ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Mijn ontmoeting met God en andere avonturen

Wouter Godijn

Mijn ontmoeting met God en andere avonturen Type: Paperback
Uitgever: Uitgeverij Contact
Gewicht: 245 gram
Aantal Pagina's: 189
ISBN: 90-254-5098-9
ISBN-13: 978-90-254-5098-4
Categorie: Literair
Richtprijs: € 18,95

Korte Inhoud


Een schrijver is ziek: hij heeft MS en is depressief. Het gooit zijn leven ingrijpend overhoop. De geest is levend en wil van alles, zijn vrouw is prachtig en zijn kinderen zijn lief. Maar midden in het leven staat de dood en na allerlei enerverende gebeurtenissen komt hij oog in oog te staan met niemand minder dan de Schepper. Dan lijkt zich iets te voltrekken wat zich misschien nooit, misschien één keer eerder heeft voorgedaan: de schrijver staat op uit de dood. Hij komt tot de ontdekking dat het woord machtiger is dan de ziekte - zou het woord soms God zijn

Uittreksel


Blz. 7: 's Nachts, aardedonker, kan een zomerse zon er niet plotseling uitbundig op los schijnen, een leeuwin kan geen muisje baren, mijn laten we zeggen drieëndertig jaar en nog een paar maanden geleden gestorven moeder kan zo meteen (Godzijdank) niet op de deurbel drukken omdat ze mij en mijn gezinnetje met een bezoek wil vereren, de waarheid kan men niet schrijven. Zo zijn de regels en daar kan men zich maar beter bij neerleggen, anders loopt het slecht met men af.

Maar als men nu eens, zoals ik, na een reeks merkwaardige belevenissen vermoedt dat men in de nabije toekomst überhaupt niet meer zal kunnen schrijven, kan het gebeuren dat men zich afvraagt wat men eigenlijk te verliezen heeft. Dus: midden in de nacht word ik wakker omdat de wekker, die ik op drie uur heb gezet, een drenzerig gepiep uitstoot. Na enig vruchteloos gewriemel leg ik het onding het zwijgen op. Met een licht gevoel van triomf stel ik vast dat ik heb weten te verhinderen dat de wekker een poging tot suïcide deed door zich, op de vlucht voor mijn graaiende hand, in het ravijn naast het bureaublad te laten vallen. Als dat was gebeurd, zou het 'echt iets voor mij zijn geweest'. Maar het is niet gebeurd, dus misschien is het toch niet iets voor mij.

Ik probeer op te staan, ik val bijna voorover. Dit is misschien het goede moment om de lezer erop te wijzen dat ik MS heb, dan kan hij zijn verwachtingspatroon daarbij aanpassen. Inmiddels heb ik een eindje door de duisternis gewaad, mijn pyjamabroek of liever -broekje, het is een zogenaamde 'korte broek', is langs mijn lange, bleke benen, die enigszins aan de poten van een reiger doen denken, omlaag geroetsjt en weer omhoog getrokken (het elastiek dat het kledingstuk op zijn plaats moet houden lijkt ook MS of een aanverwante ziekte te hebben) en nu sta ik voor het raam. Ik trek het rolgordijn omhoog en dan duik ik in elkaar terwijl ik, verblind! verblind! mijn gezicht afwend van het zonlicht dat, volkomen geluidloos, briesend en bulderend, de kamer in gutst.

Wie de waarheid schrijft, wekt de indruk dat hij liegt. (Het omgekeerde is een cliché geworden.) Enkele recente, nou ja, tamelijk recente gebeurtenissen uit mijn dagelijks leven lijken me geschikt - ja, ik vind ze onweerstaanbaar geschikt om het bovenstaande nog eens te illustreren. Lang geleden raakte ik bevriend met A, lesbienne, zachtaardig als een bechamelsausje, een tenger, leeftijdloos voorkomen, jongensachtig op een vage, ingehouden manier, colbertjes en iets te ruime broeken. Altijd is A erop uit, ook weer op een vage, ingehouden manier, het bestaan van mens en dier te veraangenamen. Koekjes (ik wou dat ik zo was), kleine stukjes chocola, kortom, knapperige hapjes & knusse kussentjes voor de poes. De strijd om het bestaan is haar te ruw (en daar heeft ze nuchter beschouwd groot gelijk in); ze leeft van een uitkering. Jaren verstrijken, zo geleidelijk dat het iedereen bijna ontgaat wordt haar lichtblonde haar lichtgrijs, en ze raakt niet aan de vrouw. Maar dan, als ze de veertig al is gepasseerd, verschijnt B, op een lieve manier dik, als een bij in een gezellig kleuterverhaal. Zo praat ze ook, alles wat zzze zzzegt zzzoemt een beetje.

Wij buitenstaanders zijn verrast door de snelheid van de liefde. Het begin schijnt te worden overgeslagen, zij (de liefde) is meteen groot en volwassen en rijp. Iets wat in een andere wereld is gegroeid, lijkt zich met een vriendelijk soort geweld toegang te hebben verschaft tot de onze. Een lichte euforie verspreidt zich door de kennissenkring. Dan blijkt zich, tegelijk met de liefde, ook iets anders toegang te hebben verschaft tot onze wereld. B voelt een knobbeltje in een borst. Is het kanker?

Recensie

door Tsenne Kikke
In zijn nieuwe roman verkent de veelgeprezen en genomineerde schrijver Wouter Godijn (1955) de grenzen van zijn verbeelding. Een schrijver met MS vervalt dankzij (!) zijn 'rijk, volmaakt' leven met vrouw en kinderen in een depressie. Hij vertrekt naar zijn vrijgezellenflatje, breekt er in en pleegt zelfmoord door van het dak te springen. Als bij toverslag is zijn depressie verdwenen. Dankzij zijn sterke verbeelding valt hij niet te pletter en belandt in een idyllisch landschap. Daar staat hij oog in oog met God, eerst in de gedaante van een dinosaurus, dan in die van hemzelf! Hij krijgt van God gedaan dat zijn zelfmoord ongedaan wordt gemaakt en keert terug in zijn vroegere wereld. Of bevindt hij zich in een soort overgangsgebied tussen het ene en het andere leven? Vlot geschreven, spannende, surrealistische en soms hilarische roman, waarin de lezer aan het eind een spiegel wordt voorgehouden.

- L.A.A. Kruse -

Net als in Godijns eerder werk onderbreekt in 'Mijn ontmoeting met God' de verteller regelmatig zijn eigen verhaal. Ook spreekt hij de lezer geregeld rechtstreeks aan en schept hij verwarring over de fictionele status van het vertelde. Dit postmoderne spel met de verteltechniek, waarbij de lezer er voortdurend op gewezen wordt dat wat hij leest verzonnen is, heeft mij nooit bijzonder aangesproken. Het is vaak een gemakkelijke oplossing voor een lastig probleem, namelijk het bedenken van een geloofwaardig plot. Het einde van Godijns roman lijdt op het eerste gezicht aan hetzelfde euvel van de gemakzuchtigheid. Zo blijkt het boek dat we net gelezen hebben een manuscript te zijn dat de hoofdpersoon ooit geschreven heeft, en dat hij nu, na zoveel jaar, weer heeft teruggevonden. Dat slot roept vragen op. Want is de hoofdpersoon, binnen het fictionele raamwerk van de roman, daadwerkelijk van een flatgebouw afgesprongen? En is zijn ontmoeting met God daarmee te beschouwen als een soort bijna-doodervaring (BDE)? Of was het 'maar fantasie', zoals de verteller ostentatief meedeelt? Maar hoe moeten we het plot dán begrijpen?

- Liesbeth Eugelink -

Koop dit boek bij


Bestellen
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht