ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Onnoemelijk veelzijdig over de namen van God

Egbert Brink

Onnoemelijk veelzijdig over de namen van God Type: Hardcover
Uitgever: Kok
Gewicht: 235 gram
Aantal Pagina's: 109
ISBN: 90-435-1763-1
ISBN-13: 978-90-435-1763-8
Categorie: Godsbegrip
Richtprijs: € 15,25

Korte Inhoud


De namen van God in de Bijbel zijn niet alle zo bekend, maar wel veelzeggend. Ze vertellen niet slechts hoe Hij heet, maar zeggen veel over wie Hij is en wat Hij doet. Hij heeft zich door de eeuwen heen bij die aloude Godsnamen laten noemen. Door ze aan te reiken geeft Hij houvast in de omgang met Hem. Ze typeren Hem in zijn veelzijdigheid en goddelijk karakter. Tegelijk behoeden ze ons voor karikaturen en eenzijdige voorstellingen.

God is altijd groter dan wij ons kunnen voorstellen. Hij gaat ons verstand te boven en overtreft ons gevoel. Hoogverheven is Hij, maar in zijn namen toch nabij.

Uittreksel


Blz. 9: God vestigt zijn naam

De plaats die de HEER, uw God, zal uitkiezen, om zijn naam te laten wonen - (Deuteronomium 26:2).
In deze tempel immers woont uw naam - (2 Kronieken 20:9).

Naamsbekendheid krijgen is een kunst apart. Bedrijven die expert zijn in het verspreiden van hun naam via zoekmachines, werven hun klanten nog via mond-tot-mondreclame. Naamsbekendheid, daar staat of valt alles mee. Multinationals als Coca Cola en Ikea kunnen niet zonder hun gevestigde naam. Hetzelfde geldt voor kleine ondernemers die behoorlijk moeten investeren om naam te kunnen maken. Als een bedrijf in een bepaalde plaats een filiaal opent, is het bezig zijn naam te vestigen.

Van God wordt gezegd dat Hij zijn naam op aarde heeft gevestigd. Anders gezegd, Hij heeft zijn naam op aarde doen wonen. De Schepper heeft zelf gezorgd voor naamsbekendheid. In het Oude Testament krijgt Gods naam een status aparte. Waar zijn naam woont, daar is Hij zelf aanwezig. Wie aan zijn naam komt, komt aan Hemzelf. En alleen daar waar God zijn naam heeft gevestigd, kan Hij aangeroepen en aanbeden worden.

Naamgeving

In het begin geeft God zelf namen aan alles wat Hij schept. Zo noemt Hij het uitspansel 'hemel', het droge noemt Hij 'land' en het water 'zee' (Gen. 1:7-10). De drie belangrijkste ruimtes die de mens omringen, worden direct benoemd. Vervolgens krijgt de mens als beeld van God de opdracht om de dieren een naam te geven. God vertrouwt hem dat helemaal toe. Want de Schep per sluit Zich aan bij de creativiteit van de mens. Zoals de mens de dieren zou noemen, zo zouden ze heten.

De levende God laat Zichzelf ook door de mens bij name noe¬men. Gaandeweg maakt Hij Zich bekend met zijn unieke naam Jahwe. Maar Hij laat Zich ook kennen in andere benamingen die veelvuldig voorkomen in het Oude Testament. In al die namen laat Hij Zichzelf zien in zijn veelzijdigheid. Want Hij zegt maar niet hoe Hij heet, maar wie Hij is en wat Hij doet. Verschillende van die namen zullen in de volgende hoofdstukken worden belicht: Elohim, Jahwe, Jahwe Sebaot (HEER van de hemelse machten), El Sjaddai (God, de Ontzagwekkende), El Qadosj (God, de Heilige) etc. In de overlevering van de islam heeft Allah 99 namen. De gelovige roept die aan terwijl zijn vingers langs de bolletjes van zijn gebedssnoer glijden. Bij het honderdste bolletje spreekt

hij de naam van Allah uit. Zoveel namen zijn niet bekend bij de God van Israël. Maar er staat wel één naam centraal, en dat is Jahwe. De overige namen verwijzen naar deze unieke naam. In die naam is alles geconcentreerd. Die naam heeft Hij hoogstpersoonlijk tegenover Mozes genoemd (Ex. 3:14).

Zijn naam maakt woning

Bij andere godsdiensten stonden de tempels vol met beelden en afbeeldingen. Bij de Israëlieten was de tempel leeg. Dat was niet zomaar. God laat zijn naam wonen op de plaats die Hij kiest. Dergelijke uitdrukkingen komen in heel het Oude Testament naar voren (Deut. 12:11; 16:5; 16:11; 2 Kon. 23:27; Neh. 1:9; Jes. 18:7; Jer. 7:12). Er is God blijkbaar veel gelegen aan zijn naam. Gods naam is zijn tegenwoordigheid op aarde, zoals Hij Zich naar de mensen toekeert. Waar zijn naam klinkt, daar is Hij zelf aanwezig. Waar Gods naam woont, daar maakt Hij Zichzelf kenbaar en laat Hij van Zich spreken. Daar geeft Hij openbaringen van vroeger door en schenkt Hij eveneens nieuwe openbaringen. De gedachte erachter is dat God als het ware uit de hemel neerdaalt en Zich ter plekke manifesteert. Dat kan in de tabernakel zijn of later in de tempel, waar alles spreekt van Hem. Geen enkele plaats daarvoor is blijvend, omdat ook Gods aanwezigheid in de tempel afhankelijk is van zijn keuze. Hij pint Zich niet vast aan een plaats, maar verbindt een plaats aan zijn naam. In zijn naamgeving en plaatsbepaling geeft God houvast aan Zichzelf. Hij wil bij zijn naam worden genoemd en gekend.

Als God zijn naam vestigt, verdrijft Hij de namen van andere goden. Hij tolereert niet dat die namen aan plaatsen blijven gekoppeld. Het kwam veel voor dat plaatsen genoemd werden naar de afzonderlijke goden die er werden gediend (Baäl¬Peor etc.). Als God in het beloofde land een bijzondere plaats kiest om zijn naam te vestigen, verdraagt zich dat niet met de (plaats)namen van afgoden. Vandaar de opdracht om de namen van de goden ter plekke uit te roeien, zodat de herinnering verdwijnt (Deut. 12:3). Waar Gods naam woont, is geen ruimte voor andere goden. God wil alle ruimte creëren voor Zichzelf en komt op voor zijn naam. Er kan er maar één echt God zijn.

Recensie

door Tsenne Kikke
God laat zich kennen in zijn vele namen. In de Bijbel stelt God zich voor met verschillende namen: Elohim, Jahwe, Jahwe Qana, El Sjaddai, Jahwe Zebaoth, Kurios, enzovoorts. De namen laten diverse aspecten zien van één en dezelfde God. In wezen: eerder menselijke aspecten dan goddelijke - of, goddelijke, vertaald in mensentaal. De auteur maakt - vanuit zijn predikant zijn - een vertaalslag naar nu, naar wat mensen in deze tijd bezighoudt.

Egbert Brink, predikant in de gereformeerd-vrijgemaakte kerk van Waddinxveen, hield in het najaar van 2008 in zijn gemeente tien preken over de namen van God. Die preken zijn in dit boek gebundeld. De namen van God vertellen niet alleen hoe God heet, maar zeggen ook wie Hij is en wat Hij doet. Hij, God, Jahwe is de Levende, die Zich door zijn schepsel bij naam laat noemen. Hij geeft Zichzelf, is van de partij, nadrukkelijk en actief aanwezig, en Zijn trouw krijgt in de Bijbel telkens een nieuw gezicht. Maar God is ook gebrand op Zijn eer, Hij is passievol en eergevoelig, Hij is de Afgunstige en de Ontzagwekkende (in deze vijfde preek is de auteur actueel en pastoraal). God is ook de Heilige, die berouw kent, een geduchte tegenstander voor Zijn vijanden. In een slothoofdstuk behandelt de auteur Jezus Christus, die de naam boven alle naam krijgt.

Het boek, gedragen van toon, is eerder bedoeld voor oudere gelovigen.
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht