ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Nietzsche - Een biografie van zijn denken

Originele titel: Nietzsche - Biographie seines Denkens

Rüdiger Safranski

Nietzsche - Een biografie van zijn denken Type: Paperback
Uitgever: Olympus
Gewicht: 420 gram
Aantal Pagina's: 380
ISBN: 90-467-0287-1
ISBN-13: 978-90-467-0287-1
Categorie: Filosofie
Richtprijs: € 15

Korte Inhoud


Er is bijna niemand die ons denken zo sterk heeft beïnvloed als Nietzsche. Nadat de filosofen het misbruik van zijn geschriften hebben rechtgetrokken en de historici de feiten van zijn leven op een rijtje gezet, presenteerde Rüdiger Safranski de biografie van Nietzsches denken.

Friedrich Nietzsche (1844-1900), de grote filosoof van de negentiende eeuw en schrijver met een ijzersterke, gepolijste stijl. Hij wilde, zoals hij een keer heeft opgemerkt, door zijn denken de dichter van zijn leven worden. Hij heeft rollen gekozen en maskers opgezet, bijvoorbeeld die van vrije geest, psycholoog, moralist, profeet en nar, en toch is zijn denken existentieel, omdat het om de vormgeving van het eigen leven gaat. Zijn denken is experimenteel, omdat heel de traditie van de kennis en de moraal erin op de proefbank wordt gelegd. En het is exemplarisch in zijn antwoorden op het probleem van nihilisme

Uittreksel


Blz. 15: Het immense dat zich aan de jonge Nietzsche het eerst opdringt is het eigen leven. Gedurende zijn school- en studententijd, tussen 1858 en 1868, schrijft Nietzsche negen autobiografische schetsen, bijna altijd in de vorm van een psychologische roman volgens het schema: hoe ik geworden ben wat ik ben. Later zal hij van het epische naar het meer dramatische genre omschakelen en het schrijven over het eigen leven verbinden met de geste van de verkondiging, omdat zijn leven hem intussen exemplarisch toeschijnt. Eerst schrijft hij over zijn leven, vervolgens met lijf en leven en ten slotte zal hij schrijven omdat zijn leven ervan afhangt.

Wie op zo'n jonge leeftijd over zijn leven begint te schrijven is niet zomaar zelfingenomen en hoeft ook niet met allerlei problemen te zitten. Zulke omstandigheden zijn eerder ongunstig, omdat iemand die in de problemen zit of zelfingenomen is doorgaans de nodige distantie tegenover zichzelf mist. Nietzsches autobiografische geschriften vooronderstellen de vaardigheid zichzelf niet alleen als individuum, als iets ondeelbaars, maar als dividuum, als iets deelbaars, te ervaren. Een machtige traditie spreekt over individuum als een ondeelbare kern van de mens. Maar Nietzsche heeft al heel vroeg met de kernsplijting van het individu geëxperimenteerd. Over 'jezelf' schrijf je alleen als het verschil tussen 'ik' en 'jezelf' je iets te denken geeft. Dat is niet altijd en niet bij iedereen het geval. Er moet nieuwsgierigheid in het spel zijn, een surplus aan denken, zelfingenomenheid én vijandschap tegenover jezelf, er moeten breuken hebben plaatsgevonden, euforie en wanhoop die de zelfsplijting van het ondeelbare, de dividualisering van het individu begunstigen of vergen. Friedrich Nietzsche ervaart zichzelf in elk geval gespleten genoeg voor een uiterst subtiele verhouding tot zichzelf die hij, zoals hij later verkondigt, voor de vormgeving van zichzelf benut. Maar wij willen de dichters van ons leven zijn. Uit Nietzsches ontwikkeling zal blijken dat de dichter van zijn leven het auteursrecht wil claimen op zijn werk. De kenmerkende trekken van zijn wezen moeten zijn eigen werk zijn, hij wil aan zichzelf te danken hebben wat hij is en wat hij van zichzelf gemaakt heeft. Hij zal zijn imperatief om zichzelf vorm te geven zo formuleren: Je zou jezelf de baas moeten worden, baas ook over je eigen deugden. Vroeger waren zij jou de baas; maar ze mogen slechts werktuigen naast andere werktuigen voor je zijn. Je zou macht moeten krijgen over je voors en tegens en de kunst leren verstaan ze uit en weer in te schakelen al naar gelang je hogere doeleinden. Je moet het perspectivische in iedere waardeschatting leren begrijpen. Nietzsche zal geen genoegen nemen met de onschuld van het worden, en ook amor fati, de liefde voor het eigen lot, maakt de mens nog niet tot de auteur van zijn levensverhaal. Daar is een interveniërend, ontwerpend, constructief denken voor nodig, zelfs een denken in termen van overmaat en overschot. Zo werpt Nietzsche zich op als een atleet van het wakkere leven en de tegenwoordigheid van geest. Alle opwellingen, neigingen, handelingen worden in het felle licht van de opmerkzaamheid getrokken. Zijn denken wordt een tot het uiterste gespannen zelfwaarneming. Hij zal ook zijn eigen denken onder de loep willen nemen, waarbij een sterk gelaagde wereld van allerlei bijgedachten, motieven, zelfbedrog en kunstgrepen te voorschijn komt.

Nietzsche is er al vroeg een meester in om achter zijn eigen streken te komen. In 1867, in zijn diensttijd, noteert hij: Het is een gelukkige gave om je eigen toestand met een artistiek oog te kunnen bezien en zelfs in het leed en de pijn die ons overkomen, in het ongerief en dergelijke nog die blik van de Gorgo te hebben die alles ogenblikkelijk tot een kunstwerk versteent: die blik vanuit het rijk waar geen pijn bestaat.

Je kunt je zo van je eigen leven distantiëren dat het tot een beeld verstart. Dan heeft het wel iets van een werk. Het nadeel daarvan is alleen dat het leven mist. Daarom probeert Nietzsche het met de epische methode. Een andere gelukkige gave is om alles wat je overkomt als een vormingselement te beschouwen en voor jezelf uit te buiten.

De jonge Nietzsche maakt zijn eerste autobiografische aantekeningen om het leven al vertellend in een ontwikkelingsgeschiedenis te verwerken. Het fascineert hem hoe je het geleefde leven kunt herscheppen in een boek. Zijn eerste autobiografie uit 1858 eindigt met de verzuchting: Ik wou dat ik heel veel van zulke boekdeeltjes kon schrijven!

De jonge Nietzsche schrijft over zijn lustgevoel bij het schrijven. Dat was bij de kinderspelletjes al zo geweest. Hij vertelt hoe hij alles wat er bij het spel gebeurt dadelijk in een boekje had genoteerd en aan zijn speelkameraadjes had laten lezen. Het verslag van het spel was bijna belangrijker dan het spel zelf, dat uiteindelijk niet veel meer was dan de aanleiding en het materiaal om na afloop te kunnen schrijven. Het huidige leven wordt gezien onder het gezichtspunt van de toekomstige vertelling. Zo hou je het voorbijgaande leven vast en krijgt het heden glans in het licht van een toekomstige betekenis. Aan die methode om het leven gestalte te geven zal Nietzsche ook later trouw blijven. Hij zal zich niet tevredenstellen met het produceren van citeerbare zinnen, maar zijn leven zo inrichten dat het tot citeerbare grondslag wordt voor zijn denken. Iedereen denkt na over zijn leven, maar Nietzsche wil zijn leven zo leiden dat het hem iets te denken geeft. Het leven als experimenteertafel voor het denken, essayistiek als levensvorm.

Nietzsche denkt uitdrukkelijk en met emfaze in de eerste persoon enkelvoud, ondanks het feit dat juist hij aan de basis van het denken een eigenaardige anonimiteit heeft blootgelegd. Dat men 'ik denk' zegt, beschouwt hij als een misleiding door de grammatica. Het predikaat 'denken' vergt, net als elk predikaat, een subject. Dus verklaart men het ik tot subject en maakt het daarmee in een handomdraai tot acteur. Maar in feite wordt het ik-bewustzijn pas door de akte van het denken voortgebracht. Voor het denken geldt: eerst de akte, dan de acteur. Hoewel Nietzsche zich dus heel goed een denken zonder ik kan indenken, bestaat er geen filosoof - behalve misschien Montaigne - die zo vaak 'ik' heeft gezegd als hij.

Recensie

door Tsenne Kikke
Dit is wellicht het beste boek dat de afgelopen jaren over de Duitse filosoof Nietzsche (1844-1900) is verschenen. Safranski (1945), bekend van werken over Schopenhauer, over Heidegger en over 'Het kwaad' (alle vertaald), verweeft zijn analyse van het werk van Nietzsche zo vloeiend met talloze citaten, dat er een nieuwe eenheid ontstaat van hoog literair en wijsgerig gehalte, zeer leesbaar, zij het niet eenvoudig, en ook voor kenners een rijke bron van inzichten en doorzichten. Het boek bevat een uitvoerige kroniek en een literatuurlijst; merkwaardig genoeg ontbreek een index en dat is beslist een gemis.

Koop dit boek bij


Bestellen
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht