|
|
Geschiedenis van de Wiskunde
|
|
Originele titel: 6000 Jahre Mathematik
Hans Wussing
|
Type:
|
Hardcover
|
|
Uitgever:
|
Unieboek
|
|
Gewicht:
|
1200 gram
|
|
Aantal Pagina's:
|
335
|
|
ISBN:
|
90-857-1218-1
|
|
ISBN-13:
|
978-90-857-1218-3
|
|
Categorie:
|
Wiskunde
|
|
Richtprijs:
|
€ 44,95
|
Korte Inhoud
In dit rijk geïllustreerde, onderhoudende boek beschrijft de Duitse wetenschapshistoricus Hans Wussing zijn meeslepende verhaal dat begint bij de wetenschappelijke revolutie en loopt tot de twintigste eeuw. De belangrijkste wiskundigen en het ontstaan van de verschillende wiskundige disciplines passeren de revue. Ieder hoofdstuk bevat uitleg van de belangrijkste ontwikkelingen, een tijdbalk, talloze foto's, kaarten, grafieken, formules en citaten. Dit standaardwerk heeft een uitgebreid register. Het boek behandelt de wiskunde vanaf de achttiende eeuw. Wiskundigen als Euler, Riemann, Gauss, Fourier en Bolzano brengen de wiskunde tot grote bloei. Hun werk maakt de industriële samenleving mogelijk. In de negentiende eeuw komt Babbage met het idee van een 'programmagestuurde rekenmachine'.
Hans Wussing is hoogleraar in de geschiedenis van de wis-en natuurkunde in Leipzig. Hij won meerdere prijzen voor zijn bijdrage aan de popularisering van de wiskunde en publiceerde talloze boeken.
Uittreksel
Blz. 15: Van absolutisme tot de Verlichting
De tijd tussen het einde van de Dertigjarige Oorlog en de Franse Revolutie wordt vaak als periode van absolutisme gezien, maar deze tijd is niet precies af te bakenen. Het gaat meer om karakteristieke elementen van deze staatsvorm, die met een veranderingsproces, een ontstaan en op de voorgrond treden van een nationale staat is verbonden. Wat ermee wordt bedoeld is de absolute, onbeperkte heerschappij van één persoon - keizer, tsaar, koning of een andere vorst - over één gebied of land. Het betreft de tijd na het einde van de zeventiende eeuw, met name de achttiende eeuw. Maar ook aan het begin van de negentiende eeuw waren er nog absolutistisch geregeerde staten.
Als prototype voor het absolutisme wordt meestal de Franse staat onder de Zonnekoning Lodewijk XIV (1638 - 1715) als voorbeeld genomen. Beroemd is zijn uitspraak: 'De staat, dat ben ik.' Bedoeld wordt: hij belichaamt de staat en de macht.
Ook Pruisen, Oostenrijk, Portugal, Spanje en Rusland werden absolutistisch geregeerd. Net als Saksen, Zweden en kleinere landen binnen het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie.
Het Pruisen van Frederik II (de Grote, 1712 - 1786) en het Rusland onder Peter I (de Grote, 1672 - 1725) werden grootmachten en deden niet onder voor Frankrijk,Oostenrijk en Engeland. De poging van Oliver Cromwell (1599 - 1658) een republiek te stichten in Engeland en in het veroverde en onderdrukte Ierland mislukte en resulteerde uiteindelijk in een constitutionele monarchie. In de Nederlanden kon een burgerrepubliek zich staande houden na een bevrijdingsoorlog tegen de Spanjaarden. De Engelse koloniën in Noord-Amerika behielden hun onafhankelijkheid; in 1783 werden de Verenigde Staten van Amerika gesticht.
Aan de andere kant ging de kolonisatie van de uitgestrekte gebieden in Afrika, Zuid- en Midden-Amerika, Azië en Australië op grote schaal door. Dit werd gesteund door het zendelingenwerk en de handelscompagnieën van de diverse koloniale mogendheden, die elkaar door piraterij en in officiële oorlogen op zee bevochten.
Recensie
door
Tsenne Kikke
Voor wie van cijfers houdt en van de wiskunde zijn dit zalige momenten, want we krijgen een boek dat zich daarop voor 100% toelegt, en dit op een boeiende wijze weet te brengen naar al wie zich even wil verdiepen in deze bijzondere wereld.
In 'Geschiedenis van de wiskunde tot de 20ste Eeuw' van de hand van Hans Wussing boek krijgen we een overzichtelijke, boeiende geschiedenis van de wiskunde, waar we door de eeuwen heen wel degelijk de ontwikkeling van het wiskundige denken ontdekken, zonder te vervallen in een saai wiskundeboek, maar veeleer een leesbaar boek onder ogen krijgen die de kracht van deze wiskunde weet te brengen.
We ontdekken er de grote namen van de wiskunde, hun werk, en de manier waarop deze benadering van de getallen door de eeuwen heen verschillende wendingen aannam, en wel degelijk ook van zeer groot belang was voor de wereld zoals we die vandaag kennen. En merkwaardig is, dat we merken dat wiskunde werkelijk aan de basis van alles ligt in onze maatschappij.
We leren er ook de wiskundigen kennen, en de verschillende evoluties en ontwikkelingen die zij tot stand wisten te brengen.
'Geschiedenis van de wiskunde tot de 20ste Eeuw' is een prachtig referentiewerk, dat niet enkel en alleen de specialisten zal weten te boeien, maar ook leken zal weten kan betrekken in de oefening van een ontdekkingsreis in een wiskundige wereld die we niet vaak op zo'n heldere en duidelijke wijze beschreven zien. Het boeken is dan ook een oprechte aanrader voor wie wel eens een inspanning wil leveren in deze onconventionele oefening van verdieping.
|