. Zijn benadering is onorthodox. Het gaat hem niet om methodes of zangtechnieken, maar om de kunst jezelf te bevrijden van beperkende gedachten en gevoelens.
Dit boek is de weerslag van 25 jaar onconventioneel werken, uitgaande van wat er in ieder mens leeft. Een ontdekking voor ieder die voelt dat er meer in hem zit dan eruit komt én voor ieder die zich bezighoudt met muziek.

Jan Kortie is de autoriteit op het gebied van stembevrijding en zingen met passie. Hij leidde koren, gaf lessen en workshops, en verwierf onder meer bekendheid met zijn cursus Badkamerzingen en meezingconcerten in het Vondelpark en het Concertgebouw. Daarnaast coacht hij muziekprofessionals en verzorgt hij optredens en leiderschapstrainingen in het bedrijfsleven.

Uittreksel


Blz. 35: Michelangelo zei ooit over zijn beeld 'David': "Het beeld zit al in de marmer, het enige wat ik doe is het materiaal zo weghakken dat het te voorschijn komt."

Wat een intrigerende gedachte dat het beeld er al is, en 'alleen nog maar' uit het marmer gehaald hoeft te worden. En wat een prachtige beschrijving van het scheppingsproces.

Michelangelo was een zeldzaam veelzijdig mens. Hij was schilder én beeldhouwer én architect én dichter en dat alles niet bepaald op amateurniveau. Daarnaast was hij theologisch en filosofisch behoorlijk onderlegd. Of hij ook goed kon zingen weet ik niet, maar zijn beschrijving van beeldhouwen is, naar ik aanneem onbedoeld, een volstrekt adequate weergave van de weg die iedereen die wil zingen heeft af te leggen. Je hoeft niets toe te voegen aan je stem, je muziek, je muzikaliteit: je lied is er al, in jou. Je hoeft alleen maar de overbodige ballast weg te halen, dan gaat het vanzelf in al zijn schoonheid klinken. Of beter nog: in al jouw schoonheid. We noemen het 'muziek maken', maar dat is misleidend, want de muziek hoeven we niet meer te maken, die is er al, in ons, om ons heen. Die muziek is al volmaakt, maar is nog onhoorbaar voor mensenoren en heeft ons dus nodig om tot klinken te komen. Die muziek heeft onze stem, onze ademhaling, ons lijf, onze toewijding en onze bereidheid nodig om door ons heen te kunnen gaan. We moeten loslaten, niet ingrijpen. Dat kan nog best een hele klus zijn. Ook de meest getalenteerde mens moet oefenen, want dat wat waarde heeft, geeft zich niet altijd gemakkelijk prijs. Dat heeft dus tijd nodig, maar waarom zouden we haast hebben? Het beeld, het lied is er immers al, ons ongeduld vertraagt het proces alleen maar. Een tulp komt ook niet sneller uit zijn bol als je eraan trekt.

Je bent me er twee

In het kader van mijn eigen 'weghakproces' heb ik mij rond mijn vijftigste verjaardag ingeschreven voor de Pulsar Academie. Ik was opnieuw zoekende en ik voelde dat het tijd was om weer leerling te worden. In het eerste weekend van deze opleiding kwam de hierboven beschreven gedachte van Michelangelo op een andere manier terug. Mijn leermeester Jan de Dreu schetste ons het onderstaande, voor mij heel verhelderende beeld. Ik spits het hier toe op de zingende mens.

Wij mensen bestaan uit twee delen. In de binnenste cirkel zijn we wie wij in wezen zijn: in wezen zijn wij essentie. Dat vind ik een mooi zinnetje; daar staat namelijk niets in én alles. Essentie komt van esse, het Latijnse woord voor 'zijn' en betekent: zijnde. Er staat dus eigenlijk: in het zijnde zijn wij zijnde. Dat is misschien niet heel informatief, maar in zijn kernachtigheid wel waar. Wij zijn. Meer houvast dan dit is er niet en is ook niet nodig. Wij zijn.

