Soms voel ik mij zo alleen Zo zielontroerend alleen Van de buitenwereld afgesloten
Onder de maandoorschenen hemel Dwaal ik in een geïsoleerd vacuüm Een glazen stolp gevuld met leegte
Mijn maag balt zich tot een vuist De geest vraagt om beneveld te worden Mijn hart schreit om hulp Vlijmscherpe prikkels ontstaan Uit het drukkende neustraankanaal Maar het water verschijnt niet Aan de oppervlakte Iets houdt het tegen
Mijn geest dwaalt regelmatig af Naar een ver verloren verleden Naar de goede dingen Naar de eenzame momenten Waarin ik nu weer vertoef en herbeleef
Waarom ben ik geen blad Aan een godvergeten boom Dat enkel trilt, beweegt Omdat de wind Het me beveelt?
Bij nader inzien... Ben ik dan soms geen blad Wachtend op haar plotse val?
Uit: gedichtenbundel 'De Vraag naar het Waarom' - een uitgave van
Psychon vzw, Borgerhout/Antwerpen - 1980
Commentaar
Reageer
Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten en om een score te kunnen geven kun je hier inloggen.
|