|
De tweelingen spelen in het malse gras
Met de sporen van de centaur
Wiens pijlen afbrokkelen in hun vlucht
Om zodoende hun doel nooit te bereiken
De splinters snijden diepe wonden
En dringen zich, voortsplijtend, in het vlees
Van onbezonnen kinderharten
De tweelingen spelen in het malse gras
Met de lokken van de centaur
Die moeizaam de longen openhoudt
Zijn hoeven zijn afgesleten
De handen vergruisd
Door het voortdurend trekken
Aan de harde pees
De trilsnaar van zijn geweten
De tweelingen spelen in het malse gras
Met de vergankelijkheid van de centaur
Zijn staart kwispelt nu dof
De laatste ademtocht laat op zich wachten
Het eertijds bronstig paardenlichaam
Is zijn eindfase bijna nabij
De tweelingen spelen in het malse gras
Met het lichaam van de centaur
Wiens oogleden nu gesloten zijn
Om nooit meer geopend te worden
De laatste ademtocht werd uitgestoten
En vormt zich - langzaam
Tot een grote ronde bal
De tweelingen spelen in het malse gras
Lopen een grote ronde bal achterna
...
..
.
Voetnoot: dd. 2/2/1979 - 19u45 - Beschrijving van een ex-relatie tussen Boogschutterman en een Tweelingenvrouw.
Uit: gedichtenbundel 'De Vraag naar het Waarom' - een uitgave van Psychon vzw, Borgerhout/Antwerpen - 1980
Commentaar
Reageer
Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten en om een score te kunnen geven kun je hier inloggen.
|