Om dat plaatje iets verder in te kleuren: we zijn leven. We zijn bezielde wezens. Ik gebruik de woorden 'ziel' en 'essentie' vaak door elkaar, als synoniemen. De laatste jaren mag het woord `ziel' ook weer. Het was in onze westerse wereld een tijd bijna in onbruik geraakt en het is bovendien niet meer het monopolie van de religies om daarover te mogen spreken. Etty Hillesum schreef in haar oorlogsdagboek: `... ik denk, dat de oosterling veel meer z'n ziel 'leeft', de westerling weet zich er niet goed raad mee en geneert zich voor die ziel als ware zij iets onzedelijks'. Dat is aan het veranderen en in het bedrijfsleven is 'bezieling' tegenwoordig zelfs een modieus woord.

Een belangrijk kenmerk van onze essentie is: ruimte. Eindeloze ruimte. En dus: overvloed, oneindige, onbevattelijke overvloed.

Dat is een ontzagwekkend en mysterieus gegeven. Als kind al kon ik er geen genoeg van krijgen om tijdens een heldere nacht naar de sterrenhemel te kijken en dan te weten: ik zie nu een fractie van het heelal. Ik zag het mysterie en verwonderde me. Dat is nooit overgegaan, ik ken die verwondering nog altijd. Ik verwonder me over het heelal, maar tegelijk verwonder ik mij over mijn eigen bestaan. Dat heelal is een en al muziek. Allemaal trilling, hemels geluid, muziek in overvloed. Onze essentie heeft daar weet van, heeft daar toegang toe, is daar één mee. Al die hemelse muziek is gratis voorhanden, in eindeloze variatie, in een harmonie die niets en niemand uitsluit, in pure schoonheid.

Mooi, nietwaar? Ja, waarschijnlijk wel, maar het valt niet mee om van die muzikale pracht te genieten. We horen hem namelijk niet, want deze muziek is vormloos en nog enkel in de geest aanwezig. Geest kunnen wij niet horen, we hebben vorm nodig. Daar heeft de schepping het volgende op gevonden. We hebben een lichaam gekregen waarmee we die muziek ten gehore kunnen brengen; handen en armen om piano te spelen of viool of gitaar of wat dan ook; onze voeten kunnen lopen, maar ook drummen; onze oren kunnen dat alles horen en ons hoofd kan het geheel coördineren. En bovenal: we hebben longen om adem te kunnen halen, een stem om te zingen en een lijf dat fungeert als klankkast.

Dat alles is persoonlijk, van mens tot mens verschillend, wat ons brengt bij deel twee in de tweeledigheid. Om onze Essentie heen zit een (dikke) schil: onze Persoonlijkheid. Persoon is een prachtig woord in dit verband. Het komt van het Latijnse persona dat doorgaans vertaald wordt als 'masker'. Het gaat dan om het masker dat acteurs in oude Romeinse of Griekse schouwspelen gebruikten om een personage voor te stellen. Ze spraken dan door het masker heen. Dat is ook de letterlijke betekenis: per (door, doorheen) en sonare (klinken). We hebben dus onze persoon nodig, vormgegeven in ons lichaam, daardoorheen kunnen we spreken, daardoorheen kan onze muziek tot klinken komen

Recensie

door Tsenne Kikke
Jan kortie slaagde erin om een boek te schrijven wat niet alleen bevrijding geeft voor het zingen maar je hele kijk veranderd op hoe je in het leven kan staan. Dit boek is een aanrader voor elke muziekdocent, voor alle studenten, maar ook voor sporters en acteurs

Jan Kortie heeft in ieder geval humor. Hij legt in zijn boek uit dat we allemaal bestaan uit persoonlijkheid en uit essentie: 'Een belangrijk kenmerk van onze essentie is ruimte. Eindeloze ruimte. En dus: overvloed, oneindige, onbevattelijke overvloed'. Helaas wil onze persoonlijkheid, de negatieve stemmetjes in ons hoofd, ons vertellen dat we helemaal niet zo geweldig zijn als die essentie ons voorhoudt. En wanneer onze persoonlijkheid aan het woord is, gaan we ons inhouden, trekken we ons terug of willen we juist laten zien hoe geweldig we wel niet zijn. Hoe dan ook, we drijven weg van onze essentie. Heel herkenbaar. Kortie benadrukt dat onze persoonlijkheid niet slecht is of uitgeroeid moet worden, maar dat we onderscheid moeten leren maken tussen de twee, zodat we een keus hebben wie we aan het woord laten als we zingen. Voel je eenvoud, ontroering, vreugde als je zingt? Dat is essentie. Is het ingewikkeld, voel je je zorgelijk, verward en vergelijk je jezelf met anderen? Dat is je persoonlijkheid.

Kortie gaat ervan uit dat iedereen, dus echt iedereen, kan zingen. En dat iedereen ook wil zingen, ook al heeft niet iedereen dat door. In zijn boek legt hij stap voor stap uit hoe je van een gekwetste, bange zanger kan werken naar een punt waarop het er alleen nog maar toe doet dat je jezelf uit via je stem. Het gaat niet over het zingen van ingewikkelde aria's, maar over het laten klinken van jouw ziel, van jouw unieke stem. En dat ontroert altijd, of je de techniek perfect beheerst of niet. Improvisatie is een mooi middel om je eigen stem te ontdekken, omdat je niet vastzit aan tekst of een bepaalde melodie. Improvisatie begint al bij langgerekt zuchten, of 'jaaaa' zeggen. 'Iedere improvisatie is een loslaat-oefening op zich, een oefening in zorgeloosheid. Eigenlijk is het 'ja' zeggen tegen alles wat komt'. Alles, dat betekent ook de dood: 'Uiteindelijk is loslaten een oefening in sterven. Je overgeven aan het leven is ook je overgeven aan sterfelijkheid... Aan het einde van je uitademing sterft je toon, laat hem los, hecht je er niet aan. Of hij mooi was of lelijk, of hij waar was of vals, of hij wel of niet aangenaam was, laat hem los'. Zo zie je maar tot welke dieptes het voortbrengen van een paar klanken je kan brengen.

Dat onze essentie oneindige ruimte is, en de vergelijking met loslaten en sterven komt al aardig boeddhistisch over. Het boeddhisme is dan ook een van Kortie's (vele) inspiratiebronnen. De voorbeelden die hij geeft uit zijn zangpraktijk, wijzen allemaal op het accepteren van verandering en het omarmen van imperfecties, spanning en (mentale) pijn. Je hoeft je niet af te wenden van ongemakken, je moet er juist naar toe om ze te kunnen transformeren. Als je waarachtig wilt zingen dan helpt het enorm als je oefent op techniek, maar nog veel belangrijker is het aanwezig zijn in het nu, in elke afzonderlijke toon die je voortbrengt. Het gaat om bewustzijn, het loslaten van verwachtingen, dan pas kan de stem zijn eigen weg vinden en ons raken. 'Wij, jouw publiek, zijn in jou geïnteresseerd, in hoe jij echt bent. Niet in het plaatje dat je ons misschien wilt voortoveren. We willen jou zien, niet als volmaakt wezen, maar als mens... omdat we onszelf daarin kunnen herkennen.' Allemaal leuk en aardig om het daar veilig vanaf de bank hartgrondig mee eens te zijn. Maar hoe is dat in de praktijk?

'Onszelf laten horen, daar gaat het om, ons hart, onze ziel. Zingen is geven. Desnoods maar één toon. Want één van harte gegeven toon is heel wat meer waard dan welke onbezielde opvolging van tonen ook'.

Het is mooi om te zien dat wanneer mensen gaan zingen, er meteen patronen zichtbaar zijn die ze in het dagelijks leven ook met zich meedragen. De een kan onmogelijk bij een toon blijven, wil meteen door naar de volgende en vindt het moeilijk om de ruimte en tijd te nemen voor zichzelf. Een ander heeft zich zo verheugd op de dag, dat het verlangen ongemerkt is gestold in verwachtingen die haar nu juist tegenwerken. Niet voor iedereen werkt het om aanwijzingen te krijgen als anderen naar je kijken, sommigen klappen dicht en komen daar niet meer uit. Anderen nemen de aanwijzingen juist ter harte en hen hoor je opbloeien. Het hoogtepunt komt als een verlegen en bescheiden persoon de reserves van zich afgooit en ineens begint te zingen alsof hij, of zij, rechtstreeks uit de hemel is komen vallen. Dat is pas echt een ziel die zingt.

Koop dit boek bij


Bestellen
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht