ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Wat als de markt faalt ?

Originele titel: How markets fail

John Cassidy

Wat als de markt faalt ? Type: Paperback
Uitgever: Ambo | Anthos
Gewicht: 640 gram
Aantal Pagina's: 428
ISBN: 90-263-2163-5
ISBN-13: 978-90-263-2163-4
Categorie: Financieel beheer
Richtprijs: € 29,95

Korte Inhoud


Ondanks de dramatische verhalen over faillissementen, groeiende werkloosheid en kapitalistische hebzucht bleven we geloven in optimistische modellen over marktwerking en rationeel economisch keuzegedrag. Maar wat als de markt faalt?

In zijn scherpzinnige boek beschrijft John Cassidy de invloed van het utopisch denken in de economie - een denken dat blind is voor het handelen van mensen van vlees en bloed, en dat de ogen sluit voor de rampzalige neveneffecten van een ongereguleerde vrije markt.

Cassidy laat zien hoe in een wereld van globale verbondenheid rationele gedragspatronen en motieven, zoals jaloezie, hebzucht en overmoed, leiden tot mondiale economische problemen - van piekende olieprijzen en een onbeheersbare huizenmarkt tot graaigedrag van ceo's

Uittreksel


Blz. 9: Inleiding

"Ik ben geschokt, geschokt, nu ik merk dat hier gegokt wordt!" - Claude Rains als kapitein Renault in Casablanca

De oude man zag er grauw en afgetobd uit. Tijdens de bijna twintig jaar dat hij als voorzitter van de Federal Reserve, het stelsel van centrale banken van de Verenigde Staten, toezicht had gehouden op het Amerikaanse financiële stelsel, hadden Congresleden, ministers en zelfs presidenten hem behandeld met een welhaast kruiperige eerbied. Op deze ochtend - 23 oktober 2008 - was Man Greenspan, die in januari 2006 afscheid had genomen van de Fed, weliswaar terug op Capitol Hill, maar onder omstandigheden die totaal anders waren. Sinds in de zomer van 2007 de markt voor subprime-hypotheken was ingestort, waarbij veel financiële instellingen bleven zitten met activa die op papier tot dan toe tientallen miljarden dollars waard waren geweest maar die nu onverkoopbaar waren, had het Democratische congreslid Henry Waxman, voorzitter van de Commissie voor Toezicht en Overheidshervorming van het Huis van Afgevaardigden, een reeks op tv uitgezonden hoorzittingen georganiseerd. Tal van topmannen van Wall Street, functionarissen uit de hypotheekbranche, directeuren van kredietbeoordelingsbureaus (rating agencies) en toezichthouders werden opgeroepen. Nu was Greenspan aan de beurt om plaats te nemen in de getuigenbank.

Waxman en veel andere Amerikanen zochten iemand die ze de schuld konden geven. Meer dan een maand na de ondergang van Lehman Brothers, een zakenbank op Wall Street die een aanzienlijke hoeveelheid hypotheken bezat, waren de financiële markten geteisterd door een paniekgolf van ongekende proporties. Geconfronteerd met de dreigende ineenstorting van de American International Group, de grootste verzekeringsmaatschappij van de Verenigde Staten, had Ben Bernanke, de vriendelijke opvolger van Greenspan als hoofd van de Fed, toestemming gegeven de onderneming een noodkrediet van 85 miljard dollar te verlenen. Toezichthouders van de federale regering hadden Washington Mutual, een grote hypotheekverstrekker, overgenomen om vervolgens het grootste deel van diens activa te verkopen aan JPMorgan Chase. Wells Fargo, de zesde bank van het land, had Wachovia gered, dat tot dan toe op de vierde plaats had gestaan. Er deden allerlei geruchten de ronde over de soliditeit van andere financiële instellingen, zoals Citigroup, Morgan Stanley en zelfs het machtige Goldman Sachs.

Terwijl ze zagen hoe dit alles zich voltrok hielden de Amerikanen de hand op de knip. De verkoop van auto's, meubels, kleding en zelfs boeken stortte in, waardoor de economie in een neerwaartse spiraal terechtkwam. In een poging de stabiliteit van het financiële systeem te herstellen verkregen Bernanke en minister van Financiën Hank Paulson van het Congres de bevoegdheid 700 miljard dollar aan belastinggeld te spenderen aan een reddingsoperatie ten behoeve van de banken. Oorspronkelijk was hun plan slechte hypotheken van de banken te kopen, maar halverwege oktober, toen de financiële paniek steeds groter werd, verlegden zij hun koers en kozen zij ervoor de banken rechtstreeks 250 miljard dollar te geven om hun vermogen te versterken. Dit besluit bracht de markt enigszins tot bedaren, maar de gebeurtenissen volgden elkaar zo snel op dat weinigen nadachten over de vraag wat dit nu eigenlijk betekende: na acht jaar de lof te hebben gezongen van de vrije markt, belastingverlaging en een kleine overheid, veranderde de regering-Bush het ministerie van Financiën in de mede-eigenaar en borg van elke grote Amerikaanse bank. In haar streven de crisis te beheersen besloot de regering tegen wil en dank tot de grootste uitbreiding van staatsinterventie sinds de jaren dertig van de twintigste eeuw. (Andere regeringen, waaronder die van Groot-Brittannië, Ierland en Frankrijk, namen soortgelijke beslissingen.)

'Dr. Greenspan,' begon Waxman, 'u was de langst dienende president van de Federal Reserve uit de geschiedenis, en gedurende deze periode was u wellicht de grootste voorstander van deregulering van onze financiële markten. [ ...] U bent een fervent pleitbezorger geweest van de zelfregulering van de markten. Laat me enkele van uw uitspraken uit het verleden citeren.' Waxman las voor uit zijn aantekeningen: 'Er is niets dat overheidsregulering superieur maakt ten opzichte van marktregulering.' `Er lijkt geen behoefte te zijn aan overheidsregulering van derivatentransacties die buiten de beurs om plaatsvinden.' 'We geloven niet dat er beleid bestaat dat deze overheidsinterventie rechtvaardigt.' Greenspan, die als altijd gekleed was in een donker pak met stropdas, luisterde rustig. Zijn gezicht vertoonde diepe groeven. Zijn kin rustte op zijn borst. Hij zag er echt uit als iemand van tweeëntachtig. Toen Waxman klaar was met het citeren van Greenspan, richtte hij zich tot hem en zei: 'Mijn vraag aan u is simpel: vergiste u zich?'

`Gedeeltelijk,' antwoordde Greenspan. Hij ging verder: 'Ik vergiste me in zoverre dat ik veronderstelde dat het eigenbelang van organisaties, in het bijzonder banken, zodanig was dat zij het beste in staat waren om hun eigen aandeelhouders en het in de bedrijven geïnvesteerde vermogen te beschermen. [...] Het probleem hier is dat iets dat een heel solide gebouw leek, en dat inderdaad een essentiële pijler van het marktmechanisme en de vrije markten scheen te zijn, toch instortte. Ik denk dat dit, zoals gezegd, voor mij een grote schok was. Ik begrijp nog steeds niet helemaal waarom het gebeurde en uiteraard zal ik, voor zover ik erachter kom wat er gebeurde en waarom, mijn inzichten aanpassen.'

Waxman, wiens populistische neigingen in tegenspraak lijken met het feit dat hij een van de rijkste kiesdistricten vertegenwoordigt - Beverly Hills, Bel Air, Malibu - vroeg Greenspan of hij zich op een of andere manier persoonlijk verantwoordelijk voelde voor wat er was gebeurd. Greenspan antwoordde niet onmiddellijk. Waxman keek opnieuw in zijn aantekeningen en begon weer voor te lezen: 'Ik houd er geen ideologie op na. Ik ben van mening dat vrije, competitieve markten het ongeëvenaarde middel vormen om economieën te organiseren. We hebben regelgeving geprobeerd. In geen enkel geval leverde dat noemenswaardige resultaten op.' Waxman keek Greenspan aan. 'Dat was een citaat van u,' zei hij. 'IJ had het gezag om de onverantwoordelijke leenpraktijken, die leidden tot de subprime-hypothekencrisis, te voorkomen. Anderen hebben u geadviseerd dat te doen. Nu betaalt onze hele economie de prijs hiervoor. Heeft u het idee dat uw ideologie u gedwongen heeft beslissingen te nemen waarvan u gewild had dat u ze niet had genomen?'

Recensie

door Tsenne Kikke
Het doel van de schrijver, een journalist die is verbonden aan The New Yorker, is het blootleggen van de economie die de financiële crises in de laatste decennia heeft veroorzaakt, om te verklaren hoe het rationele nastreven van eigenbelang, dat de basis vormt van de vrije markteconomie, die crises telkenmale heeft veroorzaakt en deze nog steeds laat voortduren. De illusies van harmonie en stabiliteit worden door het marktfalen van de vrije markt ideologie door de schrijver helder en goed onderbouwd aan de kaak gesteld. Economen, al dan niet in spe, en beleidsmakers in de financieel-economische wereld moeten tenminste kennis nemen van dit andere geluid. Met literatuurverwijzingen in een groot aantal eindnoten en een register op namen en onderwerpen.

- Drs. W.G. Petersen -

'Wat als de markt faalt? De kracht van het irrationele in de economie' heeft een zeer actueel onderwerp, namelijk de recente bankencrisis. De Amerikaanse wetenschapsjournalist (The New Yorker) en publicist John Cassidy beschrijft in dit goed leesbare boek de oorzaken van de financiële crisis. Zij liggen volgens Cassidy dieper dan alleen maar tekort schietende toezichthouders of hebzuchtige bankiers. Hij gaat daarvoor terug tot de wortels van de economische wetenschap en laat zien dat de diepere oorzaak gelegen is in een blind geloof in de theorie van de vrije markt.

Met 'Wat als de markt faalt?' met als ondertitel 'De kracht van het irrationele in de economie' van John Cassidy krijg je eigenlijk drie boeken voor de prijs van één. Een inleiding in de standaardeconomie, een overzicht van alternatieve verklaringen voor economisch gedrag en een chronologische beschrijving van de huidige financiële crisis en het ontstaan daarvan.

Het eerste deel van dit boek heeft de suggestieve titel 'Utopische Economie' en vormt een korte inleiding in het ontstaan van de economische wetenschap. In een vlotte stijl, 'Wat als de markt faalt?' is bijna geschreven als een spannende detective, neemt Cassidy ons mee van Adam Smith de 'vader van de economie' en de ontdekker van de 'onzichtbare hand', via Marshall, Wallras en andere bekende economen naar uiteindelijk Milton Friedman en Robert Lucas. In dit deel laat hij zien dat de markt in veel gevallen een nuttig sturingsmechanisme is, maar dat het dogma van de vrije markt uiteindelijk niet veel meer is dan een ideologie die bewust door rechtse denktanks is gepromoot om overheidsinvloed terug te dringen. Ondanks overweldigend bewijs van het falen van de markt op vele terreinen bleken beleidsmakers overal ter wereld gevoelig voor de lofzang op de vrije markt. En dat terwijl het overduidelijk is dat de markt geen rekening houdt met belangrijke zaken als duurzaamheid, rechtvaardigheid, maatschappelijke kosten, collectieve behoeften, de belangen van toekomstige generaties, mensenrechten, et cetera, et cetera.

Het tweede deel van het boek: onder de titel 'Werkelijkheid Gerelateerde Economie' biedt ons een fraaie maar op het eerste gezicht enigszins onsamenhangende verzameling van bekende en minder bekende critici van de standaard economie. Cassidy gaat hier onder meer in op speculatieve zeepbellen, economische psychologie, speltheorie, kuddegedrag en rationele irrationaliteit. (het rationele gedrag van individuen dat voor de collectiviteit ongewenst uitpakt).

Deel drie: 'De grote crisis' laat zich opnieuw lezen als een detective. Dit deel is een chronologische beschrijving van de recente financiële crisis en het ontstaan daarvan. Cassidy geeft hier zeer veel informatie over de belangrijkste spelers in dit drama, over de opeenvolging van gebeurtenissen en over de vaak foute beslissingen en reacties van de beleidsmakers. Hij laat ons zien dat het ontstaan van de financiële zeepbel al veel langer terugligt en in de hand is gewerkt door het overdreven geloof in de efficiency van de markt. In de financiële markten zijn er teveel 'perverse prikkels' die kunnen leiden tot een het ontstaan van zeepbellen die vervolgens knappen. Hier blijkt ook het waarom van de verzameling voorbeelden van irrationeel gedrag uit deel twee. Cassidy grijpt ter adstructie regelmatig terug naar de in deel twee beschreven mechanismes, zoals kuddegeest, zeepbellen en prisoners dilemma's.

De huidige financiële crisis blijkt ook lang niet de eerste bankencrisis, maar is volgens Cassidy wel de eerste die door het blinde geloof van de toezichthouders in het zelfreinigende vermogen van de markt zo uit de hand is gelopen. Dit deel kun je dan ook lezen als een felle aanklacht aan het adres van Alan Greenspan in zijn laatste jaren als president van de FED. Het blinde geloof in het dogma van de vrije markt heeft de wereldgemeenschap op enorme (1000-en biljoenen dollars) kosten gejaagd.

Al met al is dit een zeer leesbaar boek over een interessant en hoogst actueel economisch gebeuren. Voor economen zijn de eerste twee delen van het boek wat overbodig. Deze delen bieden voor hen vooral een herhaling van de (eerstejaars) inleiding in de economie. Helaas dekt de titel de inhoud ook niet helemaal. Anders dan de titel suggereert, beperkt de analyse van Cassidy zich voornamelijk tot het falen van de financiële markten. Dit wordt echter weer goed gemaakt door de overtuigende en ronduit schokkende conclusies. Cassidy laat ons zien dat juist de financiële markten zeer gevoelig zijn voor positieve terugkoppelingen en rationele irrationaliteit. Zonder regulering en toezicht zullen zeepbellen en crashes op deze markten meer regel zijn dan uitzondering.

Persoonlijk vind ik het betoog van Cassidy dat de mainstream-economen zich graag laten misbruiken door conservatieve vrije markt-ideologen en dat mede daardoor de ideologie van de vrije markt voor politici en beleidsmakers een verlokkend perspectief was (en is?) wel erg ver gaan. Natuurlijk is de realiteitswaarde van de economische wetenschap nog erg beperkt. Je zou de theorie van (meer) marktwerking kunnen vergelijken met de theorie dat aderlating helpt bij allerlei ziekten en aandoeningen. Beide theorieën werden uitgedragen door deskundigen die overtuigend en met gebruik van veel vaktermen kunnen beargumenteren waarom deze remedies werken. En dat ondanks de duidelijke bewijzen van het tegendeel. Intussen is de geneeskunst sterk verbeterd. Hopelijk schudt het boek van Cassidy economen en beleidsmakers wakker. Voor het oplossen van de economische problemen hebben we echte instrumenten nodig en geen ideologieën.

- Peter van der Wel
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht