ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

De geweldenaars

Originele titel: The violent bear it away

Flannery O'Connor

De geweldenaars Type: Paperback
Uitgever: Kok
Gewicht: 300 gram
Aantal Pagina's: 191
ISBN: 90-435-1858-1
ISBN-13: 978-90-435-1858-1
Categorie: Religieus
Richtprijs: € 15,5

Korte Inhoud


Dat Flannery O'Connor in deze reeks het spits afbijt, mag geen verrassing heten. Haar kleine oeuvre wordt in Amerika tot op de dag van vandaag beschouwd als hoogtepunt in de literaire geschiedenis. In 2009 vond in Rome nog een driedaagse internationale conferentie plaats waarin het werk van deze katholieke schrijfster centraal stond. Kortom: genoeg redenen voor een (hernieuwde) kennismaking.

In 'De geweldenaars' - eerst verschenen in 1960 - kruipen we in de huid van Francis Marion Tarwaters. Deze weesjongen, die door zijn godsdienstfanatieke oudoom is opgevoed, krijgt vlak voor dienst overlijden de opdracht het zwakzinnige kind van een andere oom te dopen. Francis, die zeer geïsoleerd is opgegroeid, gaat als vrij man op weg. Maar het religieuze fanatisme van de oude man blijkt desastreuze gevolgen te hebben.

Uittreksel


Blz. 9: Francis Marion Tarwaters oom was nog maar een halve dag dood toen de jongen al te dronken was om verder te graven aan zijn graf, zodat een neger genaamd Buford Munson, die een kruik kwam laten vullen, het karwei moest afmaken en het lijk, dat nog altijd aan de ontbijttafel zat, moest wegslepen om het een fatsoenlijke christelijke begrafenis te geven, met het teken van zijn Heiland aan het hoofdeinde van het graf en genoeg aarde bovenop om te voorkomen dat de honden het zouden opgraven. Buford was om een uur of twaalf gekomen en toen hij met zonsondergang wegging was de jongen, Tarwater, nog altijd niet terug van het distilleervat.

De oude man was Tarwaters oudoom geweest, dat zei hij tenminste, en voor zover het kind wist hadden ze altijd samengewoond. Zijn oom had gezegd dat hij zeventig jaar was toen hij hem had gered en zijn opvoeding op zich had genomen; toen hij doodging was hij vierentachtig. Tarwater rekende uit dat hijzelf dus veertien moest zijn. Zijn oom had hem rekenen, lezen en schrijven geleerd en geschiedenis, vanaf Adam die uit het paradijs werd verdreven via president Hoover tot aan bespiegelingen over de Wederkomst des Heren en de Dag des Oordeels. Behalve dat hij hem een goede ontwikkeling had gegeven, had hij hem gered uit de handen van zijn enige andere bloedverwant, een oomzegger van de oude Tarwater, een leraar die op dat tijdstip zelf geen kind had en dat van zijn gestorven zuster wilde hebben om groot te brengen volgens zijn eigen ideeën.

De oude man wist uit ervaring wat voor ideeën dat waren. Hij had drie maanden bij zijn neef in huis gewoond in de overtuiging dat deze hem had opgenomen uit naastenliefde, maar hij zei dat hij er achter was gekomen dat het in de verste verte geen naastenliefde was geweest. Al die tijd dat hij daar woonde, was die neef in het geheim bezig geweest een studie van hem te maken.

De neef, die hem in huis had genomen onder het mom van naastenliefde, was tegelijkertijd achterbaks zijn ziel binnengekropen, had hem dingen gevraagd die meer dan één ding betekenden, had valstrikken opgesteld in huis en toegekeken hoe hij daar inliep en uiteindelijk een studie over hem geschreven in een tijdschrift voor leraren. De stank van zijn gedrag was tot in de hemel te ruiken geweest en de Heer Zelf had de oude man gered. Hij had hem een woedeaanval gezonden waarin hem de ogen werden geopend, had hem opgedragen met het weeskind te vluchten naar het afgelegenste deel van het achterland en hem op zodanige wijze groot te brengen dat zijn Verlossing gerechtvaardigd zou zijn. De Heer had hem een lang leven beloofd en hij had het kind onder de neus van de leraar ontvoerd en meegenomen naar Powderhead, het lapje grond in het bos dat hij in eigendom had zolang hij leefde.

De oude man, die zei dat hij profeet was, had de jongen opgevoed in de verwachting dat hij zelf ook door de Heer geroepen zou worden en hem voorbereid op de dag dat hij Zijn stem zou horen. Hij had hem geleerd welke rampen profeten overkomen; die van de wereld komen en onbelangrijk zijn, en die van de Heer komen en de profeet louteren door vuur; want hij was zelf keer op keer door vuur gelouterd. Hij had door vuur geleerd.

Hij was in zijn vroege jeugd geroepen en was op weg gegaan naar de stad om de verwoesting te verkondigen die een wereld wachtte die zijn Heiland had afgezworen. Hij verkondigde vanuit het diepst van zijn razernij dat de wereld de zon zou zien uitbarsten in bloed en vuur en terwijl hij tekeerging en afwachtte kwam zij elke dag op, kalm en ingetogen, alsof niet alleen de wereld maar de Heer Zelf de boodschap van de profeet niet had gehoord. Ze kwam op en ging onder, kwam op en ging onder boven een wereld die van groen in wit veranderde en van groen in wit en van groen weer in wit. Ze kwam op en ging onder en hij gaf de hoop op dat de Heer naar hem geluisterd had. Toen zag hij op een ochtend tot zijn vreugde dat er een vinger van vuur aan haar ontsproot en voordat hij zich kon omdraaien, voordat hij het kon uitschreeuwen, had de vinger hem aangeraakt en was de verwoesting waarop hij gewacht had zijn eigen brein en zijn eigen lichaam ten deel gevallen. Zijn eigen bloed was weggebrand en niet het bloed van de wereld.

Recensie

door Tsenne Kikke
Vlak voor haar véél te vroege dood legde de katholieke Flannery O'Connor (1925-1964) in een brief aan een vriend uit waarom ze bijna altijd over extreme personages schreef en het groteske koesterde: 'Je moet het bestaan dat je beschrijft kunnen beheersen. Daarom schrijf ik over mensen die een beetje primitief zijn.'

Via de geloofsfanaticus, de idioot, of welke freak ook, kan de auteur alle uithoeken van de psyche bereiken. En toch besefte de ervaren en geprezen O'Connor dat het schrijven een mysterieuze bezigheid bleef.

'De geweldenaars' is een herdruk, en het eerste boek in de serie 'Christelijke Klassieken' van de Kampense uitgeverij Kok. De titel verwijst naar Mattheus 11:12: "Sinds de dagen van Johannes de Doper tot nu toe breekt het Koninkrijk der hemelen zich baan met geweld en geweldenaars grijpen ernaar."

De beginzin van 'De Geweldenaars'is ietwat grotesk en bevat meteen een wereld vol duivels in allerlei gedaanten. De jonge Tarwater, op het geïsoleerde platteland religieus gehersenspoeld door zijn oudoom en zelfverklaarde profeet, is getuige van het sterven van zijn opvoeder annex kwelgeest en probeert een graf voor hem te graven. Dat mislukt. Hij drinkt zich laveloos, steekt het huis in brand en vertrekt naar de grote stad. Daar krijgt hij onderdak bij oom Rayber en diens idiote zoon Bishop, 'vijf jaar oud tot in alle eeuwigheid, voorgoed nutteloos'. Ook Rayber, leraar, is nog immer onder de invloed van de oudoom, hoewel hij alles in het werk heeft gesteld om onder de geestelijke dwang van de oude profeet uit te komen.

De worsteling tussen Tarwater en Rayber is fascinerend, niet in de laatste plaats omdat O'Connor een meester is in het effectief veranderen van vertelperspectief, met handhaving van een bescheiden en subtiele alwetende verteller. Dankzij dat technisch vernuft schiet de vertelling van het ene naar het andere uiterste en blijft het verhaal net zo onvoorspelbaar en wispelturig als de ambivalente personages. Niet alleen Rayber heeft een dramatisch en een nuchter ik, zijn tegenspeler Tarwater heeft ook een gespleten ziel. Vanaf zijn geboorte, tijdens een auto-ongeluk, sleept hij een schaduw mee, een onzichtbare vreemdeling/vriend die alleen stem is en hem opjut en aanzet tot moorddadigheid.

Adembenemend is de avondlijke zwerftocht die Tarwater door de stad onderneemt en die eindigt bij de Pinkstergemeente. Die wandeling beschrijft O'Connor vanuit Rayber, die Tarwater schaduwt en beseft dat hij zijn greep op die veertienjarige jongen kwijtraakt, als hij al invloed op hem heeft gehad. Deze stedelijke zwerfscène - die doet denken aan het verhaal 'The Artificial Nigger' in A Good Man is Hard to Find (1955) waarin een grootvader zijn kleinzoon verloochent als die in de puree zit - weerspiegelt de kernsituatie waarin alle O'Connor-personages zitten, of ze nu gelovig of ongelovig zijn: ze zijn stuk voor stuk ontheemd, ontworteld, verdwaald en dolend zonder duidelijk doel voor ogen. Het zijn profeten zonder Christus, blindgangers die visionair denken te zijn, zoals Hazel Mote in O'Connors romandebuut 'Wise Blood' (1952)

Het zijn de passanten in O'Connors vertellingen die vaak indringende dingen zeggen. In 'De geweldenaars' is dat de handelsreiziger in koperen buizen, Meeks, die Tarwater een lift en harde levenslessen geeft. Wérk is de ene wet van het leven, naastenliefde de andere. En die twee wetten zouden de wereld in stand houden. De wereldvreemde en in een totaal isolement opgevoede Tarwater meent de geschiedenis vanaf Adam te kennen, en ook de geschiedenis van zijn oom en diens zoon Bishop. Tarwater heeft één fixatie: hij wil per se de idiote Bishop dopen.

Wat Rayber niet lukte, lukt Tarwater uiteindelijk wel. Maar het dopen loopt uit op doden: Tarwater verdrinkt Bishop. Allebei balanceren ze op het randje van de waanzin, een ziekte die in de familie zit. Rayber heeft ooit een artikel geschreven waarin hij de profetische gekte van zijn oom probeerde te analyseren (de basis van de zogenaamde religieuze roeping van de oudoom wortelt in onzekerheid). Hij weet dat Tarwater een 'Godvergeten achterlijke boerenkinkel' is, maar hij beseft ook dat hij niet genoeg afstand heeft genomen en 'van het hout was waaruit fanatici en gekken zijn gesneden en dat hij zijn noodlot als het ware met louter wilskracht had afgewend.'

Dit aangrijpende verhaal met zijn bizarre karakters, draait volledig rond het sacrament van de doop. Het doet ons zo'n beetje denken aan de film 'Troubled Water'. Ook water en vuur spelen een essentiële rol. Het vuur is puur en verteert de duivel. Het brandende braambos aan het slot spreekt tot Tarwater, die dan weer terug is op de plek waar hij is opgegroeid. Dat vurige bos kondigt een nieuwe tijd aan waarin hij profeteert en weer terugkeert naar de 'donkere stad waar de kinderen Gods lagen te slapen'. Aan de profetische kwelling en gekte is aan het slot van 'De geweldenaars' geen eind gekomen.

Koop dit boek bij


Bestellen
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht