ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Breinfabels

Reinoud de Jongh

Breinfabels Type: Paperback
Uitgever: Uitgeverij Contact
Gewicht: 195 gram
Aantal Pagina's: 155
ISBN: 90-254-3052-X
ISBN-13: 978-90-254-3052-8
Categorie: Weetjes allerlei
Richtprijs: € 12,5

Korte Inhoud


Waarom is het geluid van een huilende baby zoveel irritanter dan andere herrie? Kunnen blinde mensen in hu n dromen wel zien? Waarom komt linkshandigheid vaker voor bij mannen dan bij vrouwen? En waarom zijn kinderen eigenlijk beter in Memory dan volwassenen?

In dit vervolg op Hersenkronkels verklaart Reinoud de Jongh deze en andere fenomenen. Daarnaast staat het boek weer vol met verrassende feitjes over uw brein, en met nieuwe doe-het-zelfexperimenten met spectaculaire resultaten: u kunt uw emoties benvloeden met een potlood, het gevoel krijgen dat uw neus een halve meter lang is en ontdekken wat uw speeksel verraadt over uw persoonlijkheid. Daarnaast legt Breinfabels ook nog eens 10 hersenmythes het vuur aan de schenen. Gebruiken we bijvoorbeeld echt maar 10% van ons brein? Omdat u uw eigen brein niet kunt vertrouwen, moet u Breinfabels lezen om inzicht in uzelf te krijgen.

Reinoud de Jongh (1974) is biopsycholoog, gepromoveerd in de psychofarmacologie, en werkzaam als wetenschapsjournalist. Hij schrijft onder andere elke maand de rubriek 'Breinbrekers' in Psychologie Magazine.

Uittreksel


Blz. 11: Ik ga meteen maar met de billen bloot. Zie het als een 'disclaimer', een waarschuwing voordat u dit boek begint te lezen: deze hele onderneming, het ontkrachten van mythes over het brein, is tot mislukken gedoemd.

Vanwaar dat pessimisme? Halverwege mijn werk aan dit boek stuurde een lezer van Psychologie Magazine mij de volgende vraag: waarom worden dingen vanzelf waar als je ze maar vaak genoeg hoort? Ik dook in de literatuur en kwam erachter dat de lezer inderdaad iets op het spoor was. De boosdoener is een fenomeen dat in de psychologie bekendstaat als het Illusion-of-truth effect': hoe vaker je iets hoort (`we gebruiken maar 10 procent van ons brein'), hoe bekender het je voorkomt en hoe meer je daardoor geneigd bent om het voor waar aan te nemen.

Simpel, zou je zeggen, vertel er gewoon bij dat die bewering niet klopt. Maar zo werkt het jammer genoeg niet. Het geheugen voor de bewering zelf blijkt namelijk veel robuuster te zijn dan het geheugen voor de context van die claim. Bijvoorbeeld: las ik dat nou in NRC Handelsblad of op een of ander dubieus weblog ? Of: was de mythe nou waar of juist niet? Bij gebrek aan die context én de nodige achtergrondkennis om een uitspraak op zijn waarheid te schatten, vallen mensen terug op hun gevoel van herkenning (Volgens mij klopt dat wel, want dat heb ik wel eens eerder gehoord'). In een experiment van de Canadese marketingonderzoeker Ian Skurnik en zijn collega's bleken oudere proefpersonen de context al na enkele dagen te zijn vergeten. Hoe vaker ze te horen kregen dat bepaalde claims vals waren, hoe groter juist de kans werd dat ze ze drie dagen later voor waar aannamen.

Hoe goed ik dus ook mijn best doe om de breinmythes te ontkrachten, de kans is groot dat ik op de lange termijn uw geloof in die mythes alleen maar heb versterkt. Kijk, dan wordt het een mens toch zwaar te moede. Ondanks, of misschien dus wel dankzij mijn inspanningen zitten we voorlopig nog wel even met die mythes opgescheept. Enige troost kunnen we vinden in de woorden van Benjamin Franklin.

In 1784 deed hij in opdracht van koning Lodewijk XVI onderzoek naar de wetenschappelijke basis van mesmerisme (hypnose). In de conclusie van zijn rapport schreef hij het volgende: 'De geschiedenis van de dwalingen van de mens is misschien wel waardevoller en interessanter dan die van hun ontdekkingen. Waarheid is uniform en beperkt, en ligt in feite voor het oprapen wanneer je je ervoor openstelt. Vergissingen daarentegen zijn pure creaties van de menselijke geest. Het is juist daar dat de geest alle ruimte krijgt om zijn vleugels uit te slaan en zijn grenzeloze talenten tentoon te spreiden, zijn prachtige en interessante extravaganties en absurditeiten.'

De mythes worden geserveerd op een bedje van feiten over het brein, lezersvragen en doe-het-zelfexperimenten. Na het lezen van dit boek durft u hopelijk nooit meer te beweren dat we maar 10 procent van ons brein gebruiken. Gelukkig krijgt u er maar liefst twintig andere feiten voor terug. Zo kunt u voortaan de blits maken met opmerkingen als: 'Wist je dat ons brein de afgelopen twee miljoen jaar veel sterker is gegroeid dan de rest van ons lichaam? Als ons lichaam tijdens de evolutie even hard was gegroeid als onze hersenen, zouden we nu 3 meter lang zijn en 45o kilo wegen, of: 'Wist je dat eerstgeborenen gemiddeld een 3 procent hoger IQ hebben dan hun jongere broertjes of zusjes?'

Voor de doe-het-zelfexperimenten hebt u over het algemeen niet meer nodig dan uw eigen brein, hier en daar een potlood, een spiegel of een citroen, en soms een of twee gewillige proefpersonen. De uitkomsten zijn niettemin spectaculair. Zo kunt u onder meer het gevoel krijgen dat uw neus een halve meter lang is, kunt u stilstaande dingen zien bewegen en kunt u ontdekken dat ook á synesthetisch bent aangelegd. Bovendien komt u erachter waarom u met hard rijden nauwelijks tijd bespaart en waarom uw dromen vaak zo bizar zijn.

Daarnaast geeft Breinfabels antwoord op twintig fascinerende vragen, zoals: waarom lijkt de heenweg altijd langer te duren dan de terugweg? Waarom is het geluid van een huilende baby zoveel irritanter dan andere herrie? Kunnen blinde mensen in hun dromen wél zien? Waarom komt linkshandigheid vaker voor bij mannen dan bij vrouwen? En waarom zijn kinderen eigenlijk beter in Memory dan volwassenen?

De feiten, lezersvragen en doe-het-zelfexperimenten verschenen tussen september zoo6 en mei zoo8 in de rubriek 'Breinbrekers' in Psychologie Magazine. De mythes zijn nieuw en schreef ik speciaal voor dit boek.

Recensie

door Tsenne Kikke
Reinoud de Jongh probeert verschillende bestaande mythes over het brein naar waarheid te toetsen, of te ontkrachten. Hiervoor gebruikt hij gegevens van bestaande onderzoeken.

Hij begint in het voorwoord van zijn boek aan te geven dat zijn missie bij voorbaat is mislukt. Waarom? Omdat het blijkbaar zo is, dat als je iets maar vaak genoeg hoort het vanzelf waar (b)lijkt. Dit fenomeen heet het 'illusion-of-truth effect'.

Ondanks het feit dat men oude, vastgeroeste overtuigingen moeilijk door nieuwere kan vervangen, is het boek zó toegankelijk voor iedereen, dat het zich in één ruk laat uitlezen. Er staan verschillende doe-het-zelfexperimenten in, die het, bijvoorbeeld, ook leuk doen in klasverband. Gewoon uitproberen is dé boodschap.

Kortom: dit boekje is weliswaar een aanwinst én een aanrader dus.
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht