ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Julie en Julia

Originele titel: Julie en Julia

Julie Powell

Julie en Julia Type: Paperback
Uitgever: Uitgeverij Contact
Gewicht: 455 gram
Aantal Pagina's: 352
ISBN: 90-254-2906-8
ISBN-13: 978-90-254-2906-5
Categorie: Humor
Richtprijs: € 19,95

Korte Inhoud


Julie Powells leven zit muurvast. Ze is bijna dertig, hopt van het ene oninteressante baantje naar het andere, ze woont - met een aardige, goedverdienende man, maar dat is nu even niet belangrijk - in een waardeloos appartementje en het enige dat ze kan denken is: 'Is dit het nou?'

Dan bladert ze bij haar moeder thuis door hét standaardkookboek uit de jaren zestig: Mastering the Art of French Cooking van Julia Child. In een opwelling besluit ze in een jaar tijd álle recepten uit het boek te gaan koken en daar een weblog over bij te houden. Door de discipline die dit project met zich meebrengt, maar ook door de onverwachte wendingen die zoektochten naar een goede mergpijp met zich meebrengen, leert Powell niet alleen goed koken, maar krijgt ze ook haar joie de vivre terug.

Het blog bleek zo'n succes dat ze het bewerkt heeft tot een boek, dat verfilmd is met Meryl Streep als Julia Child. Wij mochten kaartjes weggeven voor de film. Deze actie is nu afgesloten. Vannacht lees je hier een fragment uit de Nederlandse vertaling van de hand van Annoesjka Oostindier.

Uittreksel


Blz. 11: De weg naar de hel is geplaveid met prei en aardappels

Voor zover ik weet is het enige bewijs voor de theorie dat Julia Child louter en alleen omdat ze zich verveelde voor het eerst potage parmentier maakte, haar eigen recept. Ze schrijft dat potage parmentier - gewoon het Franse woord voor aardappelsoep - 'heerlijk ruikt, heerlijk smaakt en qua bereiding ook de eenvoud zelve is'. Het is het eerste recept in het eerste boek dat ze ooit schreef. Je mag er van haar eventueel worteltjes of broccoli of sperziebonen aan toevoegen, maar als je op zoek bent naar de eenvoud zelve doet dat niet ter zake.

De eenvoud zelve. Dat klinkt toch poëtisch? Dat klinkt precies als iets wat een arts zou voorschrijven.

Het was alleen niet het medicijn dat mijn arts me voorschreef. Mijn arts - mijn gynaecoloog, om precies te zijn - schreef een baby voor.

'In jouw geval is daar natuurlijk die hormonale kwestie, dat PCOS, zoals je weet. En je loopt immers al tegen de dertig. Misschien moet je het zo bekijken: dit is er het uitgelezen moment voor.'

Het was niet de eerste keer dat ik dit te horen kreeg. Het was al een paar jaar aan de gang, nadat ik een aantal van mijn eicellen voor 7500 dollar had verkocht om een creditcardschuld af te lossen. Eigenlijk was dat de tweede keer dat ik 'doneerde' - een merkwaardige uitdrukking als je bedenkt dat, wanneer je een paar dozijn eicellen armer bijkomt uit de narcose en je aankleedt, er bij de receptie een cheque van duizenden dollars voor je klaarligt. De eerste keer was vijf jaar geleden, toen ik vierentwintig, onbemiddeld en ongebonden was. Ik was nooit van plan geweest het een tweede keer te doen, maar drie jaar later kreeg ik een telefoontje van een arts met een onbestemd Europees accent die me vroeg of ik naar Florida zou willen komen voor een tweede ronde, omdat 'onze cliënten zeer tevreden zijn met het resultaat van uw eerste donatie'.

Eiceldonatie is een betrekkelijk nieuwe technologie, waar onze langzaam evoluerende rechts- en etiquettesystemen nog niet echt grip op hebben; niemand weet of eiceldonateurs over een jaar of tien voor alimentatie zullen worden aangeklaagd. Discussies over het onderwerp hangen dan ook van vage termen en eufemismen aan elkaar. De kwintessens van dit telefoontje was echter dat er een kleine versie van mezelf rondhuppelde ergens bij Tampa, en dat de ouders van dat kleine ikje blij genoeg met hem of haar waren om een bijpassend exemplaar te willen. Het eerlijke stemmetje in mijn hoofd had het liefst willen uitroepen: 'Nee, wacht! Zodra ze in de puberteit zijn, krijg je spijt als haren op je hoofd.' Maar 7500 dollar is een hoop geld.

Hoe dan ook, pas bij de tweede oogst (ze noemen het echt `oogsten': vruchtbaarheidsklinieken, zo blijkt, hanteren wel meer vaag apocalyptische termen) ontdekte ik dat ik leed aan het polycystisch ovarium syndroom, wat vreselijk angstaanjagend klinkt, maar blijkbaar gewoon betekende dat ik harig en dik zou worden en allerlei medicijnen zou moeten slikken om zwanger te worden. Wat ongetwijfeld inhoudt dat ik in de toekomst nog het nodige cryptoreligieuze gyneacologische jargon te horen zal krijgen.

Zodoende. Sinds twee jaar geleden de diagnose P c os was gesteld, hebben artsen een zekere obsessie ontwikkeld voor mijn baarmogelijkheden. Zelfs mijn vaderlijke, grijze orthopeed (ken jij iemand van negenentwintig met een discushernia?) stak de 'Bijna Dertig'-preek tegen me af.

Mijn gynaecoloog had tenminste nog iets met mijn genita¬iën te maken. Misschien vermande ik me daarom en ging ik daarom niet meteen tekeer toen hij dat zei terwijl hij het speculum afspoelde. Zodra hij echter de kamer uit was, gooide ik een van mijn zijden pumps naar de plek waar zijn hoofd net nog was geweest. De hak knalde tegen de deur, liet daar een zwarte vlek achter, en de schoen viel vervolgens op een kastje, waardoor er een glazen pot met wattenstaafjes omviel. Ik graaide de staafjes van de vloer en begon ze in de pot terug te stoppen, toen ik me realiseerde dat ze nu waarschijnlijk geen van alle nog steriel waren. Ik veegde ze dus maar op een hoopje naast een apothekerspot vol schone naalden en wurmde mezelf in het vintage jarenveertigpakje waar ik die ochtend nog zo trots op was geweest toen mijn collega Nate had opgemerkt dat mijn taille er slanker door werd, terwijl hij ondertussen subtiel naar mijn decolleté loerde, maar dat na de metrorit van Lower Manhattan naar de Upper East Side in lijn 6, zonder airconditioning, nu vol kreukels en zweetplekken zat. Vervolgens sloop ik de kamer uit, de vijftien dollar eigen bijdrage al in de hand, om zo vlug mogelijk te kunnen ontsnappen voordat iemand in de gaten kreeg dat ik de boel had verbouwd.

Zodra ik onder de grond kwam, wist ik dat er iets niet in orde was. Nog voor ik bij de tourniquetjes was, hoorde ik een laag, ondergronds gerommel tegen de betegelde wanden weerkaatsen en zag ik dat er meer doelloos uitziende mensen rondhingen dan anders.

Recensie

door Tsenne Kikke
Uit onvrede met het leven dat ze leidt, besluit secretaresse Julie Powell (bijna 30) om een uitdaging te zoeken. Ze vindt die als ze een oud kookboek van Julia Child ontdekt en daaruit alle 524 Franse recepten in een jaar tijd uitprobeert, en dat in een armoedig keukentje in Brooklyn. Haar ervaringen met het Julie/Julia-project zet ze op een weblog dat omgewerkt is tot een boek. De lezers delen haar zoektocht naar ingredienten, de problemen rond het koken, de extra kilo's, de (heel) veel vuile vaat, het mislukte eten en de successen. Maar ook lezen ze over de Julie's relatie met haar man, haar moeder, haar vriendinnen en haar weblogbezoekers. Het doel van het project is om te weten wat ze na een jaar tijd met de rest van haar leven wil. Door het verhaal heen staan, cursief gedrukt, episodes uit het leven van Julia Child. Het boek, dat verfilmd wordt met Meryl Streep in een hoofdrol, bevat geen recepten, maar vertelt de culinaire ervaringen in een vlotte, humoristische stijl die door de lengte van het geheel wat vervlakt. Voor een vrouwelijk lezerspubliek.

H.W.L. Keus-Asveld

Hoe kom je op het idee om op één jaar een volledig kookboek te gaan bereiden, zeker dat je weet dat Julie geen echte kookprinses is. Dat leidt natuurlijk tot gekke situaties. Je moet haar wel bewonderen dat ze haar doel heeft bereikt. Als ze in haar keuken staat ( die er soms erbarmelijk uitziet ) laat je haar best met rust, tot dat je aan haar taalgebruik hoort of het recept gelukt is. Aan de afwas die er telkens bij komt kijken zou ik niet graag beginnen. Het leek me allemaal lekker alleen werd er niet op een klontje boter gekeken, maar ik schuif toch wel met de voetjes bij onder haar tafel.

Julie Powel schrijft ontzettend luchtig en heel erg herkenbaar. Doordat het boek natuurlijk over koken gaat krijg je er af en toe ontzettende honger van en soms echte walgneigingen (als het over het koken van hersenen of levertjes gaat bijvoorbeeld). Maar al met al een heel leuk boek om te lezen. Ook de film is een ontzettende aanrader.

Voor degene die hem nog niet gezien hebben, hieronder de trailer:

Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht