Recensie
door
Tsenne Kikke
In Sense & Sensibility & Zeemonsters is de wereld van de familie Dashwood, zoals we die uit het originele boek kennen, volledig op zijn kop gezet. De wereld heeft een grote Verandering ondergaan, waardoor de mensheid voortdurend wordt bedreigd door herkenbare en onherkenbare wezens uit de oceanen.
Vader Dashwood wordt aan het begin van het boek door een vraatzuchtige hamerhaai verorberd, maar weet nog net zijn laatste wens met een stuk hout in het zand te schrijven; namelijk dat zoon John Dashwood zorgt voor het financiële welzijn van zijn stiefmoeder en halfzusjes. Wat volgt lijkt in de verte nog wel op het werk van Jane Austen, maar Ben H. Winters heeft zich flink uitgeleefd op zijn zeemonsters en de vreemde wereld van na de Verandering.
Sir John Middleton is niet de goedlachse sul die we kennen, maar een meedogenloze avonturier die zijn vrouw en schoonmoeder als buit van een eiland heeft geroofd. De arme kolonel Brandon is zo vreselijk toegetakeld dat het volkomen begrijpelijk is dat Marianne niet in hem is geïnteresseerd. Lucy Steele blijkt nog veel grotere geheimen te hebben dan we in eerste instantie denken en voor de jonge Margaret Dashwood - die in het originele boek niet echt nadrukkelijk aanwezig is - is een veel grotere rol weggelegd.
Ben H. Winters - die inmiddels ook verantwoordelijk is voor de mash-up Android Karenina - heeft zich niet laten beperken door de tijd waarin het originele verhaal van Jane Austen zich afspeelt. In zijn wereld varen onderzeeboten over de grote oceanen en is de stad Londen niet van belang - alle belangrijke zaken zijn nagebouwd in Duikbootstation Beta, dat onder water voor de kust van Wales ligt. De techniek kent bijna geen grenzen.
In plaats van dat dit soort anachronismen irritant zijn, heeft Winters er zo'n fantasierijk verhaal van gemaakt dat het juist vermakelijk is. Langzaamaan bouwt hij de spanning op door vreemde gebeurtenissen en opmerkingen, waarbij vooral het personage van Margaret Dashwood onmisbaar is. Niets is wat het lijkt te zijn. Winters heeft het originele verhaal van Austen op heel veel punten losgelaten en er zelf veel nieuwe elementen aan toegevoegd. Aan zo'n mash-up kan zelfs een doorgewinterde Janeïte plezier beleven.
Het boek is niet zo slecht, maar Sense & Sensibility & Zombies, een Jane Austin bewerking van Seth Grahame-Smith, was wel iets veel beter. Daarin bleef 85 procent van Austens tekst ongemoeid, en de rest werd zodanig herschreven dat 19de-eeuws Engeland wordt overheerst door zombies, dat de dochters Bennett in China gevechtstechnieken leren, en Darcy en Elizabeth ook nog zeer bekwame moordenaars zijn die zombie na zombie ombrengen voordat ze elkaar vinden in de liefde.
Deze twee Austen's bewerkingen zijn 'mash-ups', een term die vooral bekend is geworden dankzij de muziek. Daar staat het staat voor de kunst van het vermengen van twee liedjes, bij voorkeur uit totaal verschillende genres, tot een nieuw geheel. Dit muziekfenomeen bleef grotendeels een ondergrondse stroming omdat copyright een probleem vormt. Bij Austen speelt die kwestie natuurlijk niet - haar boeken behoren reeds lang tot het publieke domein. Ze zijn vogelvrij, zouden puristen zeggen en niet iedereen reageerde dan ook even enthousiast op de zombie-versie van haar werk. Sciencefictionliefhebbers, die gek genoeg ook vaak Austen-fans schijnen te zijn, zagen de bewerking eerder als haar wederopstanding. De wat onverschillige Grahame-Smith zelf verklaarde: 'Misschien draait ze zich om in haar graf. Wie weet klimt ze er wel uit'.