ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

De liefde is van iedereen

Originele titel: On n'empêche pas ub petit coeur d'aimer

Claire Castillon

De liefde is van iedereen Type: Paperback
Uitgever: Ambo | Anthos
Gewicht: Onbekend
Aantal Pagina's: 146
ISBN: 90-414-1315-4
ISBN-13: 978-90-414-1315-4
Categorie: Drama
Richtprijs: € 16,95

Korte Inhoud


In haar nieuwe verhalenbundel 'De liefde is van iedereen' onderzoekt Claire Castillon liefdesverhoudingen tussen mannen en vrouwen, in alle gedaantes - van jaloezie tot blinde passie, van egoïsme tot frigiditeit. Castillon schrijft over de donkerder aspecten van de liefde die we allemaal kennen, maar waar we vaak liever niet over praten. Zo is er de vrouw die denkt dat haar man hard werkt om voor haar te kunnen zorgen. Nadat ze ontdekt dat hij een ander heeft, eindigt ze als een prevelende zwerfster op het station. Zijn er de bekentenissen van een getrouwde man aan een twintig jaar oudere vrouw - niet de zijne. En is er de liefde tussen een broer en zus, die per brief ruziën over een erfenis.

De kracht van Castillon's verhalen schuilt in de manier waarop ze de wreedheid in menselijke verhoudingen in een droge, haast achteloze stijl analyseert, en draaglijk maakt door haar milde humor.

Uittreksel


Blz. 9 : de liefde is van iedereen

Ze stopt liefdesbriefjes, soms lekkernijen, onder de mouw van een trui, in de schouder van een vest. In zijn sokken schuift ze zinnen en tederheden die ze van dichters pikt, of uit stuiversromans.

Maar vandaag heeft ze zich jammer genoeg laten opjutten; zoals elke keer was ze bang dat ze tijd te kort zou komen. Terwijl ze, als ze een beetje haast had gemaakt, zijn overhemd met die geplisseerde borstzak had kunnen strijken. Ze weet dat hij daar heel dol op is, hij heeft het mee teruggebracht uit Nice. Ze houdt altijd van de warme stoomlucht. En als de strijkzool naar voren glijdt, langs de knoopsgaten, denkt ze aan een spoorweg. Als ze per ongeluk een stukje stof glimmend strijkt, denkt ze aan een treinramp. Jammer, misgelopen. Ze is te vroeg vertrokken. Ze haast zich. Ze houdt ervan op zijn trein te wachten, als hij naar haar toe komt rijden, en aan te komen voordat het nummer of de letter van het spoor bekend wordt gemaakt.

Ze gaat onder het bord staan, met zijn koffer in haar hand, de koffer die ze hem terug gaat geven voordat ze de andere koffer aanneemt, in haar andere hand, met daarin zijn vuile wasgoed, zijn afgelopen schoenen, en hotelzeepjes, talkpoeder, lucifers, cadeautjes, schatten die hij voor haar mee terugbrengt.

`Er zitten dingetjes in het onderste vak: zegt hij met een glimlach, en hij kust haar om er weer vandoor te gaan, vlug als een vlinder. Zo kan ze degenen die haar beklagen bewijzen dat hij van haar houdt.

Hij werkt de hele tijd. Ze zien elkaar op perrons, tussen twee treinen. Ze komt haar man even zien en onopvallend van koffer wisselen. De mensen vragen zich vast af wat voor verboden waar erin kan zitten. Hun liefde? Hun vruchteloze liefde. Ooit zal hij langer blijven. Zegt hij. Gelooft ze. Want hij is haar man, haar voorname, soms verstrooide minnaar. Haar geliefde, ze houdt van hem. Wat maakt het uit als hij, te vaak, niet de moeite neemt om terug naar huis te komen, wat maakt het uit als hij zich nu, vooral de afgelopen maanden, van stad tot stad rept? Als hij in de trein stapt en zij alleen terug moet, zwaait ze en dan loopt ze weg, met in haar hoofd het nummer van zijn zitplaats. Rijtuig acht, stoel zevenendertig. Ze knijpt zevenendertig keer haar hand met de bagage erin samen, en knippert acht keer met haar ogen.

Ze wacht op zijn telefoontje. Hij zegt hoe laat zijn trein aankomt, op welk station, waarvandaan, of waarheen; als hij zich vergist is het paniek. Het is wel eens gebeurd dat hij een dienstregeling doorgaf en dat zij zich vergiste, of hij, de liefde is van iedereen
dat doet er niet zo toe. Je wordt kwaad, haast je, loopt elkaar bijna mis. Ze rent achter de trein aan die al is gaan rijden, haar armen hoog uitgestrekt alsof ze de zon wil raken, om zijn bagage omhoog te hijsen, een glimlach te oogsten. Daarna zijn boeltje, opengebarsten. Het wasgoed verspreid. De koffer kapot. Ze raapt suikerzakjes, tandenstokers en bakjes honing of jam, op het perron of tussen het spoor gevallen. Ze weet dat hij zal bellen, wat jammer, de Delsey was de stevigste. Is hij echt uit elkaar geklapt? Zal ze hem kunnen repareren? Thuis hoort ze een koffer rollen. Zodra ze de huiskamer ingaat dempt het dikke tapijt alle geluiden, maar als ze door de gang of de slaapkamer loopt, klinkt plotseling tussen elke houten plank een wieltjesgeluid. Om in slaap te vallen denkt ze dan, opgerold in een stoel, met haar wang op de armleuning, aan haar toekomst, de volgende bestemming. Bij wijze van diner eet ze met lange tanden een dubbele boterham, hij smaakt naar de boterhammen die zij niet eet, maar die haar man afschuwelijk zegt te vinden.

Hij kon niet thuiskomen voor kerst. In een onderbroek, onder in een schoen, heeft ze een strandsteentje gestopt dat ze uit Étretat had meegebracht, hij heeft haar daar mee naartoe genomen toen ze elkaar hadden ontmoet. Hij heeft er niets over gezegd, maar ze weet dat hij het heeft gezien.

Ze bedenkt wat een geluk ze heeft, om zo krachtig lief te hebben. Ze zegt bij zichzelf dat de vrouwen in de wijk die 's avonds of 's zondags gezelschap hebben, er niet hetzelfde plezier in scheppen om te wassen en te strijken.

Recensie

door Tsenne Kikke
Drieëntwintig wrange verhalen, waarin Castillon - na haar bundel 'Insect' over een moeder-dochterrelatie - opnieuw haar anti-romantische visie op het menselijke liefdesleven kernachtig etaleert. Soms onverbloemd navrant: de oudere man die de jongere vrouw de deur wijst ("Hartenbreker") of de dochter die haar vader verleidt ("Een beetje gestoord"), soms karikaturaal aangezet: de gemuilkorfde vrouw ("Verdriet moet je doden"), of de dans van moeder en zoon ("Prijsdieren").

Ongelijkwaardige verhoudingen en aberraties, ze zijn er in soorten en maten: afhankelijkheid, vernedering, ontrouw, incest, en wat dies meer zij. Oorzaken en omstandigheden mogen verschillen, de effecten zijn evenredig schadelijk. Deze staalkaart illustreert dat nog maar eens hard en scherp
- Menno Gnodde -

Aan Castillon heeft Frankrijk een met vitriool overgoten versie van Simone de Beauvoir. Compromisloos schrijft ze zonder mededogen over relaties tussen familieleden en geliefden, op een manier die in de toneelstukken van Shakespeare en Sofocles alleen maar doden oogst aan het eind.

Want,wat Castillon doet, is net als voornoemde schrijvers elke emotie ontdoen van de plichtplegingen waarmee die in de moderne beschaving worden omwikkeld, en haar personages alles zonder enige restrictie laten uitspreken of denken.

Wat dan overblijft is de rauwe realiteit, verstoken van gedragsregels, en zie daarna maar weer eens de zaken te lijmen. Mensen kunnen elkaar tot in het diepst van hun ziel haten, en de familiebanden die hen naar elkaar toe blijft drijven of de loden last van de echtelijke plicht, brengt ze soms op de rand van waanzin.

Er staan veel waanzinnige dingen in deze verhalenbundel van Castillon, die ijzersterk aftrapt met een kort verhaal over een vrouw die zich inbeeldt dat haar rondreizende man beslist van haar houdt.

De lezer weet al na drie regels dat de dame in kwestie zich weldadig gesetteld heeft in een illusie. Castillon lijkt hiermee alle hoopvolle dames op een nijdige hoop te vegen die uit gemakzucht, angst voor alleen zijn of uit pure domheid aan hun man blijven hangen.

Maar ook de vrouw als tiran wordt genadeloos door Castillon afgebrand. De vernietigende kracht van twee mensen die samen door het leven moeten, wordt door haar soms subtiel tussen de regels door geschetst, dan weer met trefzeker vals proza.

En de onvergetelijke plottwist uit de bundel Insect, waarbij een moeder één van haar twee kinderen uit de rijdende auto smijt ("Ik zei toch dat ik maar één kind wilde?") wordt door Castillon in "De liefde is van iedereen" wreed geëvenaard met een verziekte relatie tussen een moeder en haar zoon.

Wel is te concluderen dat Castillon over het algemeen een tikje minder subtiel te werk is gegaan dan in Insect. Ze is meeslepend, angstaanjagend, vermakelijk, soms echt briljant.

Maar de strekking van deze bundel is dat ze vinniger uithaalt om psychologisch minder sterke lading te compenseren, en zich ook enkele keren gemakzuchtig bedient van een slotregel als een mokerslag.

De liefde is van iedereen, dat is zeker, maar onder iedereen bevinden zich ook monsters - het slag monsters waar Castillon een speciaal oog voor heeft ontwikkeld en met vilein aandoende pret aan stukken scheurt.
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht