ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Reynaert De Vos

Originele titel: Van den vos Reynaerde

Marc Legendre & René Broens

Reynaert De Vos Type: Paperback
Uitgever: Atlas
Gewicht: Onbekend
Aantal Pagina's: 132
ISBN: 90-450-5940-1
ISBN-13: 978-90-450-5940-2
Categorie: Stripverhalen
Richtprijs: € 24,9

Korte Inhoud


Een roofdier zonder geweten dat de zwaktes van zijn tegenstanders ruikt en uitbuit. Een psychopaat die zich vermomt als godsdienstleraar, kluizenaar, heremiet, monnik, pelgrim, berouwvolle zondaar, verlosser en met mooie praatjes zijn slachtoffers verleidt. Dat is: Reynaert de vos. Het epos Reynaert de vos werd 750 jaar geleden geschreven. Die verjaardag wordt gevierd met deze nieuwe vertaling van René Broens, aangevuld met de schitterende beelden van Marc Legendre. Jambische viervoeters geven de tekst voor het eerst het stuwende ritme van de voordracht van toen. Krachtige beelden laten zien waarom Reynaert al eeuwen prijkt in de galerij van aartsschurken.

Uittreksel


Nawoord door René Broens

Van de auteur van Van den vos Reynaerde weten we met zekerheid enkel dit: hij heette Willem en schreef nog een ander werk, Madocke, maar we weten niet wat voor werk dat was. Wanneer Willem Van den vos Reynaerde heeft geschreven, kunnen we enkel bij benadering zeggen - tussen 1179 en 1279 - maar, zo denken toonaangevende onderzoekers nu, waarschijnlijk omstreeks 1260. Of zijn werk oorspronkelijk Van den vos Reynaerde (Middelnederlands voor: Over de vos Reynaert) heette, weten we niet want we hebben geen autograaf, geen oorspronkelijk document, enkel afschriften van vele jaren later. De tekst is min of meer volledig overgeleverd in een handschrift uit het midden van de veertiende en in een handschrift uit het begin van de vijftiende eeuw. Voor welk publiek Willem Van den vos Reynaerde schreef, in opdracht van wie en met welke bedoeling, we kunnen het enkel maar gissen. Van één zaak zijn we zo zeker als wat: Van den vos Reynaerde is wereldliteratuur.

Ook al verdwijnt Willem volledig achter zijn meesterwerk Van den vos Reynaerde, zijn werk kunnen we proberen te ontsluiten. Een van de sleutels die we kunnen gebruiken, is dat Willem een kind van zijn tijd was. Dat hield in dat voor hem de Bijbel het Boek der Boeken was en dat zijn leven, net als dat van elke christen in de Middeleeuwen, in het teken stond van het Laatste Oordeel. De Bijbeltekst waarin de Rechtvaardige Rechter Jezus Christus bij het Laatste Oordeel de schapen van de bokken, de goeden van de kwaden, scheidt, zal daarom voor hem een sleuteltekst zijn geweest. Tot de goeden zegt Christus het volgende: 'Ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.'

De hongerigen spijzigen, de dorstigen laven, de vreemdelingen herbergen, de naakten kleden, de zieken bezoeken, naar de gevangenen gaan, dat zijn allemaal werken van barmhartigheid. In 1207 voegde paus Innocentius in aan die lijst van zes nog een zevende werk van barmhartigheid toe: de doden begraven.

Wat blijkt nu als we Van den vos Reynaerde tegen het licht van die werken van barmhartigheid houden? Reynaert doet het tegengestelde van wat de werken vragen.

Als Reynaert bijvoorbeeld ontdekt dat Bruin, de beer, niet is vermoord, gaat hij kijken hoe het met hem staat. De verteller geeft dan de volgende commentaar: 'Toen hij Bruin zag in zijn bloed,/ De arme beer, toen hij hem vond/ Verzwakt en zeker niet gezond,/ Viel dat bij Reynaert in de smaak,/ Die Bruin bespotte ter vermaak' De scène wint aan kracht als ze wordt gelezen met de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan in het achterhoofd. Reynaert loopt niet, zoals de heiligdomsdienaar en de Leviet, aan de overkant voorbij. Nee, hij gaat, net als de Barmhartige Samaritaan, op de gewonde toe. In tegenstelling tot de Barmhartige Samaritaan, biedt Reynaert geen hulp maar bespot hij Bruin zo bijtend dat het die lijkt of zijn hart zal breken.

Recensie

door Tsenne Kikke
Met acrylverf en Photoshop wordt het middeleeuwse heldenepos Van den Vos Reynaerde in één keer de 21e eeuw in geslingerd. Fel, hard en bloederig: de nieuwe vertaling laat geen enkele passage weg, en de rijke illustraties zijn doordrenkt van het rood.

Reynaert de Vos bestaat al zo'n 750 jaar, en heeft in die tijd al heel veel verschillende gedaantes gehad. De meesten onder ons zullen hem kennen als een slimme vos uit een van de kindvriendelijke bewerkingen die op scholen de ronde doen, maar die weinig meer met het grove, bloederige origineel te maken hebben. Wie weet nu nog dat halverwege het verhaal de pastoor op weinig elegante wijze gedeeltelijk wordt gecastreerd?

Dat velen Reynaert slechts in verwaterde vorm kennen, is niet vreemd: het middeleeuwse verhaal barst van symboliek en connotaties die niet meer aan ons besteed zijn. Het is ook nog eens geschreven als een gedicht, wat het er niet leesbaarder op maakt. En dierenverhalen zijn leuk als fabel, maar worden vandaag de dag toch eerder gezien als disneyficatie van oude sprookjes: niet serieus te nemen.

Gelukkig is er René Broens, een onderwijzer die zich tot doel heeft gesteld om Reynaert in zo veel mogelijk vormen te laten schitteren. Broens gaat promoveren op een proefschrift naar de rol van Reynaert als antichrist. Samen met de Vlaamse striptekenaar en kunstenaar Marc Legendre brengt hij de grafische roman Reynaert de Vos, waarin een nieuwe vertaling van Broens gekoppeld wordt aan spetterende illustraties van Legendre.

Wanneer je het boek openslaat, springt het rood en bruin je tegemoet. Gezien het karakter van Reynaert is dat terecht: deze opportunistische leugenaar en wrede schoft verdient geen andere kleur. Daarbij heeft Legendre zich zeer duidelijk laten inspireren door kunstenaars als Jeroen Bosch en El Greco; in het dankwoord noemt hij zelf als inspiratiebronnen onder andere Francis Bacon en Abu Ghraib.

Het is jammer dat de donkere sfeer vaak ten koste gaat van details en de leesbaarheid, mede omdat de plaatjes meer illustraties bij de tekst zijn dan een doorlopend beeldverhaal. Schitterende illustraties, dat dan weer wel: kleine schilderijtjes, opgebouwd met verschillende technieken, die regelmatig van de pagina spatten. Photoshop heeft een belangrijke rol gespeeld, maar nergens doet het boek aan als een digitale productie. En de dieren blijven echt dieren, op koning Nobel na. Soms oogt het wat afstandelijk, soms wat willekeurig, maar Legendre slaat zelden de plank mis.

Des te teleurstellender is het dat de tekst van Broens hierbij achterblijft. Hij heeft een eigen moderne integrale vertaling gemaakt en daarbij geprobeerd om het oorspronkelijke metrum van jambes vast te houden. Vaak resulteert dat in een vloeiend, haast pompeuze proza. Maar even vaak ontstaat er een hortende en stotende tekst met kromme zinnen, rare woorden, verkeerde klemtonen en vals rijm. Dergelijke schrijnende tekst leidt onwillekeurig af van de inhoud.

Door dit soort zinnen, en door de donkere sfeer, is Reynaert de Vos geen gemakkelijk boek om te lezen. Je moet er echt voor gaan zitten. Maar wie dat doet, en zich dan niet al te veel stoort aan de missers in de tekst, wordt beloond met een prachtige update van dit middeleeuwse epos, dat op zijn minst een plek verdient tussen de bladerboeken over Rembrandt, Bosch, Caravaggio en Breughel.

Gerben Scherpenzeel

Zelden heb ik een boek opengeslagen en zo'n indringende, scherpe nare lucht geroken. Je kunt slechts een paar bladzijden per keer verdagen en dan moet je naar buiten om even een luchtje te scheppen. Misschien verdient het aanbeveling om het boek eerst in een plastic zak in de vrieskist te leggen en een nachtje te laten liggen, misschien trekt de lucht er dan een beetje uit. Boosdoener is de inkt natuurlijk en de keuze van de makers om het boek op zwart te laten drukken, waardoor de hele pagina besmeurd is met inkt. Behalve de penetrante stank is het resultaat van deze actie dat het hele boek erg donker oogt. Op sommige pagina's is zelfs nauwelijks te zien wat er gebeurt.

Prachtige onherkenbare jambische viervoeters en bovendien rare volgorde in gezet om te krijgen rijm. Vergelijk dat krakkemikkige begin van Broens eens met het vlot weglezende begin van Posthuma:

Willem, die Madocke schreef,
waar hij lang voor wakker bleef,
hem zat dwars dat er op heden
van Reynaerts wederwaardigheden
in onze taal geen boek bestond
(Aernout kreeg het werk niet rond)
zodat hij in Franse boeken
Reynaerts vita uit ging zoeken
voor een werk in onze taal.
God helpe hem bij zijn verhaal.

Broens struikelt met zijn jambische viervoeters door de tekst heen, maar nergens leest de tekst vlot weg.

Daar waar de tekeningen van Legendre wel goed te zien zijn, kun je constateren dat hij gekozen heeft voor een harde, realistische weergave van het verhaal. Daarmee valt de grappige, spottende kant van het verhaal wat weg: het bloed spat van de bladzijden: Reynaert goes horror. Af en toe laat Legendre zien dat hij niet van de straat is en dan zien we verwijzingen naar klassiekers uit de schilderkunst en dat doet hij goed en mooi, maar toch kunnen we niet onder de constatering uit dat dit hele project op een jammerlijke mislukking is uitgelopen.

Coen Peppelenbos
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht