ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

De laatste brief

Originele titel: Inside the whale

Jennie Rooney

De laatste brief Type: Paperback
Uitgever:
Gewicht: 370 gram
Aantal Pagina's: 246
ISBN: 90-472-0053-5
ISBN-13: 978-90-472-0053-6
Categorie: Romantiek
Richtprijs: € 19,95

Korte Inhoud


Stevie groeit op in een eenvoudige buurt in Londen en verlaat op jonge leeftijd school om te werken in een pindafabriek. Zij ontmoet de verlegen Michael op wie zij verliefd wordt, maar de oorlog is uitgebroken en hij moet naar het front.

In Afrika raakt Michael in een depressie als door zijn toedoen zijn beste vriend wordt gedood. Hij wordt naar een boerderij in Zuid-Afrika gestuurd waar hij in een vlaag van verstandsverbijstering een prostituee bezoekt. Na de oorlog durft hij niet terug te keren naar Engeland, en onwetend over de zwangerschap van Stevie schrijft hij haar een brief waarin hij haar opbiecht dat hij is vreemdgegaan. Stevie besluit Michael te vergeten en vertelt haar dochter Emily later dat haar vader in de oorlog is omgekomen. Niettemin blijven beiden de rest van hun leven worstelen met het feit dat zij hun leven niet samen hebben kunnen delen. Veertig jaar later kijken beiden terug op hun leven en proberen de balans op te maken.

Uittreksel


Blz. 9: Stevie

Mijn moeder was in haar element tijdens die warme septembermaand van 1939.

In de loop der jaren had ze nerveuze trekjes ontwikkeld. We raakten eraan gewend haar te horen mompelen over de gevaren van de auto terwijl ze uien stond te hakken. Ze piekerde over losse schoenveters en linten aan mouwen van vestjes. Ze had bezwaar tegen paardenstaarten, waar iedere langslopende gek een ruk aan kon geven, en schreef brieven aan de Times over de risico's van luchtreizen, waarbij ze refereerde aan de rampspoed van een verre neef die uit koers was geraakt in een heteluchtballon bij de opening van de Greenwich Railway en een noodlanding had gemaakt op het spoorwegviaduct bij het station London Bridge. Ze geloofde dat ieder kind dat het ongeluk had om ook maar een schijfje van de vloer opgeraapte komkommer in zijn mond te stoppen een onmiddellijke en vrijwel zekere dood tegemoet ging.

Verjaardagen waren, wat mijn moeder Vivien betreft, bijzonder gevaarlijke aangelegenheden. Alleen al bij het idee om een taart boordevol onbeschutte vlammetjes een verduisterde kamer binnen te dragen begon haar linkeroog te trillen. Vivien zette altijd een kommetje water naast ieders bord, dat we allemaal vast moesten klemmen als de taart de kamer binnengebracht werd, terwijl we met onze knieën gekromd klaar zaten om bij het eerste teken van ongezeglijkheid van de kaarsen op te kunnen springen om de vlammen te doven.

We werden dat jaar op de eerste zondag van september vroeg wakker, en het voelde alsof het Kerstmis was. Mijn broers trokken hun schooluniform aan toen we naar de kerk gingen, en hielden het de hele dag aan omdat iedereen wist dat als er oorlog zou komen die op dat moment zou beginnen, en ze wilden er klaar voor zijn. Ik droeg hagelwitte handschoenen die bestemd waren voor speciale gelegenheden en een marineblauwe overgooier die eigenlijk iets te strak om de borst spande om nog betamelijk te zijn.

De oorlog werd om elf uur afgekondigd. We waren allemaal in de tuin van Mrs Bartram op nummer 10 en luisterden naar Chamberlain op de radio, die gevaarlijk dicht bij een dode bij op de keukenvensterbank stond te balanceren. Nummer 7 was er ook. Ik pakte Mrs Bartrams kat op en liet mijn hand over zijn rug naar zijn kop glijden. Hij gromde tegen me toen Chamberlain aankondigde dat het oorlog was, en ik zag dat de binnenkant van zijn bek van een verrassend felle kleur rood was.

