ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Hierna - Een cultuurgeschiedenis van de hemel

Originele titel: Beyond

Catherine Wolff

Hierna - Een cultuurgeschiedenis van de hemel Type: Paperback
Uitgever:
Gewicht: 550 gram
Aantal Pagina's: 328
ISBN: 90-4353-659-8
ISBN-13: 978-90-4353-659-2
Categorie: Religie
Richtprijs: € 27,99

Korte Inhoud


In deze boeiende cultuurgeschiedenis verdiept Catherine Wolff zich in de manier waarop mensen en culturen de hemel door de eeuwen heen hebben gekarakteriseerd.

‘Hierna’ van Catherine Wolff is een cultuurgeschiedenis van de hemel vanuit zowel religieuze als niet-religieuze visies. Welk beeld hebben we van de hemel? Wie of wat zouden we daar kunnen tegenkomen? In deze boeiende cultuurgeschiedenis verdiept Catherine Wolff zich in de manier waarop mensen en culturen de hemel door de eeuwen heen hebben gekarakteriseerd. Ze beschrijft hoe verschillende religies en geloofsovertuigingen dit idee hebben ingekleurd en hoe niet-religieuze invloeden vanaf de Verlichting tot de hedendaagse niet-religieuze visies op de hemel daarop hebben ingewerkt.

Wat leeft er onder mensen en wat maakt hun opvattingen onderscheidend en opvallend? Hoe mensen de hemel zien en waarom we het er al duizenden jaren ideeën over hebben, zijn vragen die de kern van onze menselijkheid vormen, zegt Wolff, en zij beantwoordt ze met fascinerende details.

Uittreksel


Zoek en je zult vinden

Ik leer door te gaan waar ik gaan moet. - Theodore Roethke


Toen ik me voor het eerst een voorstelling begon te maken van het leven hierna, noemde ik dat 'hemel'. In mijn jeugd noemden de meeste mensen die ik kende dat ook zo. Mijn eerste voorstelling was die van een klein kind dat de zomers in San Francisco altijd te koel vond: de hemel was een plaats waar de zon scheen aan een helderblauwe lucht en waar iedereen zijn eigen wolk had met een zwembad erin. God kwam er eigenlijk niet in voor en ook mijn nogal luidruchtige gezinsleden niet. Ik zou voor altijd alleen in de zon (en in het zwembad!) zijn.

Later ging ik de hemel zien als een zalige toestand, waar ik verenigd was met God en de zalige overledenen, een toestand die ik zou verdienen door volgens de gangbare morele normen te leven. Ik dacht dat je daar verder niet over mocht speculeren. Toen 'de hemel' slechts een van de vele manieren bleek te zijn waarop wij mensen ons een leven na de dood hebben voorgesteld, wist ik niet in welke mate mijn ideeën over de hemel een product van mijn tijd en mijn christelijke traditie waren.

Om dat allemaal te begrijpen, moest ik me een weg banen door een wirwar aan concurrerende en zelfs tegenstrijdige informatie, argumenten, overtuigingen en bewoordingen. Telkens opnieuw werd ik ermee geconfronteerd dat mijn pogingen gebrekkig waren en dat het dwaasheid was om iets voorbij tijd en ruimte te willen beschrijven in termen die door die beide werkelijkheden worden begrensd. Toch moeten we het daarmee doen.

Het leven hierna kan een bestaan in de tijd of in de eeuwigheid zijn. Het kan de plaats zijn waar we vandaan komen - zoals Plato geloofde - of de plaats waar we in een mystieke ervaring heen kunnen gaan. Het kan onze bestemming zijn als we sterven of misschien pas later. Het kan om opeenvolgende stadia gaan, waardoor we geestelijk volwassen worden, zodat we kunnen ontsnappen aan de cyclus van de wedergeboorte, zoals in oosterse religies, maar het kan ook zijn dat we maar één kans op verlossing hebben. Misschien bereiken we het leven hierna zodra we sterven of misschien moeten we wachten tot het einde van de kosmos.

Over het algemeen wordt het leven hierna als goed gekarakteriseerd, hoewel het door de behoefte aan sociale orde en de ontwikkeling van morele wetten geleidelijk aan ook duisterder regionen kreeg. We kunnen verlossing van onze zonden nodig hebben of op een of andere manier voorbestemd zijn. Misschien is er een messias, zoals in de joodse en christelijke traditie, of misschien moeten we onszelf redden. De meeste mensen zijn het er wel over eens dat de manier waarop we op aarde leven van invloed is op onze vooruitzichten voor het leven hierna, door goede daden en naastenliefde.

Sommigen geloven dat we volledig bij bewustzijn zullen zijn of zelfs dat ons bewustzijn de brug is naar een andere werkelijkheid. Anderen suggereren dat onze individuele identiteit misschien niet mee oversteekt en dat we zullen opgaan in het goddelijke. Misschien zullen we daar alleen zijn of ook met anderen. Misschien zijn we wel één met het universum. Het leven hierna kan een 'plaats' zijn of een 'toestand' van volkomen harmonie, of misschien krijgen we gewoon wat we wensen. Dat zou ook een uiteindelijke dood kunnen betekenen, een definitief einde van ons bestaan.

Ten slotte is er de vraag of er één God is of dat er meerdere goden zijn en of we die al dan niet zullen ontmoeten, in dit leven of hierna. De godheid kan een liefdevolle persoon zijn, een alomvattende geest of de ultieme wiskundige harmonie.

Het wonderlijke van dit alles is dat wij blijven verlangen naar het leven hierna, ondanks het feit dat we niet weten waar we naartoe gaan of hoe het daar zal zijn. Dit wordt versterkt door de vrees voor de dood - het verlies van onszelf - en door het verlangen vrij te zijn van lijden en beloond te worden voor onze moeiten. Onze hoop lijkt ook te worden gevoed door een innerlijk gevoel van een werkelijkheid die ons beperkte aardse bestaan overstijgt en die ons wenkt om naar binnen te gaan. Vanaf het ontstaan van menselijke spiritualiteit tot aan de huidige verkenning van de grenzen van onze geest, hebben we geprobeerd daaraan gehoor te geven. Daarbij hebben we in ons leven een betekenis gevonden die verder gaat dan de grenzen van onszelf, van ons overleven en van de dood.

Tijdens een groot deel van de menselijke geschiedenis hebben we betekenis gevonden in het geloof in God, verweven met de hoop op een uiteindelijke vereniging met Hem. Voor gelovigen is God de oorzaak dat er überhaupt iets is en is Hij de bron en onderhouder van het universum, van onze wereld, van jou en mij. Het is God die ons wenkt en het is God in wie wij ons eeuwig thuis zullen vinden.

Het bestaan van God of goden is echter nooit een uitgemaakte zaak geweest. Onder de oude Grieken bestond er een rijke schakering aan standpunten. De oudere sofist Protagoras schreef weemoedig: 'Van de goden kan ik niet weten of ze bestaan, ook niet of ze niet bestaan en evenmin hoe ze eruitzien. Want er zijn vele dingen die dat weten in de weg staan, namelijk de onduidelijkheid hierover en het feit dat een mensenleven zo kort is.' De filosoof Epicurus omarmde een op de ervaring gebaseerde, naturalistische kijk op de wereld en de menselijke samenleving: als er al goden zijn, hebben ze geen belangstelling voor ons, wij hebben geen ziel en de dood is het einde. De atomisten huldigden de intrigerend modern aandoende opvatting dat de basiselementen van het universum eenvoudige, ondeelbare en niet te vernietigen deeltjes zijn en dat elk verschijnsel het gevolg is van willekeurige bewegingen van deze deeltjes die zich aaneensluiten om complexe eenheden in de ruimte te vormen. De goden zelf werden, net als wij, geboren uit louter toeval.

Aan de andere kant pleit een aanzienlijk deel van het westerse gedachtegoed vóór het bestaan van God. Eén zo'n redenering stelt dat er een God moet zijn, omdat er vanaf het begin van het universum een waarneembare, ordelijke keten van oorzaak en gevolg is. Die kan alleen worden verklaard door een eerste oorzaak, een zelfgeschapen wezen dat eenvoudig is. Een andere redenering toont het bestaan van God aan door het feit dat het universum op een doelgerichte manier is geordend, om zo het leven in stand te houden. G.K. Chesterton verwoordde het als volgt: 'Zo kan het vreemd zijn dat een olifant een slurf heeft; maar dat alle olifanten een slurf hebben, lijkt op een complot.' Andere redeneringen zijn gebaseerd op het bestaan van een morele wet, waarvan de oorsprong niet in de natuurlijke wereld kan liggen, of op wonderen, die de macht van de natuur te boven gaan en haar eigen wetten overtreden, iets wat je alleen kunt verklaren door bovennatuurlijk ingrijpen, dat wil dus zeggen: God.

Maar geloof berust niet alleen op logische argumenten. Wanneer gelovigen het domein van het religieuze denken verkennen, opent hun horizon zich - vooral als ze bidden - en wordt het bestaan (de immanentie) van God beslist een mogelijkheid. Via mythe, ritueel en gemeenschap ontvangen gelovigen inspiratie en troost, en een manier van leven die hen naar een ontmoeting met God leidt. Voor de mystici van iedere religie vindt die in het hier en nu plaats. Voor de rest van ons komt die ontmoeting aan het einde van ons leven of aan het einde van de kosmos. Tot in de moderne tijd vormden de overtuigingen van religieuze tradities de voornaamste schatkamer van onze hoop op de hemel en de eenwording met het goddelijke. Daarom kijken we naar die tradities om te leren waarom en hoe die hoop voortdurend wordt vernieuwd.

Tijdens een zomer maakte ik samen met een groep vrienden een trektocht door de bergen. Een paar ezels droegen onze uitrusting en voorraden. Iedere avond stonden we voor de vraag of we ze moesten vastbinden of niet. Als we het wel deden, stonden ze de volgende morgen gelijk klaar, maar hadden ze systematisch alles kaalgevreten wat binnen hun bereik was. Als we hen los lieten lopen, hoorden we vanaf een uur of vier 's morgens geritsel: ze liepen omhoog of omlaag, tussen de bomen door of over het open veld, soms wel een paar kilometer ver, maar altijd naar het oosten, gehoorzaam aan een of andere diepe innerlijke stem. Ze waren op zoek naar het licht dat langzaam over de wereld opgaat.

Wie zichzelf als schepsel van God ziet, zoekt als vanzelf naar het licht en de bron ervan. Het is inderdaad zoals de oude theoloog Longinus schreef: 'Het grote bereik en de speculatie van het menselijke verstand dringt voorbij de grenzen van de materiële wereld en werpt zich naar believen op de eindeloze ruimte.' Maar God zoekt ook naar ons. Mijn broer Bill - met hem wil ik die fles rode wijn drinken - stierf aan een hersentumor. In de laatste maanden van zijn leven kreeg hij vaak van goedbedoelende mensen te horen dat hij naar God ging. Maar in zijn gebed kwam hij iets heel anders op het spoor en hij sprak met verwondering over zijn gevoel dat God naar hem toe kwam. Hij werd niet zozeer op het hoogtepunt van zijn leven weggerukt, maar hij werd benaderd door God, die in zijn leven kwam en hem riep.

We moeten zoeken om te vinden, maar de zoektocht naar God in dit leven om zo na dit leven bij God te komen, kan ontmoedigend zijn. Toch zijn we geroepen. De heilige Augustinus bad: 'Gij hebt ons gemaakt naar U, en ongerust is ons hart totdat het zijn rust vindt in U.' We worden geleid door 'de Geest die van God komt, opdat we zouden weten wat God ons in zijn goedheid heeft geschonken'. Ten slotte: we zijn niet alleen, want in elke geloofstraditie zijn er profeten en heiligen. Mozes leidde zijn volk door de woestijn, Mohammed is het morele voorbeeld voor zijn volk, Siddhartha onderwees de weg en Jezus is de middelaar, die het menselijke en het goddelijke belichaamt.

