|
|
De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 verhalen
|
|
Diverse auteur
|
Type:
|
Hardcover
|
|
Uitgever:
|
Prometheus
|
|
Gewicht:
|
1920 gram
|
|
Aantal Pagina's:
|
1599
|
|
ISBN:
|
90-446-0646-8
|
|
ISBN-13:
|
978-90-446-0646-1
|
|
Categorie:
|
Literair
|
|
Richtprijs:
|
€ 39,95
|
Korte Inhoud
Een Amerikaanse recensent schreef: 'Amerikanen hebben het genre van het korte verhaal tot zulke grote hoogten gebracht dat je kunt zeggen dat het is uitgegroeid tot onze nationale kunstvorm.'
Wie zich verdiept in - de geschiedenis van - het korte verhaal, ontdekt dat over de Nederlandse literatuur hetzelfde kan worden beweerd: Nederlandse schrijvers hebben prachtige verhalen geschreven die in kwaliteit en intensiteit moeiteloos onze romanliteratuur evenaren. Zelden (of nooit) is het korte verhaal in ons land echter uitgeroepen tot 'nationale kunstvorm' - het is een helaas veel te vaak veronachtzaamd genre.
Met ‘De Nederlandse literatuur in 250 verhalen’ behoort die veronachtzaming tot het verleden. Joost Zwagerman verzamelde in deze mammoet-anthologie zowel de evergreens als de verborgen parels uit het genre, te beginnen bij de jaren van het naturalisme en via modernisme en neoromantiek eindigend bij het allerbeste van na de eeuwwisseling.
Een staffel van één, twee of drie opgenomen verhalen van vrijwel alle schrijvers die er in dit genre toe doen maakt deze noodzakelijke bloemlezing een verrassende literatuurgeschiedenis-in-praktijk, toegespitst op het genre waar opmerkelijk veel Nederlandse en Vlaamse schrijvers in excelleren: het korte verhaal, de literatuurvorm waarin volgens Harold Bloom 'de poëzie eindigt en de werkelijkheid begint'.
Uittreksel
Blz. 5: Er bestaan verhalen waar je door overrompeld, verpletterd en van je sokken geblazen kan worden; verhalen die de lezer, zoals August Willmesen eens schreef naar aanleiding van Toltstojs novelle ‘De dood van Ivan Iljitsj’, onherroepelijk bij de lurven pakken. Het onontkoombare verhaal laat die lurven nooit meer los. Er staan in deze bloemlezing verhalen die ik in de loop van de jaren heel veel heb herlezen. En bij iedere herlezing blijken deze verhalen onverminderd hun overrompelde kracht te hebben behouden. Veel verhalen laten zich net als gedichten eindeloos herlezen. Je ként het korte verhaal, of het kortverhaal, zoals het in Vlaanderen heet, op een gegeven moment tot in ieder detail, je kent de hoeken en gaten van iedere passage, iedere wending, soms ook tot aan de opeenvolging en de specifieke cadans van de zinnen toe – en toch gebeurt het weer, je gaat opnieuw voor de bijl en bent voor de zoveelste keer overrompeld; opnieuw de lurven...
Recensie
door
Tsenne Kikke
Goed nieuws voor de liefhebbers van korte verhalen. Joost Zwagerman heeft in een mammoet-anthologie een bloemlezing samengesteld met de beste Nederlandstalige korte verhalen (die elk niet meer dan tienduizend woorden bevatten). Het is een lijvig boek met een prachtige inhoud waarvan je weken, maanden zelfs zult van kunnen genieten en blijven genieten.
In zijn inleiding schrijft Joost Zwagerman dat '€˜hij er wil toe bijdragen dat het verhaal van stiefkind tot oogappel ransformeert":.daar zou hij best in kunnen slagen. Zijn bloemlezing toont in elk geval een grote rijkdom aan kort proza. Soms geschreven door voor het grote publiek relatief onbekende specialisten in het genre, zoals F.B. Hotz, in deze bundel opgenomen met drie verhalen. Maar vaak ook door auteurs die wij beter kennen als romancier, zoals Godfried Bomans, Stijn Streuvels, Cyriel Buysse, Louis Couperus, Johan Daisne, Marnix Gijsen, Karel Jonckheere, Kees van Kooten, Simon Carmiggelt, Felix Timmermans, Louis Paul Boon, Vestdijk, Harry Mulisch en Hugo Claus, of Tom Lanoye, Hubert Lampo; Hafid Bouazza, Jan Wolkers en Paul Snoek. Deze bloemlezing laat het korte verhaal op overrompelende wijze tot zijn recht komen. Gewoon een lekker boek met bekende en minder bekende namen en verhalen.
|