Luister Mensen
Ik wil je iets vertellen ...
De vorige nacht
Heb ik met de duivel doorgebracht
Geen spitsgekromde horens
Maar verrukkelijk goudblond haar
En zij stonk helemaal niet
Naar zwavel en salpeter.
Ik werd bestoven met
Honingzoete lichaamsbloesem
Kleine wolkjes, lichtblauw
Belladonaïsche parfum
Geen pankort haar
Een goudbruine
Fluwelen perzikenhuid
Die mijn poriën bijna
Verstikten...
Het Angelus luidde, heel langdurig
Langduriger dan ooit
De zware hemelkoepel scheurde
Donderschoten - bliksemkristallen
Gods engelen bazuinden mijn genot.
Ik was de boom des levens
Oppermeester van goed en kwaad
Ze draaide en ze kronkelde
Als een slang rond de bezwete stam
At geilgretig mijn vruchten op
Het lichaam gistte en siste
Zaden ontsprongen uit de lichaamswortel
En schoten in haar baarmoeder kiem.
De Schepping...
Kleine subtiele dwergjes
Ze speelden met elkaar.
Weer bereed zij
Het duivelse paard
Spoorde de teennagels
In het reeds doorprikte vlees
Hart en ziel ontvlamden
Verbrandden geheel
Totdat ze
Smeulend
In mij verdween.
Soms draag ik nog
Een assen kruisje
Op de voorhang
Van mijn geest.
Uit: gedichtenbundel 'De Vraag naar het Waarom' - een uitgave van Psychon vzw, Borgerhout/Antwerpen - 1980
Commentaar
Reageer
Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten en om een score te kunnen geven kun je hier inloggen.
|