Die middag vulde ik samen met mijn jongere broers Eddy en George zakken met van staatswege verstrekt zand dat aan het eind van onze weg was gestort. Eerst probeerden we ernstig te doen, maar het zand bleef tussen onze tenen zitten en in de plooien van onze handen, en de zakken puilden uiteindelijk uit van de zandkastelen met torentjes en kleine sculpturen van huisdieren.

Intussen werd ons huis langzaam met water gevuld. Vivien verborg opgewekt tot de rand gevulde schalen onder de canapé en zette volle glazen flessen naast ons bed. Ze liet zware pannen met een lange steel wild staan golven op het dressoir in de voorkamer en hing kleden over de deuren om een brand snel te kunnen doven. Ze vulde de kieren tussen de ramen met stopverf en propte de schoorsteen dicht met kranten. Ze legde een stapel netjes opgevouwen vochtige flanellen doeken op de schoorsteenmantel voor het geval er plotseling een gasaanval op de voorkamer werd uitgevoerd.

Iedereen nam aan, hoewel het nooit openlijk werd gezegd, dat áls ze ergens het huis zouden binnendringen, het ongetwijfeld de voorkamer zou zijn. Daar hingen per slot de mooie gordijnen. We legden de zandzakken naast elkaar langs de muur aan de voorkant, in overeenstemming met deze algemeen aanvaarde aanname, en stapelden blikjes gecondenseerde melk op onder de tafel voor het geval we belegerd zouden worden. We plantten waterkers in oude sigarettenblikjes om scheurbuik te voorkomen en zetten de blikjes op de vensterbank.

Vivien zuchtte tevreden toen ze rondkeek naar alle voorzorgsmaatregelen die ze nu mocht - zelfs moest - nemen. Die nacht sliep ze dieper dan ik ooit had gezien, met haar haar dramatisch over het kussen uitgespreid en haar armen zorgeloos langs de zijkanten van het bed hangend, zachtjes snurkend.

Dus zo herinner ik me het begin van de oorlog. Natte flanellen doeken en zand, en waterkers in blikjes die groeide uit vochtig vloeipapier dat plat was opgevouwen. Er waren geen kaarten die uitgespreid werden op de keukentafel, geen serie kleine swastika's die Hitlers opmars door de kleinere landen van Europa markeerden, zoals in de geschiedenisboeken die daarna kwamen. Er werd in onze tuin niet gepraat over concentratiekampen of over de opkomst van Europese dictators of over de economische stagnatie in Duitsland. Dat weet ik nu allemaal, maar het is er later aan toegevoegd, zachtjes over de stukjes en beetjes die ik me herinner gelegd, zoals overtrekpapier.

En dat is het probleem met het begin van dingen.

Recensie

door Tsenne Kikke
Michael Royston en Stevie Sandford krijgen een verhouding vlak voor de Tweede Wereldoorlog. Als de oorlog uitbreekt, moet Michael als soldaat naar Afrika, Stevie blijft achter, zwanger, zoals ze al gauw ontdekt. Hoewel ze beloofd heeft op haar geliefde te wachten, is ze getrouwd als Michael uit de oorlog terugkeert. Wat hij meegemaakt heeft, schreef hij aan Stevie

Ruim veertig jaar later kijken beide hoofdpersonen, ieder afzonderlijk, terug op hun leven. Michael ligt dan in een ziekenhuis. Hij is door een herseninfarct gedeeltelijk verlamd en kan niet spreken. Zijn vertrouwenspersoon daar, een verpleegster, brengt na Michaels dood een schoenendoos vol brieven, waaronder de laatste, naar haar oma. De cirkel lijkt rond. Het goed geschreven boek is enerzijds een roman over de jaren 1940-1950, anderzijds het verhaal van twee oudere mensen, gerijpt door het leven. Het thema 'Keuzes maken en de gevolgen ervan' wordt goed uitgewerkt, vooral ook door de karaktertekeningen en het beschreven tijdsbeeld.

Het boek is de debuutroman van de schrijfster, en als begin is het een zeer goede start. Jennie Rooney bewijst hiermee dat ze wel degelijk kan schrijven. Ook uitkijken dus naar haar eerstvolgende roman.
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht