ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Bijna-dood ervaringen: beschreven met woorden eigen aan de slaap- en waaktoestand

Bijna-Dood ervaringen zijn strikt persoonlijke ervaringen, die tijdens een ongeval, reanimatie na een hartstilstand, of tijdens een levensbedreigende situatie spontaan kunnen optreden.
door Tsenne Kikke - donderdag 24 mei 2012 8:35

Volgens de leerstellingen van G. I. Gurdjieff zijn er 4 bewustzijnstoestanden, waarvan de mens er slechts 2 kent, namelijk: de slaaptoestand en het wakend bewusztijn. De twee andere kent hij in het geheel niet - tenzij via sporadische 'flitsen van bewustzijn' -  met als gevolg, dat we dit thema slechts met woorden kunnen beschrijven, eigen aan die slaap- en waaktoestand, opdat ze worden begrepen.

Met een bijna-doodervaring -  afgekort tot BDE - wordt een ervaring bedoeld in een veranderde bewustzijnstoestand tijdens een reële levensbedreigende situatie, het gaat dus om een daadwerkelijk nabij de dood zijn. Maar, weet nu al, dat niemand écht dood is geweest, en teruggekomen, om ons daarna zijn verhaal te komen vertellen.

Bijna-doodervaringen worden soms gemeld na een ongeval, reanimatie na een hartstilstand of tijdens de een andere levensbedreigende situatie. Bijna-doodervaringen kwamen in het westen in de belangstelling door het werk van Raymond Moody, die in de jaren zestig, tijdens een college van George Ritchie, over diens BDE hoorde en het verschijnsel daarna ging onderzoeken. In 1975 verscheen zijn boek 'Life after life' over dit onderwerp.

Bijna-doodervaringen worden door veel mensen gezien als bewijs voor leven na de dood. De meeste wetenschappers daarentegen zien de BDE als een verschijnsel dat op de werking van de hersenen valt terug te voeren. Sinds 'Life after life' zijn er talrijke artikelen en boeken gepubliceerd over BDE en die in algemene zin een indruk kunnen geven van de hierboven opgesomde gemeenschappelijke en meer specifieke aspecten van het verschijnsel.

. De belevenis wordt niet als droom ervaren, maar als realiteit - in de zin van: 'echter dan echt' - met daarbij vaak een besef van tijdloosheid;

. Losraken, of los zijn van het lichaam, met instandhouding van het eigen 'ik', waarbij men de omgeving, inclusief het eigen lichaam kan waarnemen. Contact maken met de 'buitenwereld' is echter niet mogelijk. Sommigen melden dat er een subtiele vorm van verbondenheid met hun lichaam in stand blijft;

. Vaak wordt een helder licht genoemd waar men 'naartoe wordt getrokken, of gezogen, via een tunnel of spiraal. Het licht wordt ervaren als afkomstig van een ongedefinieerde, beloftevolle, of liefdevolle bron, maar ook als van één of meer personen die religieus of anderszins betekenisvol zijn, waaronder overleden familieleden;

. Men overziet het voorbije leven in een allesomvattende blik en krijgt soms ook het gevoel te weten wat de toekomst zou kunnen brengen;

. Er vinden ontmoetingen plaats met overleden geliefden;

. Er zijn verslagen van blinden die kunnen zien tijdens een BDE. Hieronder zijn ook blindgeborenen, zoals mevrouw Vicki Umipeg (geboren 1950), die op 22-jarige leeftijd een bijna-doodervaring kreeg na een ongeluk. Zij had de sensatie bij het plafond te zweven terwijl zij haar eigen lichaam, de arts en een verpleegkundige kon zien. Dit verhaal is opgetekend door Kenneth Ring;

. Soms krijgen mensen met een BDE de indruk dat zij nog een taak hebben te vervullen, of dat de tijd om 'heen te gaan' nog niet is aangebroken. Dit begrip kan zich manifesteren in symbolen of zonder nadere aanduiding: een helder en diep 'weten';

. Er zijn mensen die met tegenzin en teleurstelling in het 'oude' lichaam ontwaken, daarna verder (moeten) leven met een 'terug verlangen naar...' en zich gevangen voelen in de realiteit van het heden. Het gevoel deze ervaringen niet met anderen te kunnen delen, door ongeloof en onbegrip, kan leiden tot twijfel aan de eigen geestelijke gezondheid, schaamte en eenzaamheid.

Mensen die een BDE hebben gehad, hebben er soms moeite mee het gewone leven weer op te pakken en kunnen hun verhaal niet altijd kwijt. Zeker vroeger was de hulpverlening ook niet op mensen met deze ervaringen voorbereid

Dat de BDE zo ervaren wordt als de mensen beschrijven, wordt niet bestreden, net zoals niemand iemands taferelen uit de nachtelijk dromen zal bestrijden. Maar de ervaring hoeft geen bovennatuurlijk verschijnsel te zijn, of een bewijs voor het bestaan van iets bovennatuurlijks. Alle verschijnselen die gepaard gaan met een BDE worden dan ook als een product van de nog werkende hersenen beschouwd. De vraag is echter wanneer een zogenaamde 'spirituele' ervaring plaatsvindt: bij het verliezen van het bewustzijn, of tijdens de reanimatie. De hersenen van iemand met een BDE blijven namelijk nog minutenlang actief, zij het gestoord. Een elektro-encefalogram (EEG) vertoont in die fase afnemende activiteit maar is niet meteen vlak. En een EEG meet slechts de activiteit van de hersenschors: het is mogelijk dat de neuronen daaronder nog actief zijn als het EEG geen activiteit vertoont.

Tevens kan het eveneens het resultaat zijn van de werkzaamheden van de hersenen tijdens de reanimatie, doordat het brein de doorgemaakte leegte van afwezigheid opvult met een vorm van eigen logica. Doordat het licht doorheen de oogleden de pupillen binnendringen, kunnen de hersenen dit als een tunnel van licht vertalen, of als een lange, donkere tunnel (de afstand tussen pupil en neuronen) met aan het uiteinde dat (binnendringende) licht.

Er bestaan ook talrijke waarnemingen die een biologische verklaring van de BDE ondersteunen:

. Mensen met temporale epilepsie verklaarden tijdens hun aanvallen religieuze hallucinaties te hebben gehad die sterke overeenkomsten vertonen met BDE's. Bij gewone, gezonde mensen die zich als vrijwilliger aanboden, heeft men door het uitwendig aanbrengen van een magnetisch veld, ter hoogte van de temporale kwab van de neocortex, ook religieuze hallucinaties kunstmatig kunnen opwekken. Ook de impact van allerlei drugs op de fysiologie van zenuwcellen én tegelijk op het bewustzijn van de gebruikers is bekend.

. Circa twintig procent van de piloten die bewusteloos raken wanneer ze tijdens een training in een centrifuge aan hoge G-krachten worden blootgesteld, ervaart een klassieke bijna-doodervaring, inclusief de ervaring van uittreding.

. In de jaren negentig heeft Dr. Rick Strassman aan de Universiteit van New Mexico onderzoek verricht naar de hallucinogene drug dimethyltryptamine (DMT, intraveneus toegediend). Strassman propageerde de theorie dat het vrijmaken van een grote hoeveelheid DMT vanuit de pijnappelklier vlak voor de dood of bijna-dood de oorzaak is van het fenomeen van de bijna-doodervaring.

. De psychiater Dr. Karl Jansen heeft in 1995 bijna-doodervaringen kunnen reproduceren door het anestheticum ketamine te gebruiken, wat een aanwijzing kan zijn voor een biologische verklaring voor de ervaring.

. Het fenomeen van uittreding, dat vaak wordt beschreven door personen die een bijna-doodervaring hebben gehad, kan ook kunstmatig worden opgewekt door middel van drugsgebruik. Vooral dissociatieve drugs.

. Gevoelens van uittreding kunnen ook kunstmatig worden opgewekt door het elektrisch stimuleren van de gyrus angularis.

. Een theorie van Shawn Thomas uit 2004 stelt dat de neurotransmitter agmatine (4-aminobutyl)guanidine) de sleutelsubstantie voor bijna-doodervaringen is.

. Net zoals bij dromen, kan de inhoudelijke ervaring van een BDE lang lijken te duren terwijl die zich neurologisch in korte tijd manifesteert.

. Mensen die een BDE hebben gemeld bij een levensbedreigende situatie veranderen daarna. Maar dat gebeurt ook bij mensen die met de mogelijkheid van hun eigen dood worden geconfronteerd, zonder dat ze een BDE hebben. Het is daarom waarschijnlijk dat niet de BDE maar de levensbedreigende situatie de verandering oproept. Wanneer een BDE optreedt in een ongevaarlijke situatie of kunstmatig wordt opgewekt treedt er ook geen belangrijke verandering op.

. De medisch redacteur van 'The Arizona Republic' schreef in 1977: "Wanneer het fysieke activiteitsniveau een heel laag punt bereikt heeft, zoals onder narcose, of ten gevolge van ziekte of verwonding, neemt de automatische beheersing van de lichaamsfuncties dienovereenkomstig af. Aldus komen de neurohormonen en catecholaminen van het zenuwstelsel vrij en worden in ongecontroleerde hoeveelheid uitgestort. Dit resulteert onder andere in de hallucinatie die na terugkeer tot het bewustzijn wordt uitgelegd als was men gestorven en weer tot leven teruggekeerd."

. Psychologe Susan Blackmore stelt dat de hersenen tijdens een BDE problemen krijgen met het vasthouden van een goed model van de wereld. Zij heeft in alle toen beschikbare verslagen geen aanwijzing gevonden dat de gemelde bijzonderheden zoals het zien van dingen buiten het ziekenhuis werkelijk aanwijzing geven voor waarneming buiten het lichaam.

. Gordon Greene gebruikt de hyperruimte om BDE's uit te leggen.

. In de visie van Kenneth Ring kunnen delen van de BDE en ons geheugen en bewustzijn zelfs verklaard worden door holografie.

Een probleem met de verslagen van BDE's is, dat het gaat om anekdotisch bewijsmateriaal. Niet alle informatie wordt gesteund door getuigen. Zo zijn er verslagen bij blinden verzameld door Kenneth Ring, die in 1993 constateerde dat er geen betrouwbare verslagen waren. Hij verzamelde 31 volgens hem onderbouwde ervaringen bij blinden, waarvan 21 BDE's. Nader onderzoek van de gevallen door Mark Fox, leidde tot de conclusie dat het BDE-onderzoek tot dan - we schreven over het jaartal 2003 - vaak uitgaat van de aanname dat er een vorm van dualisme bestaat, maar hier geen bewijs voor geeft. Hij heeft bij de verslagen van Kenneth Ring ook onjuiste gevolgtrekkingen geconstateerd. 

. Een van de weinige medici die menen dat de BDE een aanwijzing is voor het bestaan van een bovennatuurlijke wereld is de Nederlandse cardioloog Pim van Lommel, die in de jaren 1988-2002 onderzoek heeft gedaan naar het verschijnsel. In 2001 publiceerde hij het in het medische tijdschrift 'The Lancet'. In dat artikel stelde hij dat er redenen zijn om aan te nemen dat de BDE optreedt als het EEG al vlak is, zodat die 'van buiten' zou moeten komen. Er is veel kritiek op dat artikel gekomen, bijvoorbeeld op zijn prominent naar voren gebrachte maar niet hardgemaakte veronderstelling dat het EEG al heel snel vlak wordt. Volgens zijn collega's heeft hij ook te snel de mogelijkheid van een bovennatuurlijke verklaring geaccepteerd.

. Dr. Dirk De Ridder is een hersenchirurg, werkzaam in het universitair ziekenhuis in Antwerpen waar hij in juni 2009 BRAI²N oprichtte, een afkorting voor 'Brain Research center Antwerp for Innovative & Interdisciplinary Neuromodulation' en hij is omringd door enkele jonge, briljante medewerkers die samen met een groep wetenschappers uit de gehele wereld zorgen voor dynamische groepsgeest met een innerlijke drang om te begrijpen hoe onze hersenen elk aspect van ons mens-zijn besturen.

Dr. Dirk De Ridder is tevens een persoon met een missie, namelijk: het ontwikkelen van nieuwe behandelingsmethodes voor onbehandelbare aandoeningen gerelateerd aan verstoorde hersenfuncties. Hij is gespecialiseerd in hersenstimulaties ter onderdrukking van fantoompercepties zoals fantoompijn en fantoomgeluid. Zijn niet-klinisch gerelateerde researchdomein behelst de hersenmechanismen betrokken bij zelfperceptie, moraliteit en religie vanuit het perspectief dat een Godsbesef een fantoompercept is van het (niet-)zelf. Zo onderzoekt hij ook buitenlichamelijke ervaringen en geassocieerde waarnemingen.

Nota: We zijn onze Encyclopedia Spiritualia aan het aanvullen... Heb je ooit zélf ervaringen met het thema 'Bijna-doodervaringen' gehad? Of, weet je er iets meer over te schrijven? Laat het ons weten via 'Mijn Commentaar' hier onderaan.

Interessante, reclameloze bijdragen, met een meerwaarde voor onze lezers, komen in onze rubriek Encyclopedia Spiritualia terecht, waarvan hier de link!

Commentaar


Gepost op: 29/05/2012 15:16:34

Als we ons licht laten schijnen op het fenomeen BDE, dan zijn de twee fundamentele pijlers waarop we onze aandacht moeten richten de begrippen ‘leven’ en ‘dood’. Maar zijn deze twee factoren wel goed genoeg begrepen om tot een mogelijk waarheidsgetrouwe conclusie te komen met bettrekking tot het fenomeen BDE?!  

Als we zouden beweren dat ook planten, insecten en dieren – en in wezen ook ons zonnestelsel omdat het fysieke leven hiervan afhankelijk is – een leven na de dood zouden hebben of reïncarneren, dan zullen we dit hoogst waarschijnlijk absurd vinden. Als dit zo is, waarom zou de mens hierop dan een uitzondering vormen. Duid dit erop dat de mens aan ‘wishful thinking’ doet als hij geloofd in leven na de dood?!

Hoe moeten we ons voorstellen wat met het mentaal, emotioneel en causaal lichaam wordt bedoeld en waar het verblijft voor de bevruchting en geboorte en na de dood van het fysieke lichaam en in welke toestand?! En hoe zoeken of leiden deze lichamen of toestanden opnieuw tot een bevruchte eicel en geboorte?! En bestaat er ook zo iets als het ‘levenslichaam’ of is ieder lichaam een soort  transformatiebron voor bepaalde  energieën en is energie leven?! Maar als zelfs materie energie is (die een tijdelijke vorm aanneemt), dan reist de vraag welke intentionele kracht (of krachten) besluiten om deze energie te organiseren. En nu lijkt het erop alsof het begrip leven moet toegekend worden aan de  intentionele kant in plaats van aan de energetische kant. Maar ieder begrip is een door de mens geschapen gedachtevorm en er kan maar een gedachte per gegeven tijdseenheid in het bewustzijn aanwezig zijn. Als we ons hierin nog verder verdiepen, dan moeten we concluderen dat datgene wat we benoemen als tijd, energie, materie, leven, intentionaliteit of bewuste kracht(en), enz., op zichzelf nooit afzonderlijk kunnen worden waargenomen. Ze vormen altijd een onverbrekelijke eenheid waarvan de verschillende aspecten als afzonderlijke begrippen in ons bewustzijn verschijnen. Als je dit alles goed tot je door laat dringen, dan ‘zie’ je waarom er zoveel onbewuste dwalingen bestaan met betrekking tot leven en dood of geest en materie.*  

In de vorige paragraaf ligt de kern van het antwoord al vervat op de vragen die nog zullen volgen en die ik nu verder ga formuleren alvorens dit antwoord verder uit de diepen.      

Wat is de verklaring voor het gegeven dat de mens miljoenen jaren in omstandigheden heeft moeten leven, die in zekere zin slechter waren dan die van de dieren omdat deze veel beter zijn aangepast aan de natuurlijke omstandigheden en hun omgeving en het aanschijn van de aarde dus niet zo drastisch hebben moeten veranderen als de mens?! Anders gesteld: “Wat was er zo leuk om gedurende miljoenen jaren te reïncarneren in zulke dierlijke mensonwaardige omstandigheden, als we zien tot wat de mens gedurende de laatste honderd jaar in staat is?! Wat houd dit in?!”

Waarom zou een mens, als hij een vrij wezen is, ervoor kiezen in de erbarmelijkste mensonwaardige omstandigheden geboren te worden en zich daarin voort te planten?!      

En hoe ga je om met de volgende gegevens? In 1804 werd de wereldbevolking op 1 miljard mensen geschat. In 1927 waren dit er al 2 miljard. Nu, in 2012, bedraagt de wereldbevolking meer dan 7 miljard mensen. En als deze stijging zich blijft voortzetten, dan zal dit getal in 2050 de 12 miljard benaderen. Met andere woorden, als de menselijke ziel een individueel iets is, dat kan besluiten het fysieke lichaam te ontbinden en later een nieuw fysiek lichaam te laten ontstaan om werkzaam in te zijn,  dan zijn deze zielen afhankelijk van de snelheid van het voortplantingsmechanisme en alles wat daarmee samenhangt. Dat wil dus zeggen dat de wachtende zielen niet kunnen kiezen in welk tijdsgewricht en onder welke omstandigheden zij zullen kunnen geboren worden. Maar wat schiet er dan nog over van het menselijke zelfbeschikkingsrecht en zijn bewust vermeende causale invloed?! En is reïncarnatie of leven na de dood dan echt zo iets begeerlijks als we niet kunnen weten wat ons te wachten staat. En als geboren worden geen keuze is maar causale noodwendigheid, wat heeft verlangen naar reïncarnatie of leven na de dood dan nog te betekenen?!       

Als leven kan sterven, tot niets worden, hoe moet het dan de goocheltoer volbrengen om vanuit het niets terug iets te worden?! En waar was het leven toen er nog geen levensvatbare aarde was?! Is al dit gemijmer hierover dan niet meer dan een spel met woorden? Betekent dit alles niet dat het ‘niets’, niet is wat het lijkt, maar mogelijk de onwaarneembare potentiële bron  IS van alles en die aan wat wij ‘tijd’ noemen, voorafgaat?!            

Dit zijn maar enkele voorbeelden die willen laten zien hoe moeilijk het is om het begrip ‘BDE’ op een werkelijk zinvolle manier die de werkelijkheid niet teveel geweld aan doet, te benaderen. Ik zou op al deze vragen misschien een in zekere zin toerijkend antwoord kunnen geven, maar iets dat toerijkend is, is niet noodzakelijkerwijs waar. Daar ik mijn commentaar niet wil laten uitgroeien tot een boek om deze vragen te benaderen, raad ik de bereidwillige lezer aan om het boek ‘Op zoek naar het wonder-baarlijke te lezen’. Dit kan hem mogelijk van nut zijn met betrekking tot de gestelde vragen, die hier enkel als doel hebben de complexiteit aan te tonen van begrippen zoals ‘leven’ en ‘dood’. Je mag er van uitgaan dat de heersende verklaringen hieromtrent nog op een sterkere illusie berusten dan de zon die rond een stilstaande vlakke aarde schijnt te draaien.       

En er zijn nog andere problemen met dit onderwerp verbonden die we zeker niet uit het oog mogen verliezen of ons bewust moeten van worden. Ook deze vragen en eventuele stellingnamen moeten niet als onwankelbare feiten worden beschouwd, maar gezien worden als een stimulans om voorbij het zegbare en gewoon denkbare te kunnen gaan.    

Zo heeft de wetenschap nog niet werkelijk kunnen definiëren wat leven is, en hierdoor is ook de tegengestelde kracht - de dood - in wezen een grote onbekende. En wat niet gekend is, is onbemind. Is een virus dood, levend of een tussenschakel? Is een molecule of atoom levend? De wetenschap zal zeggen van niet. Maar dan reist de vraag waar leven dan vandaan komt en waarom deze eigenschap zich enkel schijnt te openbaren nadat ‘atomen de vorm van moleculen hebben aangenomen en moleculen de vorm van organen en organen de vorm van complexe organismen waarin op de een of andere wijze een besef van levend zijn, en dus ook van de dood’, aanwezig is.  

Is de aanwezigheid van DNA en RNA noodzakelijk om leven te definiëren? Ze bestaan uit vier soorten eiwitmoleculen die zich in lange ketens volgens een bepaalde volgorde rangschikken. Elke levens-vorm op aarde, van virus tot bacterie tot plant dier en mens zijn drager van genetische informatie die bestaat uit dezelfde moleculaire bouwstenen waaruit DNA- en RNA-ketens zijn opgebouwd. Alleen heeft een virus een cel van andere levensvormen nodig om zijn eigen DNA en RNA te kunnen laten vermenigvuldigen om zich alzo te kunnen dupliceren. Om deze reden weet men niet of een virus als een levend iets mag worden beschouwd. Maar het is niet de eerste keer en zeker ook niet de laatste keer dat de mens zijn definitie van wat leven is, zal moeten herzien. Betekent dit niet dat het fenomeen ‘leven’ - en daar onverbrekelijk mee verbonden het fenomeen ‘dood’ - verre van begrepen is, hoe wonderbaarlijk de huidige wetenschappelijke kennis ook is?! 

De vraag blijft waarom we deze bepaalde moleculaire structuren als dé basis voor leven moeten beschouwen? Wat voor een geheimzinnig iets is het leven dat het een voorkeur heeft voor die bepaalde chemische binding en structuur. Ten minste op aarde voor zover we weten. En in ons zonnestelsel zijn tot nog toe geen levensvormen ontdekt, dus ook geen die mogelijk op andere bouwstenen berusten.  

Is iemand dood als zijn hart niet meer klopt, hij niet meer ademt of zijn hersenen geen tekenen van leven meer geven? Er zijn omstandigheden bekend waarin elk van deze functies was uitgeschakeld en waarin men naderhand er toch in slaagde deze mensen terug tot leven te wekken.

Bepaalde levensvormen en zaden kunnen zich gedurende zeer lange tijd in een toestand bevinden die wij zouden definiëren als ‘dood’. En toch zullen de juiste omstandigheden deze levensvormen en zaden terug tot leven wekken. Cryotechnieken - die op dit fenomeen zijn gebaseerd - zouden het in de toekomst mogelijk moeten maken om astronauten in te vriezen en later weer tot leven te wekken. Zaden hebben geen hart hebben, noch longen of hersenen en dragen toch het potentieel van zich openbarend leven in zich dat onmisbaar is voor het leven in het algemeen.  

Het begrip ‘leven’ wordt als begrip aan iets toegekend door een menselijk belichaamd wezen in waaktoestand. Betekent dit dat er een relatie is tussen bewustzijn en leven?! In de droomloze slaaptoestand ben ik niets (niet-iets), zelfs geen lichaam, essentie of persoonlijkheid en toch kan ik  niet zeggen dat ik in deze toestand dood ben, want hoe zou ik dan kunnen dromen en ontwaken?!

Voeding, zuurstof en impressies zijn onontbeerlijk voor het leven. Dat kunnen we gemakkelijk vaststellen, al zal het begrip ‘impressies’  - dat de voornaamste voedingsbron is en zonder welke wij geen seconde zouden kunnen leven - waarschijnlijk vragen oproepen. Maar wat is er nu zo speciaal aan voedsel, lucht en impressies dat zij levensnoodzakelijk schijnen te zijn. Voedsel, zuurstof en impressies lijken zijn op zichzelf toch niet levend. Waarom zijn ze dan levensnoodzakelijk?!

Je zou kunnen stellen: “Leven is bewegen en bewegen vraagt tijd en dus is leven tijd.”

Maar wat is het dan, dat aan bepaalde bewegingen het begrip leven toekent en andere bewegingen dit facet ontzegt? Berust dit op willekeur of (en) wat nuttig is om te overleven op die bepaalde schaal of dimensie?! Of berust het op identificatie met het soort lichaam waarin het bewustzijn verblijft?!Verandering als definitie van beweging en beweging als noodzaak om iets als levend te beschouwen, lijkt dus niet voldoende om aan iets de eigenschap ‘leven’ toe te kennen.

Ook weten wij nu dat in een druppel water - òf een minieme hoeveelheid lucht of aarde òf op en in een onooglijk organisme - zich vele voor ons naakte oog onzichtbare levensvormen kunnen ophouden.

We kunnen nu de vraag stellen waarom (bijvoorbeeld) een vibrerend (bruisend) en voor ons oneindig snel bewegend foton als iets dood wordt beschouwd en een zich traag ontwikkelend zaad en langzaam voortbewegend organisme - zoals ons eigen lichaam - als iets levend?! Ik denk hierbij aan de volgende woorden van Jezus Christus volgens Johannes: “In Hem was leven, en dat leven was het licht der mensen. En het licht scheen in de duisternis maar de duisternis nam het niet aan.”

Als we zeggen dat we iets weten of begrijpen, wie of wat is het dan dat weet of begrijpt en hoe werkt dit fenomeen?! En wat is en hoe staat het geheugen tot dit weten, begrijpen, tijd en bewustzijn?! En hoe staan al deze factoren tot dat wat wij leven en dood noemen?! Dit zijn vragen die eenieder zich zou moeten stellen en trachten te beantwoorden, wil hij iets zinnigs over BDE kunnen zeggen.

De term ‘instinct’ verklaart deze dingen onvoldoende en functioneert meestal (zoals met de meeste begrippen) als een vorm van onwetendheid gecamoufleerd door deze woordbegrippen. Als het de dingen op zich zijn die in het bewustzijn verschijnen die over al deze eigenschappen beschikken, dan zul je moeten verklaren hoe dingen die verschijnen en verdwijnen (en waartoe ook ons lichaam behoort) en op zichzelf niet kunnen bestaan, toch over deze eigenschappen beschikken.        

Is datgene dat abstracte en dode symbolen zoals taal, muzieknoten, afbeeldingen, foto’s, strips, tekenfilms - en zelfs alle eigenschappen die we in de bovenste passage de revue hebben laten passeren - tot leven brengt, niet hetzelfde ongrijpbare fenomeen dat leven aan ons eigen lichaam toekent en intuïtief aan andere lichamen en organismen?!  Heeft dit ‘Niets’ of ‘Niet-iets’ betrekking op de derde kracht waar Gurdjieff over spreekt?!

Het boek ‘Op zoek naar het wonderbaarlijke’ – en waarop de lessen ‘zelfkennis’ van Angelus (de auteur van o.a. het nieuwsbericht over BDE) voornamelijk zijn gebaseerd – kan een hulp zijn om de gestelde vragen tegemoet te komen.  

NB: Mijn commentaar op het artikel BDE van Angelus zal al meer dan lang genoeg zijn. En als ik al deze vragen - in de mate dat dit mij mogelijk is - min of meer uitputtend en adequaat zou willen beantwoorden, dan ben ik bezig een boek te schrijven en dat is, zoals al is vermeld, niet de bedoeling. De opgeroepen vragen en eventuele antwoorden, hebben tot doel iemands vermeende weten of begrijpen met dit onderwerp in vraag te stellen en zijn denken te stimuleren door het te doen inzien hoe weinig het eigenlijk werkelijk weet en begrijpt en op wat deze twee factoren steunen. De vragen en de in deze commentaar eventueel aangeboden summiere antwoorden, kunnen fungeren als een aanzet tot wat men werkelijk ontwaken noemt.  

Het zal nu duidelijk zijn dat de begrippen ‘leven’ en ‘dood’ niet zo eenvoudig zijn als men doorgaans gemakshalve aanneemt. We kunnen uit wat hier summier is naar voren gebracht, afleiden dat waarschijnlijk alle problemen in verband met BDE (en andere vraagstukken) berusten op de wijze waarop ervaringen die hieraan woorden gerelateerd, worden geïnterpreteerd. Het intellectueel vermogen van de mens is al miljoenen jaren hetzelfde, maar de omgeving waarin het moet functioneren en de begrippen (al of niet onderzocht en eigen gemaakt) waarmee het moet werken kunnen enorm verschillen en van deze verschillen is onze interpretatie en dus begrijpen afhankelijk.  

En met het begrip ‘verschil’ raken we aan wat Gurdjieff ‘de derde kracht’ noemt en Saswitha ‘verschilbewustwording’ en waarnaar o.a. indirect op blz. 1 derde paragraaf (zie *) reeds is verwezen.

‘Bewustwording’ ontstaat als het ‘denken’ ontwaakt (de geest). En als het denken ontwaakt verschijnt tegelijkertijd het ‘waargenomene’ (gedachten, emoties, gewaarwordingen en  objecten - waaronder ons eigen lichaam) en de ‘waarnemer’ (Ik). Deze drie: ‘waarnemer’, ‘denken’ en ‘het waargenomene’ (en die men ook wel met ‘Ik’-‘Ben’-‘dat’ of ‘Vader’, ‘H. Geest’, ‘Zoon’ kan aanduiden), zijn onafscheidelijk want geen van de drie factoren kan op zichzelf bestaan (zich manifesteren). Dit betekent in de kern dat iedere manifestatie een drie-eenheid of complex veelvoud van drie-eenheden is, die één zijn in het Absolute.  

En iedere manifestatie, van welke aard ook, is dus de uitdrukking van een verschil tussen twee andere factoren. Ons denken berust op een geestelijke activiteit die kan gezien worden als de derde kracht van de Heilige Drievuldigheid. Dit is de belevendigende en verzoenende kracht van de twee andere Heilige Krachten, de Vader en de Zoon als de eerste en de tweede kracht, respectievelijk ook de passieve  en actieve kracht genoemd.    

De waarnemer, de waarneming, en het waargenomene zijn niet van elkaar te scheiden. Als de indruk ontstaat dat dit wel mogelijk is, dan is dit in wezen de gedachte ‘ik ben de waarnemer’ die opdoemt in het bewustzijn dat door jaren van zelfkennisstudie op bepaalde momenten meer en meer haar hogere staat van ‘zijn’ of ‘intentionaliteit’ toont.       

Ons waarneming is in feite een innerlijke zelfgeschapen wereldbeeld of kosmoi die het resultaat (verschil) is van twee andere kosmoi (ons zintuiglijk apparaat en wat zich verder in de lege ruimte bevind). Maar we mogen niet over het hoofd zien dat de waarneming van ons eigen lichaam en waaruit het is samengesteld, en de andere schijnbaar van ons gescheiden objecten en waaruit deze zijn samengesteld, allen berusten op het verschil tussen twee onbekende kapitalen en wij dus enkel met de verschillen van deze onbekende kapitalen kunnen werken. En toch is dit verschil de nooit eindigende vereffening of verzoening waarin de twee kapitalen zich ieder moment vanuit hun volledigheid uitdrukken. Veelheid wordt tot eenheid en eenheid weer tot veelheid, ad infinitum.  

Ieder verschil, van welke aard ook, is in wezen het verschil tussen het tijdloze en het vergankelijke of het onveranderlijke en het veranderlijke. Beide zijn elkaars kenvoorwaarde.    

Maar wat betekent het, als ervaring of bewustwording nu eens de vereffening is van leven en dood.

Als wij andere levensvormen tot ons nemen, dan wordt de organisatie van deze vormen ontbonden en de gescheiden elementen geschikt gemaakt voor bouwstof voor ons totale organisme. De niet bruikbare elementen zijn afvalproducten die op hun beurt bouwstoffen (voeding) zijn voor iets anders. Dood slaat dus in wezen op niets anders dan het transformeren van grondstoffen voor levensvormen op lagere of hogere niveaus, niveaus die niet noodzakelijkerwijs zichtbaar moeten zijn voor onze fysieke ogen. Denk aan wat is gezegd over eenheid die veelheid wordt en veelheid die terug een soort eenheid wordt, ad infinitum. Zo is ons lichaam een eenheid en tegelijkertijd een veelheid waaruit terug een nieuwe eenheid (nieuw leven) kan geboren worden die toch weer een veelheid is met dezelfde mogelijkheden. Tenslotte kun je onze fysieke waarneming (kosmoi) ook zien als een product van twee onzichtbare en onbekende kapitalen (kosmoi) die op zich ook door deze fysieke waarneming worden beïnvloed. Ook leven en dood kunnen dus gezien worden als twee zijden van een medaille waarvan bewustwording het verschil is. Denk aan een kwantum dat zowel een deeltje (dood) als een golf (leven) is, en dat ontstaat in de eeuwige veranderde dans of kwantumsprong tussen verschillende energieniveaus en dat zonder dat er ruimte (en dus ook tijd) overbrugt wordt.

Een BDE kan dus ook gezien worden als een voor de betrokken persoon nieuwe vorm van verschil-bewustwording. Bewustwording is verschilbewustwording tussen het evenwichtsspel van leven en dood als twee aan elkaar tegengestelde onwaarneembare en onbekende kapitalen. Vanuit een bepaald standpunt lijken deze twee krachten ten opzichte van elkaar tegengesteld, maar op hun spanningsvlak (verschilbewustwording) is hun richting dezelfde en dus één.   

Enkele voorbeelden:

1. Als ik mij uitrek, dan bewegen mijn voeten zich in tegengestelde richting ten opzichte van mijn hoofd en toch blijft mijn lichaam één. De spierspanning die ik hierbij ervaar is een vorm van verschilbewustwording en in deze spanning zelf zijn de twee tegengestelde richtingen één.

2. De uiteinden van een elastiek die wordt uitgerekt, bewegen zich in tegengestelde richting en toch zijn ze één want ze behoren tot dezelfde elastiek. De interne spanning in ieder punt van deze elastiek is het ondeelbare verschil tussen deze twee krachten die de elastiek doen uitrekken. Het verschil (de spanning), noch de twee krachten zijn van elkaar te scheiden en vinden tegelijkertijd plaats.

3. We kunnen het instinct beschouwen als gecondenseerde ervaringen en dus als oordeelsvermogen met betrekking tot het verleden. We noemen dit hier het verleden of de passieve kracht. Onze interesse kunnen we zien als een tegengestelde kracht ten opzichte van het instinct. We noemen deze hier de actieve kracht of de toekomst waarnaar de verlangens van onze essentie uitgaan. We kunnen deze twee tegengestelde krachten (ook te benoemen als andersoortige werelden of lichamen die elkaar doordringen!) voorstellen als een horizontale tijdslijn van verleden en toekomst. Maar geboren worden met een interesse in een toekomst die niet aan deze interesse kan tegemoet komen, heeft natuurlijk geen enkele zin. Dit houd in dat ook de toekomt op de een of andere manier reeds moet bestaan. Het punt waarop de verticale lijn of eeuwigheidlijn de horizontale lijn kruist, kun je zien als de derde kracht of bewustwording. En dit alles speelt zich af in wat we de ‘ziel’ of het ‘zijn’ kunnen noemen. Het zal de aandachtige lezer mogelijk wel zijn opgevallen dat de begrippen ‘verleden’, ‘toekomst’ en ‘heden’ inwisselbaar zijn, al naargelang vanuit welk standpunt men deze begrippen benadert. Dit is eigen aan het spel tussen de drie krachten in het bewustzijn of de ziel.         

4. Saswitha gebruikt het voorbeeld van twee wrijvingswielen (symbool voor ‘dood’ en ‘leven’). Als er een naar rechts draait, dan moet het ander noodzakelijkerwijs (oorzaak en gevolg!) naar links draaien. Maar op het wrijvingspunt waar ze elkaar raken, bewegen ze in dezelfde richting.

 

En dit wrijvingspunt is een weerstandspunt. En waar wrijving is, is warmte en dus ook slijtage of ontbinding (dood). En toch worden wij ons door dit proces bewust, zo nauw is bewustzijn met wat wij ‘dood’ noemen verbonden! Maar in de vrijgekomen ruimte is plaats voor nieuw materiaal (derde kracht of leven) waarin de warmte nu een verbindende rol speelt. Een vacuüm (vrijgekomen ruimte) zuigt energie aan en stoot energie af, ‘tegelijkertijd’, want de drie krachten gaan vooraf aan de tijd.

En nu wordt het misschien duidelijker waarom bewustzijnsgroei noodzakelijkerwijs uit wrijving voortkomt en waarom de drie krachten tegengesteld aan elkaar zijn en toch één.     

Dit ‘tegelijkertijd’ is iets dat de gewone logica niet kan bevatten. Volgens Gurdjieff bezitten de drie krachten bij de vorming van één onafhankelijk geheel elk een volkomen en onafhankelijke wil, een volledig bewustzijn en een volledig begrip van zichzelf en van alles wat ze doen. Ook dit is voor de gewone logica niet te bevatten, omdat deze altijd op dualistisch denken is geënt. Alleen drie krachten of werelden kunnen de werkelijkheid weergeven. En ‘leven’ en ‘dood’ zijn er maar twee en dus ontbreekt er een factor in het daarop gebaseerde denken. Dit verklaart waarschijnlijk waarom  BDE tot zo’n onoplosbare controversen leid.

Uit wat hier over de drie krachten is gezegd, kun je aflijden dat er geen onafhankelijke manifestaties op zichzelf kunnen bestaan. Als iemand dus na een BDE of soortgelijke verwante ervaringen zegt dat hij of zij zichzelf zag liggen, het zalige licht tegemoet ging en eventueel andere zielen van overleden familieleden of vrienden zag, enz., dan betekent dit dat er nog steeds identificatie was met zijn fysieke wereldbeeld dat voortkomt uit wat gezien wordt als het op de uiterlijke zintuigen  georiënteerde menselijk denken. Deze waargenomen wereld is een veranderlijke wereld omdat er niets op zichzelf (onveranderlijk) in kan bestaan. Mijn Julien zijn - om mezelf als voorbeeld te nemen - kan niet onafhankelijk van andere persoonlijkheden (van andere mensen!) bestaan, maar wordt erdoor gedefinieerd doormiddel van identificatie met de opvoedkundige omstandigheden in al zijn verscheiden facetten en waardoor de verschillende persoonlijkheden van die andere mensen ontstaan. Julien is met andere woorden een masker ontstaan door aanpassing aan de normen van de opvoedkundige regels en moraal waarin het verblijft. Zeggen dat een veranderlijk masker moet of kan reïncarneren of voortleeft na de dood, is natuurlijk een logische contradictie.

Mijn ingeboren essentie  is die van een mens en niet die van een na de geboorte aangeleerde persoonlijkheid (het masker!) die Julien noemt. Mijn essentie is een ‘present’. Anders gezegd: ‘Het is een uit de kosmos voortgekomen zaad dat  een actuele tegenwoordigheid kan zijn als het zaad tot bloei komt, dus zaad af wordt. Het is duidelijk dat de potentie van een zaad veranderlijk is, anders kunnen organismen niet evolueren en ‘Nieuwe’ vruchten voortbrengen. Ook hier is het logisch dat iets dat verandert niet kan reïncarneren of voortleven na de dood. Verandering is de perpetuum mobile achter de schepping en verandering kan niet reïncarneren of voortleven na de dood omdat verandering voortkomt uit wat de dood moet bewerkstelligen.

Het werkelijke Ik is geslachtsloos, onpersoonlijk en in wezen de onontkoombare reflectie van het ware ondeelbare Zelf als dit zich belichaamd ziet. Dit Ik kan zich met iedere waarneming identificeren zonder deze waarneming werkelijk te zijn, en dan ontstaat de illusie van de vele ikken met ieder een eigen behoefte, behoeften die van elkaar niets weten en dus gescheiden zijn. Het Ware Zelf of Absolute Zijn’ heeft geen reïncarnatie of leven na de dood nodig. Daarom zijn de begrippen ‘reïncarnatie’ en ‘leven na de dood’ in wezen inhoudsloos en kan aan BDE geen werkelijk objectieve waarde worden toegekend.  

Het is aan de lezer zelf om deze moeilijke materie eigen te maken. De boeken ‘Op zoek naar het wonderbaarlijke’, ‘Ik Ben / Zijn’, ‘Het wezen van de mens volgens de Vedanta’, en ‘Dood gaan, dood zijn’, kunnen een bijkomend verhelderend hulmiddel zijn om dit te bereiken. ‘Maar je zult zelf in alle strengheid en eerlijkheid deze dode materie terug leven moeten inblazen door ieder woord te kauwen tot je er het sap van proeft’, zou mijn leraar (de auteur van het artikel waarop deze inbreng is gebaseerd!) zeggen. Dit kan niemand anders voor jou doen. Dit is de Heilige Communie waartoe je jezelf moet brengen.       

 

Extra 1: Misschien is een BDE een verwante ervaring van wat in de spirituele wereld ‘de wachter op de drempel’ wordt genoemd, maar nu niet als schrikbarend iets dat jezelf hebt geschapen en doe terugkeren, maar als een liefdevolle ervaring die je terug stuurt naar de aardse wereld omdat in deze schoktoestand die het BDE veroorzaakte de valse persoonlijkheid was uitgeschakeld.     

Extra 2: Dat er objecten bestaan ‘buiten’ het fysieke lichaam, berust op een soort hardnekkige onontkoombare illusie omdat elk object kan gezien worden als het resultaat van een geestelijke projectie die berust op energieën of trillingen uit de ruimte en die de trillingsenergievormen van ons zintuiglijk apparaat aandoen. Als wij ons eigen lichaam als een object kunnen waarnemen tussen andere objecten, dan wijst dit erop dat de ruimte en het denken zowel binnen als buiten ons zijn! De waarde die we aan deze projecties toekennen is individueel. Dat is naar mijns inzien verwant aan de volgende woorden van Gurdjieff: “De kwaliteit van impressies die de mens kan opnemen, zijn niet onderhevig aan enige kosmische wet. De kwaliteit van de opgenomen impressies bepaald de mogelijke evolutie van de mens.” Het gezegde dat ‘het heelal een spiegel is’, heeft voor mij dezelfde betekenis, net als de uitspraak van R. Steiner dat ‘waarneming’ en ‘begrip’ onze werkelijkheid vormt. Bedenk wel dat een werkelijk begrip niet met woorden kan worden omschreven, maar er ons alleen op attent kan maken dat we begrippen hebben en dat deze begrippen het denken veronderstellen. Dit denken of geest (derde kracht) is in zichzelf gegrond en onafhankelijk. De consequenties van deze uitspraak zijn zo ‘schokkend’ dat ik het aan de lezer overlaat de waarheid hiervan te proeven en toe te passen op - bijvoorbeeld - het onderwerp BDE.  

Reageer


Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten kun je hier inloggen.

Mijn naam:
Mijn e-mail adres:
Mijn commentaar:
Verificatie:
Typ de code hierboven in:


School voor ontwikkeling van De Innerlijke Mens


Adverteer op Spiritualia
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht