ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

De dag waarop mijn dochter gek werd

Originele titel: Hurry down Sunshine

Michael Greenberg

De dag waarop mijn dochter gek werd Type: Paperback
Uitgever: Ambo | Anthos
Gewicht: Onbekend
Aantal Pagina's: 248
ISBN: 90-263-2072-8
ISBN-13: 978-90-263-2072-9
Categorie: Psychoanalyse
Richtprijs: € 19,95

Korte Inhoud


Op vijftienjarige leeftijd wordt Sally, de dochter van Michael Greenberg, getroffen door een acute psychose. Ze heeft de verschrikkelijkste hallucinaties: ze verbeeldt zich God te zijn, schreeuwt en trapt om zich heen, en lijkt onbereikbaar geworden. Van het ene op het andere moment zijn vader en dochter vreemden voor elkaar. Sally wordt opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Wanhopig zoekt Michael Greenberg naar mogelijke oorzaken van Sally's waanzin. Had hij haar psychose kunnen voorkomen? In hoeverre is de ziekte erfelijk bepaald? Hoe kan hij het beste omgaan met haar onberekenbare gedrag? En hoe ziet hij de toekomst van zijn dochter? Alleen door middel van strikte medicatie en intensieve therapieën zal ze een redelijk normaal maar kwetsbaar leven leiden.

'De dag waarop mijn dochter gek werd' is het ontroerende verhaal van een vader die schrijft over de waanzin van zijn dochter, over zijn zorg en liefde voor haar en haar moeizame maar krachtige herstel. Op 5 juli 1996 werd mijn dochter gek. Ze was vijftien en haar instorting vormde een keerpunt in het leven van ons allebei. 'Ik heb het gevoel alsof ik steeds maar op reis ben zonder terug te kunnen komen,' zei ze in een opwelling van helderheid, terwijl ze van me weg raasde, naar ergens waarvan droom noch fantasie zich een voorstelling kon maken. Ik wilde haar vastgrijpen en terughalen, maar er was geen redden aan. Plotseling waren alle communicatielijnen tussen ons in rook opgegaan. Wat onmogelijk had geleken. Ze had van mij leren praten; ze had van mij haar eerste verhalen gehoord. Onuitwisbare ervaringen, dacht ik altijd. Maar toch: van de ene op de andere dag waren we vreemden voor elkaar.

Uittreksel


Blz. 9: Op 5 juli word ik wakker in ons appartement in Bank Street, op de bovenste verdieping van een van de statiger blokken van West Village. Naast me ligt niemand; Pat is al vroeg naar haar dansstudio in Fulton Street vertrokken om haar administratie te doen en een paar andere dingen die zijn blijven liggen. We zijn twee jaar getrouwd en ons samenzijn heeft zich nog niet helemaal los kunnen maken van onze vroegere levens, die we met ons mee hebben genomen.

Mijn meest tastbare inbreng was mijn tienerdochter Sally, die evenmin thuis is, constateer ik enigszins verrast. Het is pas acht uur 's ochtends en het is nu al drukkend heet. De zon schroeit door het geteerde dak, minder dan een meter boven haar hoogslaper. De airconditioning heeft rond middernacht onze laatste zekering doen doorbranden; waarschijnlijk is Sally weggevlucht om wat meer lucht te krijgen.

Op de vloer van de woonkamer liggen de sporen van haar zoveelste rusteloze nacht: een aftandse walkman die met afplaktape bij elkaar wordt gehouden; een half kopje koude koffie; het gebonden deel van Shakespeares Sonnetten dat ze de voorafgaande weken met stijgende bezetenheid heeft zitten bestuderen. Ik sla het boek op een willekeurige bladzijde open en stuit op een oogverblindende wirwar van pijlen, definities en omcirkelde woorden. Sonnet 13 ziet eruit als een bladzijde uit de Talmoed; in de kantlijnen staat zo veel commentaar dat de oorspronkelijke tekst weinig meer is dan een vlek in het midden.

Dan zijn er nog de papieren met Sally's eigen gedichten, bestaande uit regels die in haar opkomen (zo vertelde ze me een paar dagen geleden) als vogels die tegen een raam vliegen. Ik raap een van deze gevallen vogels op:

En wanneer alles zou moeten rusten
verzengt jouw vuur een rivier van slaap.
Waarom zou de grote helleadem kussen
wat je ziet, mijn lief?

Rond twee uur vannacht zat ze op de ribfluwelen bank in haar notitieboekje te schrijven op het geluid van Glenn Gould, die onafgebroken via haar walkman de Goldberg Variaties liet horen. Ik was laat thuisgekomen uit de stad, waar ik de afronding van de zoveelste routineklus had gevierd: de tekst voor een video van twee uur over de geschiedenis van het golfen, een sport die ik zelf nooit heb beoefend.

`Ben je niet moe?' vroeg ik.

Een woest hoofdschudden, een handgebaar dat 'kom me daar nooit meer mee aanzetten' zei, terwijl de andere hand, die de pen vasthield, nog sneller over het papier kraste. Botheid die stak.

Maar ik voelde vooral een plotselinge nostalgie naar de periode in mijn eigen leven waarin ik iets vergelijkbaars deed met de gedichten van Hart Crane: de betekenis van al die merkwaardige, barokke woorden opzoeken, mezelf onderdompelen in de pure (en in mijn ogen vrijwel betekenisloze) energie van zijn taal. Twijfelend bleef ik in de deuropening van de woonkamer staan kijken hoe ze me negeerde; haar amandelvormige, Pools-Galicische ogen, haar haar - dat niet op haar hoofd groeit maar er eerder als een amberkleurige fontein uit tevoorschijn schiet -, haar verlangen naar taal, naar woorden.

Ik ben ervan overtuigd dat haar nachtelijke ijver de frustraties losmaakt die ze heeft opgebouwd sinds de dag, bijna negen jaar geleden, waarop ze naar de eerste klas ging. Misschien dat ik die omwille van de symmetrie zie als de dag waarop Sally's jeugd uit het zicht verdween, net als zo'n moment in een stomme film waarop het licht zich samenbalt tot een speldenknop in het midden van het doek. Zo leek het althans. Leren lezen lukte niet, maar haar problemen gingen nog verder dan dat. Het alfabet was een cryptogram: de `R.' kon net zo goed een mond vol scheve tanden zijn, de 'H' een omgekeerde stoel. Het lezen van De kat met de hoed ging haar even moeilijk af als het lezen van een CAT-scan. Het foefje van meegaan in afspraken over de betekenis van iets - waarop menselijke communicatie grotendeels is gebaseerd - kreeg ze niet onder de knie.

Het deed me pijn te zien hoe die blik van ontreddering over haar gezicht trok, alsof ze ter plekke vergat wat plezier was. Maar toch, dezelfde woorden die haar ogen op een bladzijde niet konden ontcijferen, wist haar tong, eenmaal bevrijd van de vaste taalsymbolen, uiterst behendig onder de knie te hijgen, zodat ze - wanneer ze zich daartoe wilde verwaardigen - zich ontpopte als de bron van grappen, uitspraken, voordrachten en discussies die allemaal van een ontstellend grote intelligentie getuigden.

Recensie

door Tsenne Kikke
Michael Greenberg schreef het boek, dat inzicht geeft in de de psychose van zijn dochter, Sally. Michael dompelt ons gedurende 245 bladzijden onder in de 'waanzin' van ons bestaan - of, moeten we zeggen onderbewuste? Greenberg werpt de nodige vragen op: Wat is gekte en wat ligt hieraan ten grondslag? Is het er altijd al geweest, of ontstaat het door een bepaalde trigger? Heeft hij er een rol in gehad dat zijn dochter een acute stand van manie inschoot, had hij het moeten of kunnen zien aankomen?

Het boek leest als een trein, met een flinke vaart worden we meegenomen door Michael's bestaan en dat van zijn naasten. We gaan mee, op bezoek naar de psychiatrische instelling. Ook leren we Greenberg's verleden met zijn ex-vrouw Robin kennen. Ontmoeten zijn huidige geliefde Pat, maar ook zijn broers, moeder, zoon Aaron en nog tal van andere vrienden en kennissen. Michael wisselt prettig tussen heden en verleden, betrekt feiten over psychische stoornissen in zijn verhaal - zonder belerend over te komen - en maakt de nodige, kritische, kanttekeningen. Dit maakt De dag waarop mijn dochter gek werd niet tot weer een zelfhulp - of slachtofferverhaal. Als lezer word je meegezogen in de emoties, twijfel en wanhoop die de mensen om Sally heen ervaren.

Greenberg beschrijft hoe er naar hen gekeken wordt door het verplegend personeel en de behandelend artsen. Hoe zij, andersom, kijken naar andere patiënten en hun familieleden. Hoe er banden ontstaan. Het leven op pauzestand, een bestaan tussen thuis en ziekenhuis. Tussen binnen- en buitenwereld. Wanhoop verbroedert en brengt samen, zo blijkt ook hier. Michael gebruikt prachtige verwijzingen naar gezegden van geleerden en ervaringsdeskundigen. Hij is de poëzie der woorden machtig en het slot van het boek volgt eigenlijk al veel te snel. We worden teruggetrokken in de realiteit door het nawoord, waarin Michael vertelt hoe het momenteel met Sally gaat. Een pas op onze plaats - want, door de vloeiende beschrijving vergeet men halverwege dat dit boek niet op fictie berust. De mensen waarover geschreven wordt bestaan in het echt. Het geheel is een portret van een strijd.
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht