ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Dialogen schrijven - Laat je personages spreken

Don Duys: samenstelling

Dialogen schrijven - Laat je personages spreken Type: Paperback
Uitgever: Augustus
Gewicht: 225 gram
Aantal Pagina's: 167
ISBN: 90-457-0421-8
ISBN-13: 978-90-457-0421-0
Categorie: Taal- & letterkunde
Richtprijs: € 16,5

Korte Inhoud


Dialogen vormen de essentie van allerlei fictie: van toneel tot romans, van televisiescenario's tot essays. Wat is het geheim van een goed tweegesprek? Theaterauteur en regisseur Don Duyns verzamelde voor dit boek de beste artikelen en teksten op dit gebied van uiteenlopende auteurs als Thomas Verbogt, Marciel Witteman, René Appel, Rick Steggerda167, Yke Schotanus en Jan Brokken. Dialogen schrijven gaat over dialogen in toneel, romans en verhalen, soaps, stripverhalen en essays; over hoe je dialogen opschrijft en methodes om goede tweegesprekken te maken. Onder het motto van John Gardner: 'Een goed schrijver kan alles duidelijk maken door middel van handeling en dialoog'.

Uittreksel


Blz. 94: Dialogen zijn natuurlijk altijd gestileerd. Ik heb jarenlang interviews gemaakt voor de Haagse Post. Ik vond het een heerlijk journalistiek genre. Levendig. Verrassend. Je kon een schrijver van de kunst naar de politiek laten springen en een politicus van de politiek naar de drama's van het leven. Je kon hem portretteren met zijn eigen woorden, zijn eigen beelden. Hans van Mierlo, minister van Defensie, op het hoogtepunt van het debat over de plaatsing van de kruisraketten... Hoe moest ik het aanpakken? Hoe moest ik voorkomen dat hij me het zoveelste statement zou geven? Ik vroeg hem naar zijn eigen ervaringen tijdens de oorlog, en kreeg een van de meest surrealistische verhalen te horen die ik ooit op papier zou zetten. Hij was elf jaar. Met zijn vader, moeder, broertjes en zusjes vluchtte hij in de meidagen van 1940 de verkeerde kant op: vanuit Tilburg niet naar het zuiden, maar naar Rotterdam. Vlak voordat ze daar aankwamen, barstte de bommenregen los. Het eerste wat ze van Rotterdam zagen was niet een schip dat hen naar Engeland kon brengen, maar de brandende Statendam in de haven...

Ik vond het interview de literatuur van de journalistiek, zeker ook omdat het, veel sterker dan bij een beschouwing of een verslag van gebeurtenissen, op de manier van schrijven aankwam. Ik registreerde de gesprekken op een recordertje. Thuis typte ik de bandjes uit. Dan hoor je pas goed hoe mensen praten: uiterst gebrekkig. Stamelend, stotterend, geen enkele zin afmakend... Als ik dat allemaal letterlijk had opgeschreven, zouden de interviews onleesbaar zijn geworden. Tijdens de gesprekken gaven de geïnterviewden hun bedoelingen weer. Niet meer, niet minder. Ik moest er tekst van maken, leesbare tekst. 'Ik wijk steeds verder van het gezegde af,' verzuchtte ik eens tegen de andere interviewer van HP, Ischa Meijer. 'Gelijk heb je,' zei hij. Beiden lieten we onze interviews voor publicatie aan de geïnterviewden lezen om feitelijke onjuistheden en verkeerde interpretaties te voorkomen. 'Is het je opgevallen,' vroeg Ischa, 'dat geïnterviewden zich veel beter in het interview herkennen als je hun woorden volledig hebt losgelaten en je je eigen tekst hebt geschreven, op basis van het gezegde?' Hij zei het me nog eens nadrukkelijk: je moet iemand portretteren zoals hij op je overkomt. Naarmate ik dat meer deed, werden mijn portretten sprekender. Mijn eigen weergave van het gesprek verhoogde de gelijkenis.

In de literatuur is het niet anders. 'Zo praat dat soort mensen' is een slap excuus voor een haperende dialoog. Mensen praten altijd warrig, willen drie dingen tegelijk zeggen, raken de draad kwijt, knopen verkeerde draden aan elkaar, springen van de hak op de tak, verliezen zich in details, proberen leuk te zijn, worden algauw melig, treden de grammatica met voeten, hebben de neiging tot langdradigheid. Alleen wanneer ze over hun jeugd vertellen, de dood van een dierbare, de oorlog of een verschrikkelijke nederlaag, formuleren ze in korte en heldere zinnen, vol weemoed of verdriet, of met een soort humor dat je door de ziel snijdt. Om die reden gebruik ikzelf af en toe de dialoog wanneer mijn personages herinneringen ophalen. Want dat is óók een groot voordeel van de dialoog: je kunt onbelemmerd heen en weer springen in de tijd.

In 'Voel maar' wordt de hoofdpersoon verliefd op een Argentijnse. De man en de vrouw vertoeven op een passagiersschip dat van Venezuela naar Panama City vaart. In de laatste dialoog springt de Argentijnse terug naar Buenos Aires en vertelt ze over haar traumatische ervaringen tijdens de junta. Ik citeer haar niet voortdurend, vat af en toe samen. Maar op het moment dat ze haar lichaam aan een officier aanbiedt in de hoop uit de gevangenis te komen, laat ik haar zelf aan het woord, omdat ik dankzij mijn interviewervaring weet dat mensen zo'n dramatisch moment heel goed, heel dwingend en heel karakteristiek onder woorden kunnen brengen.

Bestsellerauteurs gebruiken veel dialoog. Ronald Giphart, Connie Palmen, Renate Dorrestein — heel veel dialoog. Lezers hebben de indruk dat ze over de pagina's vliegen wanneer ze die korte zinnen tussen aanhalingstekens lezen.

Je kunt natuurlijk veel kwijt in dialogen, wat de reden is waarom thrillerschrijvers dikwijls het vraag-en-antwoordspel gebruiken. Zij moeten immers een veelheid aan feiten en feitjes verwerken, en om dat een beetje spannend op papier te krijgen laten ze de commissaris snedig vragen stellen. Bij een auteur als Baantjer zie je hoe dat tot futloos proza kan leiden. Zoals Piet Römer, die inspecteur De Cock speelde in de Baantjer-televi¬sieserie, in een interview mopperde: 'Het is leuk werk, maar ik zou een spannender tekst uit mijn mond willen laten rollen dan: "Waar was u tussen zeven en negen uur op de bewuste avond?"'
Bij Baantjer is de dialoog een foefje geworden.
Nee, dan Simenon.

`Draagt u geen kousen?' vraagt Maigret in Maigret en hotel Etoile du Nord. 'In dit jaargetijde?' Het was namelijk maart en het voorjaar liet op zich wachten.
`Ik draag nooit kousen.'
`Heeft u bagage?'
`Nee.'
`Heeft u aan de receptie een registratiekaart ingevuld?'
'Ja.'
`Is uw naam Céline Germain?'
'Ja.'
`Leeftijd?'
`Negentien.'
`Weet u zeker dat u nooit kousen draagt?'
En plotseling beval hij: 'Wilt u uw rok omhoog doen?' `Wat?! Bent u nu helemaal?'
`Nee, om de dooie donder niet, maar ik verzoek u wel uw rok op te schorten.'
'Wat zullen we nu beleven? Denk maar niet dat u daar zomaar mee wegkomt! Ik dien zó een klacht in tegen smeerlappen van uw slag!'

Recensie

door Tsenne Kikke
Deel uit de serie 'De Schrijfbibliotheek' over de kunst van het schrijven. Het is een bundeling van artikelen die vaak eerder verschenen in het tijdschrift 'Schrijven Magazine'. Het onderwerp 'dialogen schrijven' bespreekt dit ambacht (want zo wordt het toch wel gezien) vanuit verschillend perspectief: voor toneel, proza, essay, strip, soap en film. Elk artikel heeft een andere auteur, van naam en faam en met ervaring op het vakgebied. Sommigen geven oefenopdrachten, of een rijtje tips. Omdat het korte artikelen zijn (gemiddeld 10 pagina's), blijft men meestal aan de oppervlakte, maar is er altijd minstens een illustratief voorbeeld waarin de lezer zijn tanden kan zetten.

Meest boeiend en leerzaam zijn het inleidende (en langste) artikel van Nirav Christophe ('Luisteren!') over het schrijven van levende spreektaal en het artikel van Jan Brokken over de dialoog in de literatuur. Jan Veldkamp geeft dan weer de prikkelendste opdrachten, met waarschuwing voor de valkuilen.

- Willem Nijssen -

Koop dit boek bij


Bestellen
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht