Ik wandel door het bos en bemerk dat ik in feite wordt gewandeld. Julien wandelt niet, want hij is niet aanwezig, omdat er niets persoonlijks wordt verhandeld. Voor het eerst merk ik zonder ontzetting, dat op mijn schouders een hoofd ontbreekt. Er is enkel ruimte die gewichtloos alles zonder oordeel registreert. Ik voel mij als Atlas die de hele wereld op zijn schouders schraagt. Maar dit gaat even moeiteloos als de wind die een zeepbel draagt. Ik ben de wind, de zon, de vogels, de bomen, kortom alles waarvan in dit nù het bewustzijn maar kan van dromen.
Waar ik tot noch toe altijd aanwezig was door onophoudelijk innerlijk gebrabbel, was nu enkel plaats voor al het andere, mijn lichaam en Julien liggen te grabbel. Gewichtloos aanwezig als al de rest, ligt dit alles adembenemend als objectieve eieren in het onzichtbare subjectieve bewustzijnsnest. Er heerst alom rust en vrede want er is niets dat moet worden bewaakt. Alles is gratis en onvoorwaardelijk verstrekt, omdat het in de leegte op onpersoonlijke schouders vanuit de bron is verwekt. Mijn ziel proeft in dit nù het ontwaken, omdat zij is verkwikt door een magische kus uit de bron van helderheid die haar deed ontslapen.
Commentaar
Reageer
Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten en om een score te kunnen geven kun je hier inloggen.
|
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. |
Privacy Statement |
Gedragscode |
Algemene Voorwaarden |
Auteursrecht
|