ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Zeven hoofdzonden

Originele titel: 7 deadly sins: a very partial list

Aviad Kleinberg

Zeven hoofdzonden Type: Paperback
Uitgever: Ten Have
Gewicht: 355 gram
Aantal Pagina's: 203
ISBN: 90-259-6039-1
ISBN-13: 978-90-259-6039-1
Categorie: Spiritualiteit
Richtprijs: € 22,25

Korte Inhoud


Er bestaat geen samenleving zonder goed en kwaad, geen maatschappij zonder zonde. Maar iedere cultuur heeft zijn favoriete lijst met overtredingen. Misschien wel de invloedrijkste lijst werd in de late Oudheid door de kerk samengesteld: de zeven hoofdzonden.

Voor Aviad Kleinberg, een van de belangrijkste Israëlische intellectuelen en opiniemakers, zijn de hoofdzonden geen verboden handelingen, maar drijfveren die ons in verleiding brengen. Hij onderzoekt bijvoorbeeld wat er verkeerd is aan een beetje luiheid. Zou er sprake zijn van haute cuisine zonder gulzigheid? En kan de consumptiemaatschappij overleven zonder afgunst en hebzucht?

Kleinberg beroept zich op joodse, christelijke, Griekse en Romeinse denkers, maar ook op persoonlijke ervaringen om te laten zien hoe diepgeworteld menselijke hartstochten zijn. Tegelijk laat hij zien dat mensen in verschillende tijden heel anders tegen menselijke passies aankijken.

‘Zeven hoofdzonden’ is een boek vol ironie én mededogen voor menselijke tekortkomingen. Het is met zoveel plezier geschreven dat dit wel op de lezer moet overslaan.

Historicus en filosoof Aviad Kleinberg is hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Tel Aviv. Van zijn hand verscheen onder meer ‘Flesh made word: Saints’ stories and the western imagination’ (2008). ‘Zeven hoofdzonden’ was een bestseller in Israël.

Uittreksel


Blz. 6: De staart van de hagedis

Zonder context is er geen zonde. Op zichzelf bestaat de zonde niet. Het begrip zonde is altijd het resultaat van vergelijking - expliciet of impliciet - van een bepaald ideaal en een bepaalde realiteit. Zonder die vergelijking, waarin een handeling wordt gewogen in de morele weegschaal en te licht wordt bevonden, bestaat er geen zonde - het enige wat bestaat zijn handelingen en hartstochten. Menselijke handelingen en hartstochten worden zonden in een bepaalde morele en culturele context. Als de context en de regels verschuiven, verschuift ook de definitie van zonde. Wat ooit een zonde was (masturbatie bijvoorbeeld), wordt niet langer verkeerd gevonden. Wat ooit geen zonde was (het slaan van jonge kinderen of het verkopen van mensen), wordt nu verkeerd gevonden. Wat goed en niet goed is, wordt door de samenleving steeds opnieuw gedefinieerd. De morele weegschaal helt over naar de ene kant, en dan weer naar de andere kant. Moraal wordt uitgedrukt in absolute termen: 'nooit' en 'altijd'. Ze verschijnt in een naadloos en tijdloos gewaad. Maar als we beter kijken, zien we de sporen van tijd en plaats. Zonde is een culturele constructie.

Ideeën, overtuigingen en vooroordelen zijn in elke cultuur in lagen aanwezig. We observeren de wereld en onszelf vanuit de bovenste laag: het heden. Maar de lagere strata, verzadigd door ervaringen uit het verleden, zijn niet verdwenen. Het heden is niets meer dan een laatste opstapeling van gebeurtenissen en processen die samen de geschiedenis vormen. Onze wortels doorkruisen al die lagen van onze gesedimenteerde cultuur. Op weg naar het heden worden concepten overdekt met sporen en vlekken van onze voorouders - de herinneringen, de schuldgevoelens van anderen. Het geheel is geen koor dat in harmonie zingt. We zingen heel eigengereid vals. Ethische imperatieven zijn gericht op collectieven, maar ethische keuzes zijn altijd individueel. In het rijk van goed en kwaad is alles persoonlijk.

Elk mens is een toevalstreffer, een botsing van individuele impulsen en culturele mogelijkheden. Voordat we de leeftijd bereiken dat we volwassen keuzes kunnen maken, absorberen we, zonder een nauwkeurig onderzoek of een kritische blik, de interne contradicties van onze omgeving. De snelle en willekeurige oordelen en terloopse opmerkingen van volwassenen worden gefilterd door onze kinderlijke geest, vermengd met een krachtige mix van emotionele sympathieën en antipathieën, waarna aarzelend en heel langzaam onze morele ruggengraat tevoorschijn komt. Tijdens onze adolescentie proberen we orde aan te brengen in de affectieve en morele chaos van onze kindertijd, de onmogelijke compromissen en tegengestelde impulsen, onze individuele pijn en algemeen menselijke angsten. We proberen om redelijk te leren zijn.

Redelijk zijn is niet makkelijk. De bodem lijkt onder onze voeten weg te zakken. De wachters van de publieke moraal proberen hun eigen balans tot norm te verheffen. Ze proberen absolute waarden te verordenen waar alles relatief is. Ze suggereren helderheid waar alles vaag is en veronderstellen objectiviteit waar alles subjectief is. Ze zwaaien met morele tijdschema's en beloven degenen die op tijd op het station aankomen dat ze hun morele bestemming veilig zullen bereiken. We arriveren altijd te vroeg of te laat. We vergeven onszelf te snel wat onvergeeflijk is. We laten de onrijpe druiven van onze ouders te gemakkelijk onze tanden stroef maken. We zondigen op onze eigen manier, breken regels die speciaal voor ons zijn gemaakt. Of we nu slagen of falen, we doen het op onze eigen manier.

Zonder context is er geen zonde. Het is niet mogelijk om op een onpersoonlijke manier over zonde te schrijven. Elk boek over zonde is per definitie autobiografisch, zelfs als de schrijver abstracte ideeën analyseert of over de zonden van anderen spreekt. Dit boek is geen biecht. Tot op zekere hoogte is het een manier om de biecht te vermijden. Toch gaat het boek over mij, vooral als ik het niet over mezelf heb.

Wanneer komt het besef van zonde in ons op? Wanneer verandert kinderlijk narcisme - de overtuiging dat alles van ons is, dat elk genot of plezier dat ons wordt onthouden een moreel schandaal is - in een gevoel van schuld, in een gewaarwording dat we kwaad hebben gedaan in de ogen van de Heer en van mensen? Freud dacht dat dit besef ontstond met het Ego, met het besef van het kind dat het niet langer samenvalt met het lichaam van de moeder, dat de scheiding tussen moeder en kind definitief is en onherstelbaar. Gevoelens van ontoereikendheid vormen een basiselement van de menselijke persoonlijkheid. We zien in dat we niet almachtig zijn. We erkennen de fundamentele menselijke gebreken - zwakheid, eenzaamheid en wanhoop - want deze drie (en niet trots, jaloezie en boosheid) vormen de oervormen van de zonde. We leggen onszelf langs de maatlat van onmogelijke dromen van volmaaktheid en het paradijs van wishful thinking (om altijd volmaakt, altijd zonder angst of pijn, altijd tevreden te zijn) en we ontdekken onze gebrekkigheid. We zoeken naar de oorzaken van deze straf. 'Barmhartige God, we hebben gezondigd voor Uw aangezicht. Wees ons genadig.'

Maar is het juist om zo te beginnen, met universele overwegingen - niet vanuit deze concrete mens, Aviad Kleinberg, maar vanuit Elckerlyc? Is het eerlijk om met generalisaties te beginnen, voorbij te gaan aan de beschamende bijzonderheden van het geheugen, aan het lichaam, aan de bewijslast? Dat is zeker niet de juiste weg. Want elke zonde heeft een context. Elk boek over zonde is autobiografisch.

Recensie

door Tsenne Kikke
De zeven hoofdzonden zijn in de christenheid een bekend onderwerp. Hoewel Kleinberg geen religieuze overtuiging heeft, schreef hij een boek over dit onderwerp. Hij is hoogleraar geschiedenis in Jeruzalem, maar benadert zijn onderwerp filosofisch. Na twee inleidende hoofdstukken schrijft hij over elke hoofdzonde een hoofdstuk. Ze vormen zeven afzonderlijke essays, met als toegift een hoofdstuk over schijnheiligheid, een zonde die er zeker bij hoort volgens hem. Interessant is ook het laatste hoofdstuk, 'Zonde voor gevorderden'. De auteur is uitstekend thuis in de Talmoed en het Nieuwe Testament, maar ook in Augustinus en hedendaagse westerse filosofen.

Dank zij zijn persoonlijke benadering en zijn vlotte stijl is zijn boek boeiend en goed leesbaar. Een enkele keer brengt die stijl hem tot een al te gemakkelijke uitspraak, bijvoorbeeld zijn stelling dat in Numeri 23 de tafelmanieren van het volk Israël God in woede doen ontsteken (pagina 146). Jammer dat het boek niet is gecorrigeerd op spelling en stijl. Daardoor staat op pagina 106 'bedreigt' in plaats van 'bedreigd' en op pagina 152 'groter dan Hem'. Desondanks: dit boek is origineel in zijn ongebruikelijke filosofische benadering van theologische begrippen. Het biedt een geheel andere dan de gebruikelijke visie.

- Wim Kleisen -
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht