O, heksenkinderen
Klippotische vuurlibellen
Sidderende maangodinnen
Wiens borsten plonsen
In afdruipend zweet
Parelend uit verse poriën
Der nachtelijke bloedlichamen.
Je danst met de engelen
Gevallen en verstoten
En leeft in exotische dimensies
Verborgen achter
De sluiers van ruimte en tijd.
Je voeten vertrappelen het dorre gras
De hoofdharen der mensenkinderen
En speelt met de bloemen van de nacht
Je vocht vloeit uit zuignappen
Die zich vasthechten, zich verstrengelen
Zich inkankeren
In het witte vlees
Van moeder aarde.
Sterren parelen uit je borsten
Fonkelen een schitterende pracht
Voeden de zwoele hemelkoepel
Verzilveren de maan - heel zacht.
Je danst wellustig
En tolt in het rond
De wervelwinden verwekken
Hemelse klanken
Maken ons
Een speelbal der emoties.
Een orgiastisch vuurwerk verblindt de ogen
Zandkristallen dwarrelen zacht - als sneeuwvlokken
En dompelen ons in een heldiepe slaap
Na de hete roes van hemelse bevrediging
In de warme adem van je oksels.
Uit: gedichtenbundel 'De Vraag naar het Waarom' - een uitgave van Psychon vzw, Borgerhout/Antwerpen - 1980
Commentaar
Reageer
Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten en om een score te kunnen geven kun je hier inloggen.
|