|
Gezang van de geesten over de wateren - Goethe
|
|
De ziel van de mens
Lijkt op water:
Uit de hemel komt het,
Naar de hemel stijgt het,
En weer omlaag
Naar de aarde moet het,
In eeuwige wisselgang.
Stroomt vanuit de hoogte,
Steile rotswand
De zuivere straal,
Dan verstuift het lieflijk
In wolkengolven
Naar de gladde rots
En lichtjes ontvangen
Bruist het versluierend,
Zacht ruisend
Naar omlaag de diepte in.
Ruwe kliffen
Staan de val in de weg,
Schuimt het ontstemd
Geleidelijk aan
De afgrond in.
In de vlakke bedding
Kruipt het door het groene dal
En in het gladde meer
Spiegelen hun aangezicht
Alle sterren.
Wind is de bron
Van lieflijke rimpelingen;
Wind zweept van grote diepte
Schuimende golven op.
Ziel van de mens,
Wat lijk je op het water!
Mensenlot,
Wat lijk je op de wind!
- Johann Wolfgang von Goethe - 1779 -
Gesang der Geister über den Wassern
Des Menschen Seele
Gleicht dem Wasser:
Vom Himmel kommt es,
Zum Himmel steigt es,
Und wieder nieder
Zur Erde muß es,
Ewig wechselnd.
Strömt von der hohen,
Steilen Felswand
Der reine Strahl,
Dann stäubt er lieblich
In Wolkenwellen
Zum glatten Fels,
Und leicht empfangen
Wallt er verschleiernd,
Leisrauschend
Zur Tiefe nieder.
Ragen Klippen
Dem Sturz entgegen,
Schäumt er unmutig
Stufenweise
Zum Abgrund.
Im flachen Bette
Schleicht er das Wiesental hin,
Und in dem glatten See
Weiden ihr Antlitz
Alle Gestirne.
Wind ist der Welle
Lieblicher Buhler;
Wind mischt vom Grund aus
Schäumende Wogen.
Seele des Menschen,
Wie gleichst du dem Wasser!
Schicksal des Menschen,
Wie gleichst du dem Wind!
Commentaar
Reageer
Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten en om een score te kunnen geven kun je hier inloggen.
|