Welke weg we ook inslaan, we moeten bij het zoeken al onze methoden om kennis te vergaren inzetten: filosofie en theologie, wetenschap en ervaring. Maar wanneer onze gebruikelijke methoden niet volstaan, wenden gelovigen zich tot het geloof en door het geloof reiken we verder dan dit bestaan. Die andere manier van kennen die we dan vinden, is niets minder dan 'samenwerking met de geest van God'.

Ik geef een waarschuwing. De meest omvattende religieuze zoektocht speelt zich niet alleen in ons intellect en in onze ziel af, maar ook in het lichaam en in alles en iedereen die we in ons leven tegenkomen. Te veel geloof is dualistisch: de geest en de ziel zijn van nature zuiver, terwijl het lichaam van nature aangetast is. Toch komen we tot kennis en begrip via ons lichaam, via onze zintuigen en emoties, en de slijtageslag van het leven. Bij de dood laten we ons lichaam achter (voor een poosje of voorgoed), maar we leven ons aardse leven ermee en we moeten de manieren koesteren waarop het ons naar God leidt.

Juist de inspanning om de weg van het geloof te volgen, om God te vinden in het nu en in onze uiteindelijke ontmoeting, versterkt ons vermogen daartoe. Er zijn tijden dat we vol vertrouwen zijn, maar ook tijden dat we in de woestijn verkeren - moe van de wereld, wanhopig. Toch zeggen vele heiligen - Moeder Teresa, Abraham Joshua Heschel, Dietrich Bonhoeffer - dat we trouw kunnen blijven aan de tijden waarin we geloof hebben ervaren, ook als God ver weg lijkt en we Hem niet kunnen vinden. Je doet er goed aan vrede te vinden in je vragen en in je twijfels, in plaats van in pasklare antwoorden, en alert te zijn op sporen van het goddelijke, zonder je verplicht te voelen om iets te bewijzen. De dichter Christian Wiman zegt het als volgt: 'Waarheid woont niet in de leer, maar in de geest die ermee is verbonden, want de geest van God zoekt en schept altijd nieuwe vormen.'

Religieus geloof biedt een weg naar een leven met God, zowel tijdens onze tijd op aarde als na onze dood. We hebben niet alleen met de uitdagingen door het volgen van zo'n weg te maken, maar ook met de grimmige beperkingen van ons aardse bestaan, dat gebonden is door ruimte en tijd. Hoe kunnen we ons een voorstelling maken van iets wat we nooit rechtstreeks hebben ervaren en dat per definitie buiten ons bereik ligt? Iets waarnaar altijd is gezocht, maar dat nooit helemaal is gevonden? Alle informatie die we verzamelen en alle argumenten die we afwegen, zijn niet genoeg om een glimp te kunnen opvangen van wat voorbij dit bestaan ligt. Als we dat al kunnen, dan is het via de alchemie van onze verbeelding.

De auteur John Cornwell vertelde me dat een oude vriend het goddelijke niet zocht in de schepping of de openbaring, maar via het verstaan van het zelf. Hij geloofde dat we geboren worden met de notie van een ideaal 'zelf' dat een hele reeks deugden en kwaliteiten bezit, waarvan we ons bewust zijn dat we er niet aan voldoen. Dit ideale zelf ontspringt aan de verbeelding en is niets minder dan de weerspiegeling van het goddelijke in de wereld. Door creatieve - je zou haast zeggen 'sacrale' - oefening van de verbeelding ontstaat onze ziel.

De werking van de verbeelding is mysterieus. Samuel Taylor Coleridge beschreef de verbeelding als het vermogen om 'tot eenheid te maken', zodat onbewuste elementen in ons bewustzijn boven komen en er een zinvol geheel van gewaarwordingen, taal, geheugen en waarnemingen ontstaat. Moderne mensen zijn gewend de werkelijkheid aan een wetenschappelijke standaard af te meten: een bepaald verschijnsel moet je objectief kunnen verifiëren, bij voorkeur door meting. Maar de verbeelding leidt tot interpretaties als kaarten, poëzie, schilderijen, geloofsbelijdenissen en diagrammen die net zo geldig kunnen zijn. De dynamische verbinding tussen de menselijke geest en het universum komt tot uitdrukking in een figuurlijke taal en voorstelling, symbool en ritueel, en wijst ons op dingen aan gene zijde. De geschiedenis van het geloof in de hemel (en in de hel of de transcendentie) is inderdaad de geschiedenis van onze verbeelding ervan. We zijn de auteurs van een doorlopend verhaal waarvan de conclusie, als die er al is, voorbij onze natuurlijke horizon ligt.

Iemand die creatief is, leeft van de verbeelding. Daarom vroeg ik de schrijver Tobias Wolff (die ik regelmatig spreek, omdat ik met hem getrouwd ben) hoe dit voor hem werkt. Hij klonk stellig: alles wat we denken en doen, is met onze verbeelding verweven, omdat die in ons het vermogen schept om te beslissen wat we gaan doen: met een vriend lunchen, een reis plannen of een verhaal schrijven. Tobias maakt niet het gebruikelijke onderscheid tussen onze verbeelding en ons verstand. Zo'n onderscheid impliceert vaak dat de verbeelding vluchtig is, en niet de vastheid van de concrete, waarneembare werkelijkheid bezit. Wolff wijst erop dat zo'n indeling wel handig is, maar dat onze levenservaring ons iets anders vertelt. Toch begrijpt hij wel dat zo'n onderscheid troostrijk kan zijn: 'Onze verbeelding vertegenwoordigt een potentieel opstandig en oncontroleerbaar deel van je leven en daar zijn sommige mensen bang voor.'

Als je het risico aanvaardt, wenkt het avontuur. De verbeelding biedt een manier om aan de dagelijkse realiteit te ontsnappen, boven onszelf uit te stijgen en ons in onverwachte richtingen te voeren. Wolff beschreef De vreemdeling van Albert Camus als een roman die de auteur helemaal niet van plan was zo te schrijven. Als hij zich in het openbaar uitliet over het boek dat hij aan het schrijven was, beschreef Camus zijn hoofdpersoon Meursault als heldhaftig. Zijn aanstaande executie verwoordde hij op een manier die aan de kruisiging van Jezus deed denken. Maar de Meursault in de roman is een zichzelf rechtvaardigende leugenaar en moordenaar. Deze Meursault is eigenlijk een veel interessanter, complexer personage dan de eenvoudige waarheidsverteller die Camus aanvankelijk beschreef, want juist door die complexiteit wordt de roman groots.

Hoe laat zich dit verschil tussen de bedoeling en het resultaat verklaren? Wolff gelooft dat er 'bij de schepping van kunst iets onverwachts kan gebeuren, als je geluk hebt, namelijk dat je het zelfs beter doet dan je bedoeling was. Je beste werk steekt op de een of andere manier uit boven dat wat je je had voorgesteld.'

Wolff beschouwt de verbeelding echter niet als vanzelfsprekend. 'Die is een gave en gaven kun je niet afdwingen. Ze komen als ze worden gegeven.' Hij gelooft dat de meeste kunstenaars begrijpen dat de verbeelding iets onverklaarbaars heeft en dat je die gave weleens in gevaar kunt brengen als je al te zeer je best doet om te ontdekken waar die vandaan komt. `De beste manier om verbeelding uit te nodigen, is een open en gastvrij hart, en dankbaarheid als ze inderdaad komt. Omdat ze op genade lijkt, snap ik wel waarom mensen haar als een heilige gave beschouwen.' Het is dan ook geen verrassing dat Wolff gelooft dat de verbeelding een weg naar geestelijke ervaring kan zijn.

We kunnen een hogere werkelijkheid omarmen en we kunnen worden geraakt en geïnspireerd door ideeën over de ziel, over God en een hemelse bestemming. Maar we kunnen ze nooit precies beschrijven. Concepten zijn te abstract; zintuigelijke indrukken zijn kortstondig. Met haar symbolische taal kan de verbeelding wel de dingen van hierna aanduiden. Wat we in een wazige spiegel zien, is geen illusie, maar een ander aspect van de werkelijkheid. Maar zoals de psalmdichter schreef, roept de ene diepte naar de andere diepte en door een gedisciplineerde geestelijke oefening, door een toegewijd gebruik van de verbeelding, kunnen we zelf deel krijgen aan die werkelijkheid. Hoe vluchtig die ook is, we kunnen de hoop op eenheid met God in dit leven realiseren als voorsmaak van wat nog komt.

Recensie

door Tsenne Kikke

Waar denken wij aan als we aan de hemel denken? Hoe zou die eruit kunnen zien? Wie of wat zou daar kunnen zijn?

Wolff geeft een overzicht van en reflecteert op ideeën over het hiernamaals in de antieke wereld, het jodendom, het christendom, het hindoeïsme, het boeddhisme en het post-christelijke spiritualisme. Ze interviewt ook aanhangers van een grote verscheidenheid aan geloofsovertuigingen. Ze schrijft met helderheid en stijl, en probeert elke opvatting over de hemel, hoe ver die ook afstaat van haar eigen rooms-katholieke geloof, op haar eigen voorwaarden te begrijpen ... vol met boeiende details.

In deze boeiende culturele geschiedenis waadt Catherine Wolff in de troebele wateren van de hemel, bijna-dood ervaringen en het hiernamaals. Met welsprekende verslaggeving over verschillende culturen en religies, presenteert de auteur haar werk als "een geschiedenis van hoop" en een onderzoek naar "de voortdurende collectieve oefening van de menselijke verbeelding".

Ze beschrijft hoe verschillende geloofsovertuigingen en religies de hemel door de eeuwen heen hebben gedefinieerd, hoe de betekenis van de hemel zich heeft ontwikkeld en hoe niet-religieuze invloeden de hemel hebben beïnvloed, van de Verlichting tot de steeds meer niet-religieuze opvattingen over de hemel vandaag de dag. Wolff kijkt diep in de diverse beschrijvingen van de hemel om te ontdekken wat ze gemeen hebben en wat elke opvatting anders en gedenkwaardig maakt.

Wolff begint met het prehistorische bewijs voor het geloof in wat het 'hiernamaals' genoemd kan worden, of op zijn minst een wereld voorbij de huidige, fysieke wereld. Daarna gaat ze verder met oude religies, waarbij ze zich niet alleen richt op leerstellingen over het leven na de dood (het bekendst in het Oude Egypte), maar ook op poëtische visies op de wereld van de doden, zoals die zijn vastgelegd in werken als de 'Odyssee' en de 'Aeneis'. Als we verder gaan naar het jodendom, weet Wolff op bewonderenswaardige wijze de ambiguïteit van de joodse leerstellingen over het leven na de dood te vangen. Dit vormt het begin van haar lange, gedetailleerde onderzoek naar het christendom, waar ze de opvattingen over het hiernamaals volgt via religieuze figuren (Paulus, Augustinus, Julian of Norwich, Swedenborg, et cetera) en kunstenaars en schrijvers (Dante, Blake, Bunyan), dit alles tegen de achtergrond van de proliferatie van belangrijke religieuze bewegingen zoals de Reformatie.

In het educatieve deel over de Islam merkt Wolff op dat Allah "een almachtige en transcendente maar ook een geïnteresseerde god is, begaan met mensen, in staat om in de geschiedenis te handelen met barmhartigheid en rechtvaardigheid". Het hindoeïsme en het boeddhisme delen een hoofdstuk, waarin de auteur laat zien dat, terwijl het liberale Westen alle religies beschouwt als op weg naar een gemeenschappelijk einde (een vredig hiernamaals), Oosterse religies totaal verschillende opvattingen kunnen hebben over hoe dat uiteindelijke einde eruit kan zien. Het afsluitende deel: "We zullen niet ophouden met verkennen", kijkt naar de toekomst van onze onophoudelijke zoektocht naar betekenis.

Het eindresultaat is 'Hierna', een boeiende, doordachte verkenning van een idee dat centraal staat in onze menselijkheid en ons verlangen om een bestaan na de dood te definiëren.

Kortom: het is een zielsvolle, verreikende inleiding op wat er ons 'Hierna' zou kunnen te wachten staan.

Ook gepubliceerd op onze frontpagina.
 

Koop dit boek bij


Bestellen
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht