ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

De troost van de filosofie

Originele titel: The consolations of philosophy

Alain de Botton

De troost van de filosofie Type: Paperback
Uitgever: Olympus
Gewicht: 350 gram
Aantal Pagina's: 304
ISBN: 90-467-5078-7
ISBN-13: 978-90-467-5078-0
Categorie: Filosofie
Richtprijs: € 12,5

Korte Inhoud


Kan Socrates ons helpen bij impopulariteit? Of zou Epicurus ons bij geldgebrek en Seneca ons bij frustraties terzijde kunnen staan? De troost van de filosofie levert het overtuigende bewijs dat de grote filosofen beslist niet alleen theoretisch toepasbaar zijn. Een gebroken hart kan geheeld worden met de filosofie van Schopenhauer en moeilijkheden in het menselijk bestaan zijn weliswaar vervelend maar ook een absolute noodzaak, aldus sprak Nietzsche.

Uittreksel


Blz. 68: Vrijheid

Epicurus en zijn vrienden deden nog iets baanbrekends. Om niet te hoeven werken voor mensen die ze niet mochten en geen gehoor te hoeven geven aan eventueel vernederende bevelen, zeiden ze hun werk in de commerciële wereld van Athene vaarwel ('We moeten ons bevrijden uit de gevangenis van het dagelijks leven en de politiek') en begonnen iets wat nog het beste als een commune kan worden omschreven. Ze namen genoegen met een eenvoudiger levenswijze in ruil voor onafhankelijkheid. Ze zouden minder geld hebben maar nooit meer de bevelen van verschrikkelijke meerderen hoeven op te volgen.

Dus kochten ze een moestuin dicht bij hun huis, een eindje buiten de oude Dipylonpoort, waar ze allerlei groenten verbouwden voor de keuken, waarschijnlijk bliton (kool), krommyon (ui) en kinara (de voorloper van de huidige artisjok, waarvan niet de bladeren maar alleen het hart eetbaar was). Hun dagelijkse kost was luxueus noch overdadig, maar wel lekker en voedzaam. Zoals Epicurus aan zijn vriend Menoikeus uitlegde: [De wijze] verkiest niet de grootste hoeveelheid voedsel maar de smakelijkste.'

Het eenvoudige leven had geen invloed op het statusbewustzijn van de vrienden, want door afstand te nemen van de waarden van Athene beoordeelden ze zichzelf niet meer op grond van materieel bezit. Ze hadden geen reden om zich te schamen voor kale muren en geen profijt om te pronken met goud. Te midden van een groep vrienden die buiten het politieke en economische centrum van de stad leefde, viel er - in hiërarchische zin - niets te bewijzen.

Reflectie

Er is bijna geen betere remedie tegen angst dan goed nadenken. Door een probleem op te schrijven of er in een gesprek uiting aan te geven, zetten we de belangrijkste elementen ervan op een rijtje. En als we eenmaal de aard van het probleem kennen, helpen we misschien niet het probleem zelf uit de wereld maar wel de vervelende bijkomstigheden zoals verwarring, verdringing, verbazing.

De Tuin, zoals Epicurus' commune bekend stond, bood veel inspiratie tot reflectie. Veel van de vrienden waren schrijvers. Volgens Diogenes Laërtius schreef Metrodorus bijvoorbeeld twaalf werken, waaronder het verloren De weg naar wijsheid en Over Epicurus' zwakke gezondheid. In de gemeenschappelijke ruimtes van het huis in Melite en in de moestuin moet er onafgebroken gelegenheid zijn geweest om met mensen die even intelligent als aardig waren na te denken over allerlei vraagstukken.

Epicurus wilde vooral dat hij en zijn vrienden hun angsten over geld, ziekte, dood en het bovennatuurlijke leerden analyseren. Als je logisch nadacht over sterfelijkheid, zou je, zo betoogde Epicurus, beseffen dat er na de dood slechts vergetelheid was en dat 'wat geen last bezorgt als het aanwezig is, kan ons slechts ongegronde zorgen baren wanneer het nog in de toekomst ligt.' Het had geen zin om je van te voren druk te maken over een situatie die je toch nooit mee zou maken:

Er is immers niets angstaanjagends in het leven voor wie goed heeft begrepen dat het niet angstaanjagend is om niet te leven.

Nuchter nadenken over de dingen kalmeerde de geest; Epicurus' vrienden werden zo de moeilijkheden bespaard waarmee ze anders in de buitenwereld, waar niet diep werd nagedacht, geconfronteerd zouden worden.

Recensie

door Tsenne Kikke
Alain de Botton (20/12/1969) is een Brits hedendaags schrijver en filosoof van Zwitserse afkomst. Hij werd geboren in Zwitserland, maar verhuisde op achtjarige leeftijd naar Engeland, waar hij scholen bezocht in Oxford en Londen. In de laatste stad studeerde hij ook af in de wijsbegeerte. Het plan om in dat vak te promoveren aan Harvard strandde; De Botton legde zich geheel toe op het schrijven.

De Botton's werk distilleert visies en ideeën van klassieke filosofen, zoals Seneca en Montaigne, maar ook schrijvers als Stendhal en Proust, en presenteert deze op een oorspronkelijke en leesbare manier.

Zijn theorieën hebben vaak betrekking op de Westerse sociaal-economische verschijnselen, zoals 'status anxiety' (statusangst) en 'the art of travel' (de kunst van het reizen), maar raakt ook aan algemenere thema's zoals liefde. Hij drukt zich op een persoonlijke manier uit en doorspekt zijn werken vaak met relativerende humor.

In West-Europa is hij inmiddels een populair denker. In februari 2003 werd De Botton tot 'Chevalier de l'Ordre des Arts et des Lettres' geslagen en won hij de prestigieuze essay-prijs: de 'Prix Européen de l'Essai Charles Veillon'.

Over het boek 'De troost van de filosofie'...

"Filosofie... wat kun je er eigenlijk mee?" Dit is misschien wel de vraag die het meest gesteld wordt aan elke serieuze beoefenaar van de filosofie. Vaak met de meewarige toon van iemand die zich naadloos heeft aangepast aan de eisen van de moderne tijd waarin directe bruikbaarheid, pasklare toepasbaarheid en functionele kennis de dienst uitmaken. Is filosofie immers niet abstract, zweverig en lekker subjectief, leuk voor de late uurtjes bij een goed glas bier, maar verder zonder algemeen nut?

Achter deze retorische vraag schuilt doorgaans een hardnekkig vooroordeel en gebrekkige kennis over wat filosofie eigenlijk behelst. Want in plaats van zich bezig te houden met diepzinnige maar voor het gewone leven irrelevante kwesties staat in een belangrijk deel van de wijsbegeerte juist de voor iedereen belangrijke vraag centraal 'Hoe gegeven de weerbarstige werkelijkheid een zo'n goed mogelijk leven te leiden?' In het zoeken naar een antwoord op deze vraag betoont de filosofie zich niet alleen als praktisch gericht, maar ook als veel minder abstract dan de meeste andere wetenschappen. Want het gaat haar om de gehele mens, een wezen dat denkt en voelt, verlangt en handelt en dat bekommerd is om het doel en de betekenis van zijn leven.

Het is juist de natuurwetenschapper die in zijn studie van krachten en elementen, moleculen en chemische verbindingen verregeaand abstractie maakt van dit door de mens concreet doorvoelde en ervaren geheel dat het 'object' vormt van de filosoof. Dit 'object' is weliswaar niet in exacte cijfers te meten, maar is daarmee nog niet vaag of onbepaald: ook de filosofie sluit aan bij de 'empirie'. Zij vindt haar uitgangspunt in de ervaringen van mensen die zo goed en kwaad als dat gaat hun levens de moeite waard willen maken. En hoewel deze 'empirie' niet bestaat uit de zogenaamde harde waarnemingsgegevens waar de wetenschappelijke kennis zijn objectieve status aan ontleent, beoogt het inzicht erin meer te zijn dan een toevallige subjectieve mening. Filosofische antwoorden op levensvragen bezitten inderdaad niet de eenduidige controleerbaarheid en onbetwistbare evidentie van empirisch-wetenschappelijke bewijzen, maar hebben wel de pretentie van algemeen geldige waarheden.

Dat je inderdaad met filosofie iets kunt, ja veel meer dan het vrijblijvend volpraten van wat verloren tijd, laat de jonge Engelse essayist Alain de Botton zien in zijn boek De troost van de filosofie. Op speelse, maar daarom niet minder betrokken wijze weet hij aan de hand van zes, allang gestorven filosofen de actuele zeggingskracht en praktische betekenis van hun denken voor de moderne lezer duidelijk maken.

De Botton sluit aan bij de opvatting van de Griekse wijsgeer Epicurus uit de vierde eeuw voor Christus. De filosoof moet een arts van de ziel zijn. 'Zoals de geneeskunde geen soelaas biedt als zij de lichamelijke ziekte niet verdrijft, zo is de filosofie nutteloos als zij het lijden van de geest niet verdrijft.' De filosoof heeft als taak de mens te helpen om in het reine te komen met tegenslagen, teleurstellingen en verdriet, gefnuikte verlangens en de ongelukkige hand van het lot. Kortom, met zijn eindigheid en kwetsbaarheid. Het is nu eenmaal een feit dat de werkelijkheid vaak niet beantwoordt aan wat de mens wil, verwacht of vermag. Geen gelukkige zekerheid bovendien of ze kan worden geloochenstraft.

Globaal heeft de mens twee manieren om op deze wet van het leven te reageren. Hij kan proberen de werkelijkheid te veranderen en te verbeteren zodat hij de kans op ongeluk zoveel mogelijk verkleint. Wetenschap en techniek, recht en politiek zijn de instrumenten daarvoor. De ontwikkeling van betere medicijnen en prenatale diagnostiek, het afsluiten van goede verzekeringen, het raadplegen van de consumentengids, het bouwen van absoluut veilige skitreintjes... er is geen einde aan het bedwingen van de weerbarstigheid van een (mogelijk) pijnlijke realiteit.

De weg van de filosofie is een andere. Ze grijpt niet direct in op de werkelijkheid, maar wil onze kijk erop veranderen. Het nut van haar kennis ligt niet in de aanpassing van de werkelijkheid aan onze wensen, maar in de aanpassing van onze visie op die werkelijkheid én op de wensen en vermogens waarmee we die bestoken. Zo laat De Botton zien in een bespreking van het denken van de stoïcijnse filosoof Seneca dat menselijke frustraties alsmede de emotionele reacties daarop voor een belangrijk deel kunnen worden weggenomen door betere kennis van wat me met reden van de wereld kunnen verwachten. Onze woede dat het niet gaat zoals het zou moeten gaan is, aldus Seneca, maar zelden gerechtvaardigd, omdat ze gebaseerd is op de te hoge (onredelijke) eisen die we aan het leven stellen. De filosoof troost ons niet door ons een werkelijkheid te beloven die wel aan onze verwachtingen voldoet, maar ons in te laten zien dat frustraties nu eenmaal 'in het contract van het leven' zijn opgenomen en dat het niet meer dan redelijk is om onze verwachtingen te temperen. Een schrale troost wellicht voor hen die het geloof van de wetenschap aanhangen, maar wel alleszins nuchter en een stuk minder 'zweverig' dan de heilsboodschap van het maakbare geluk dat in dit geloof sluimert.

Niet alleen bij frustraties kan het filosofische denken troost bieden. Zo voert De Botton Socrates op als de wijsgeer die ons een helpende hand biedt als we lijden aan impopulariteit en Epicurus wanneer we onder geldzorgen gebukt gaan. 'De mens die niet met weinig tevreden is, zal met niets tevreden zijn.' De beroemde essays van Montaigne bieden een rijkdom aan overwegingen voor hen die niet in staat zijn hun onmacht (op geestelijk en seksueel-lichamelijk gebied) te aanvaarden en in een juist reëel perspectief te plaatsen, terwijl de sombere denker Schopenhauer in De Bottons originele uitleg verrassend een remedie tegen liefdesverdriet blijkt te hebben. Nietzsches denken ten slotte leert ons dat pijn, lijden en moeilijkheden niet alleen negatief zijn, niet louter de vijanden van het denken en het leven. Het ware geluk is soms pas na zware ontbering te bereiken zoals de top van een in zwaar weer moeizaam beklommen berg. 'Niet alles waardoor we ons beter voelen is goed voor ons. Niet alles wat pijn doet, hoeft slecht te zijn', zo besluit de schrijver zijn therapeutische gang door vijfentwintig eeuwen filosofie.

'De troost van de filosofie' geeft niet alleen antwoord op de meewarige vraag naar het nut van de wijsbegeerte, maar maakt ook duidelijk dat filosofische wijsheden niet verouderen. Zo kan het dat het nog steeds zin heeft om een Griek uit de vijfde eeuw voor Christus, een Romein uit de tijd van Nero of een zestiende-eeuwse Franse edelman te raadplegen als je een arts zoekt voor je ziel. Zij zijn vooral aan te bevelen aan hen die een gezond wantrouwen koesteren tegen de stroom van de doorgaans uit Amerika afkomstige zelfhulpkwakzalvers die hun psychologische peptalk van een kaftje hebben voorzien (en zo in ieder geval zelf verlost worden van geldzorgen).

- Cyril Lansink -

Koop dit boek bij


Bestellen
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht