ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Hadrianus - De rusteloze keizer

Originele titel: Hadrian and the Triumph of Rome

Anthony Everitt

Hadrianus - De rusteloze keizer Type: Paperback
Uitgever: Ambo
Gewicht: 685 gram
Aantal Pagina's: 448
ISBN: 90-2632-276-3
ISBN-13: 978-90-2632-276-1
Categorie: Oude Beschavingen
Richtprijs: € 29,95

Korte Inhoud


Hadrianus (76-138) wordt beschouwd als een van de belangrijkste Romeinse keizers. Hij heerste over het Romeinse rijk toen het op zijn hoogtepunt was. Hij was slim en tactisch; hij wist dat verdere uitbreiding van het grondgebied zich op den duur tegen het Romeinse rijk zou keren en dat het uiteindelijk ineen zou kunnen storten. Meer dan enig andere keizer hield Hadrianus van poëzie en filosofie.

Hij maakte de Romeinen vertrouwd met de Griekse kunst en wetenschap, en hij reisde door het hele Romeinse rijk, dat zich in zijn tijd uitstrekte van Spanje tot Turkije en van de Zwarte Zee tot Marokko. Hij liet imposante bouwwerken na, waaronder 'zijn' Villa Adriana in Tivoli en de beroemde Muur van Hadrianus in Noord-Engeland.

In deze biografie schetst Anthony Everitt de chaotische tijd waarin Hadrianus heerste, maar schrijft ook over zijn woelige privéleven: over het ongelukkige en kinderloze huwelijk met Sabina en zijn gedoemde relatie met de jonge Griek Antinoüs, de liefde van zijn leven. Op basis van nieuw, recent ontdekt archeologisch materiaal werpt Everitt een nieuw licht op een van de meest charismatische figuren uit de klassieke geschiedenis.

Uittreksel


Blz. 191 - De Joden waren de vernietiging van Jeruzalem in opdracht van Titus nooit vergeten. Verspreid in het oostelijke Middellandse Zeegebied bewoonden ze nu grote bloeiende nederzettingen te midden van Griekssprekende buren. Helaas konden de gemeenschappen het meestal onderling heel slecht met elkaar vinden en ontstonden er geregeld ruzies waaraan beide kanten in belangrijke mate schuld hadden.

Veel Joden bleven bitter gestemd tegenover de Romeinse onderdrukkers en minachtten de heidense omgeving waarin ze moesten wonen. Ze hadden vooral een grote hekel aan de fiscus judaicus die Titus na de bloedige afloop van het beleg van Jeruzalem in 70 had ingesteld. Nerva had de toepassing ervan beperkt tot religieuze Joden, maar het was nog steeds een bron van ergernis.

In 115 kwamen de Joden in Cyrene in opstand en in de loop van het volgende jaar breidde het verzet zich uit tot Alexandrië, waar ongeveer 15.000 Joden woonden, en tot het eiland Cyprus. Het is niet duidelijk wat de vlam in de pan deed slaan; het is niet ondenkbaar dat de Parthen de Joden ophitsten om de Romeinse aanvoerlijnen van de legioenen in het oosten af te snijden, maar anti-Romeins nationalisme kan op zich ook hebben volstaan. Messianistisch vuur kan ook een rol hebben gespeeld, want de Joodse leider in Libië, ene Lukuas, werd door zijn geloofsgenoten tot koning uitgeroepen.

Dio schetst een portret van de Joden als wrede monsters. De Joden, zo beweert hij, eten het vlees van hun slachtoffers, maken van hun ingewanden gordels voor zichzelf, smeren zich in met hun bloed en dragen hun huid als kleding. Ze zaagden er velen doormidden, van het hoofd af naar beneden; anderen voerden ze aan wilde beesten [in de arena] en weer anderen dwongen ze om als gladiator te vechten.

We hoeven niet veel waarde te hechten aan deze antisemitische fantasieën, maar het lijdt geen twijfel dat gewone mensen zowel in de steden als op het platteland hierdoor voor hun leven gingen vrezen, zoals blijkt uit papyri die onder het zand van woestijnen zijn ontdekt. Een mistroostige plaatselijke correspondent noteerde: 'De enige hoop en verwachting die ons nog resteerde was een aanval van ons dorp op de heidense Joden - maar nu is het tegengestelde gebeurd. Want op de twintigste [?] vielen we hen aan en werden verslagen, hoewel velen van hen gedood werden. Een andere strategos verontschuldigde zich bij de prefect van Egypte omdat hij zijn post had verlaten: 'Mijn zaken beginnen niet alleen als gevolg van mijn langdurige afwezigheid tot een complete chaos te verworden, maar ook doordat ongeveer alles wat ik in de dorpen van Hermopolis en in de metropolis bezit als gevolg van de aanval van de heidense Joden herstelling door mij behoeft.'

Dat de Joden uitzinnig tekeergingen staat buiten kijf, maar hun doelstellingen zijn in mysterie gehuld. Hoopten ze serieus dat ze de Romeinse bezetters konden verdrijven of dat ze de inheemse volken waar ze tussen woonden permanent zouden kunnen onderdrukken? We kunnen slechts vermoeden dat het om een spontane opstand ging. Er lag geen strategisch plan aan ten grondslag, het betrof eenvoudigweg een hevig dorsten naar wraakneming op een onrechtvaardige wereld. In Cyrene werden duizenden niet-Joden afgeslacht en werden tempels verwoest. Op Cyprus viel ook een groot aantal doden en de belangrijke stad Salamis werd grondig verwoest. In Mesopotamië bevond zich nog altijd een Joodse gemeenschap van enige omvang; Trajanus twijfelde aan de loyaliteit van de Joden hier en gaf zijn rechterhand, de vervaarlijke Lusius Quietus, de opdracht om ze 'op te ruimen' uit de provincie. Quietus kweet zich van zijn opdracht door zonder omwegen een bloedbad aan te richten.

Sommige legioenen werden aan Mesopotamië onttrokken om de crisis onder de bekwame leiding van Quintus Marcius Turbo tegemoet te treden en de burgers bij te staan. Met nogal wat inspanning en de grootst mogelijke wreedheid werden de opstandige gebieden gepacificeerd. In Alexandrië waren de Romeinen gedwongen een geregelde veldslag aan te gaan. Pas in 117 was het gedaan met de troebelen. Voor de Joodse diaspora was de afloop catastrofaal. Joden werden uit Cyprus verbannen (een maatregel die een eeuw later nog steeds gold); blijkbaar verdwenen ze in deze periode ook van het platteland in Egypte en Cyrene, en ook grotendeels uit Alexandrië.

Wat Trajanus betrof was de Joodse opstand al erg genoeg, maar hij zou met nog ernstiger verzet te maken krijgen. Toen hij in Babylon aankwam, vernam hij dat er een opstand was uitgebroken in alle gebieden die hij had veroverd. Legioenen werden alle richtingen uitgestuurd om de crisis te lijf te gaan. Er waren drie arena's: Armenië, Mesopotamië en Babylonië. De Armeniërs hadden een vervanger gevonden voor Parthamasiris, een neef van de koning der koningen, en hoewel die sneuvelde in de strijd tegen de Romeinen nam zijn zoon het stokje van hem over, en met goed gevolg. Vanuit een militair machtige positie verzocht hij de Romeinse commandant om een wapenstilstand, en kreeg die ook. Vervolgens stond Trajanus hem een deel van Armenië toe, in ruil voor een vredesakkoord. Het is maar al te duidelijk dat de keizer zijn hand had overspeeld en niet over voldoende strijdkrachten beschikte om zijn gemakkelijke veroveringen veilig te stellen.

Een andere generaal werd in Mesopotamië verslagen en gedood, maar Lusius Quietus heroverde een aantal steden in deze provincie (en slachtte nog meer Joden af), met inbegrip van de hoofdstad van Oshroene (want Abgarus en zijn charmante zoon waren van kamp verwisseld).

Uiteindelijk werd in het zuiden de bloeiende metropool Seleucia, aan de Mesopotamische kant van de Tigris, geplunderd en behaalden de Romeinen, door Trajanus persoonlijk aangevoerd, een grote overwinning bij een veldslag buiten Ctesiphon. Toch had de keizer wel oog voor de realiteit. Hij besloot om zijn verliezen te beperken en zich in ieder geval tijdelijk terug te trekken uit de nieuw veroverde gebieden, en om een vernederende nederlaag als een overwinning te presenteren.

In 117 slaagden de Romeinen erin een ander lid van de Arsacidenclan op te duikelen, ene Parthemaspates, die ze uitnodigden om op de Parthische troon plaats te nemen. Er kwam omkoperij aan te pas om hem tot deze riskante promotie te bewegen. Vanaf een hoog podium dat was opgetrokken op een vlakte niet ver van de Parthische winterhoofdstad sprak de keizer een grote menigte Romeinen en Parthen toe en beschreef 'in hoogdravende bewoordingen' wat hij allemaal had bereikt. De prins ging voor Trajanus op de grond liggen, die hem het koninklijk diadeem op het hoofd zette.

Recensie

door Tsenne Kikke
Het schrijven van een biografie over Hadrianus beloofde een ondankbare taak te worden. Was het bestaande materiaal voldoende om er een heel boek uit te kunnen persen? Met een zucht van verlichting maakte de historicus om deze reden plaats voor de schrijver in hemzelf van een historische roman met inhoud.

Geschiedkundig gezien is het een prachtige aanvulling op de reeds verschenen werken over Hadrianus. We hebben er zelfs een nieuwsberichtje aan besteed. Hier is de link.
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht