ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

De rationale optimist

Originele titel: The rational optimist

Matt Ridley

De rationale optimist Type: Paperback
Uitgever: Uitgeverij Contact
Gewicht: 720 gram
Aantal Pagina's: 446
ISBN: 90-254-2743-X
ISBN-13: 978-90-254-2743-6
Categorie: Evolutieleer
Richtprijs: € 34,95

Korte Inhoud


Waarom denkt vrijwel iedereen dat de aarde op haar ondergang afstevent? We doen wat we altijd gedaan hebben: ons aanpassen en de wereld veranderen. Het klinkt misschien naïef om te vertrouwen op uitvindingen die we nog niet kennen, maar alle wezenlijke veranderingen zijn tot stand gebracht door technologie die we daarvoor nog niet hadden.

In 'De rationele optimist' richt Matt Ridley zich op die vooruitgang. Want alles is beter geworden: we waren 10.000 jaar geleden met 10 miljoen, nu met meer dan 7 miljard. 99% van die 7 miljard heeft het in vrijwel alle opzichten beter dan die 10 miljoen van toen. Ridley geeft inzicht in onze sterke punten. en adviseert ons om optimist te zijn. Weg met het pessimisme!

Uittreksel


Blz. 12: Terwijl ik dit schrijf, liggen er op mijn bureau twee artefacten van ongeveer dezelfde maat en vorm: het ene is een draadloze computermuis, het andere een vuistbijl uit de middensteentijd, een half miljoen jaar oud. Ze zijn allebei aangepast aan de menselijke hand - ontworpen naar de beperkingen van het gebruik door mensen. Maar er is een groot verschil: het ene is een complex samenstel van vele materialen met een ingewikkeld inwendig ontwerp waarin vele kennisgebieden samenkomen. Het andere bestaat uit één enkel materiaal en weerspiegelt de vaardigheid van één individu. Daaruit blijkt dat de menselijke ervaring nu enorm verschilt van die van een half miljoen jaar geleden.

Dit boek gaat over de snelle, gestage en voortdurende verandering die de menselijke samenleving ondergaat, op een wijze die bij geen enkel ander dier voorkomt. Voor een bioloog is dat iets wat verklaard moet worden. In de afgelopen twintig jaar heb ik vier boeken geschreven over de gelijkenissen tussen mensen en andere dieren. Dit boek gaat over de verschillen. Waardoor zijn mensen in staat om hun leven telkens weer zo onstuimig te veranderen?

Het is niet zo dat de menselijke aard verandert. Net zoals de hand die de vuistbijl hanteerde dezelfde vorm had als de hand die de muis bedient, zo hebben mensen ook altijd naar voedsel gezocht, naar seks verlangd, voor hun kroost gezorgd, om aanzien geconcurreerd en pijn vermeden, zoals ieder ander dier, en dat zullen ze ook altijd blijven doen. Ook veel van de karakteristieke eigenschappen van de mens zijn onveranderd gebleven. Ook al reis je naar de verste uithoek van de aarde, dan nog kun je verwachten dat je mensen zal tegenkomen die zingen, lachen, praten, seksueel jaloers zijn en gevoel voor humor hebben - allemaal dingen die bij een chimpansee niet hetzelfde zouden zijn. Je zou terug kunnen reizen in de tijd en je makkelijk kunnen vereenzelvigen met de motieven van Shakespeare, Homerus, Confucius en de Boeddha. Ik durf te wedden dat als ik de man zou kunnen ontmoeten die 32 000 jaar geleden de prachtige beelden van neushoorns op de wand van de Chauvetgrot in Zuid-Frankrijk heeft geschilderd, ik hem psychologisch in alle opzichten een mens zou vinden. Er is veel in het menselijk leven wat niet verandert.

Toch zou het absurd zijn om te zeggen dat het leven hetzelfde is als 32 000 jaar geleden. In die tijd heeft mijn soort zich met 100.000 procent vermenigvuldigd, van misschien drie miljoen tot bijna zeven miljard mensen. Hij heeft een voor elke andere soort onvoorstelbare welstand en weelde verworven. Hij heeft elke bewoonbare uithoek van de planeet gekoloniseerd en bijna elke onbewoonbare plek verkend. Hij heeft het aanzien, de genetica en de chemische samenstelling van de wereld veranderd en misschien 23 procent van de productiviteit van alle landplanten ingepikt voor zijn eigen doeleinden. Hij heeft zich omringd met eigenaardige, welbewuste constructies van atomen, die technologieën worden genoemd en die hij bijna onophoudelijk uitvindt, heruitvindt en verwerpt. Dat geldt niet voor andere dieren, ook al zijn ze intelligent, zoals chimpansees, tuimelaars, papegaaien en octopussen. Misschien dat ze af en toe gereedschap gebruiken, dat ze zo nu en dan veranderen van leefomgeving, maar ze 'verhogen niet hun levenspeil' en kennen geen 'economische groei'. Ze hebben ook niet te maken met 'armoede'. Ze kennen geen vooruitgang van de ene levenswijze naar de andere - en betreuren dat ook niet. Ze maken geen landbouwkundige, stedelijke, commerciële, industriële en informationele revoluties door, laat staan renaissances, reformaties, depressies, demografische overgangen, burgeroorlogen, koude oorlogen, culturele oorlogen en kredietcrises. Terwijl ik hier aan mijn bureau zit, word ik omringd door dingen - telefoons, boeken, computers, foto's, paperclips, koffiemokken - die apen nooit, zelfs niet bij benadering, hebben gemaakt. Nog nooit heeft een dolfijn een scherm kunnen vullen met digitale informatie zoals ik dat doe. Ik ben me bewust van abstracte concepten - de datum, de weersverwachting, de tweede wet van de thermodynamica - die geen papegaai ook maar enigszins zou kunnen bevatten. Ik ben onmiskenbaar anders. Wat is het dat mij zo anders maakt?

Het kan niet alleen zijn dat ik grotere hersenen heb dan andere dieren. Tenslotte hadden de laatste neanderthalers gemiddeld grotere hersenen dan ik. Toch maakten zij niet zulke onstuimige culturele veranderingen door. Ik heb amper enig idee hoe koffiekopjes en paperclips gemaakt worden, laat staan weersverwachtingen. De psycholoog Daniel Gilbert mag graag de grap maken dat al zijn vakgenoten op een gegeven moment in hun carrière verplicht worden om een zin af te maken die begint met: 'De mens is het enige dier dat...' Taal, cognitief denken, vuur, koken, gereedschap maken, zelfbewustzijn, bedrog, imitatie, kunst, religie, opponeerbare duimen, wapens om te werpen, rechtop staan, zorg voor grootouders - de voor mensen als uniek veronderstelde kenmerken vormen een erg lange lijst. Maar de lijst met unieke kenmerken van aardvarkens of maskertoerako's is ook behoorlijk lang. Al deze kenmerken zijn inderdaad uniek voor de mens en komen heel goed van pas in de totstandkoming van het moderne leven. Maar ik wil beweren dat geen daarvan, met taal mogelijk als uitzondering, op het juiste moment kwam, of het juiste gevolg had voor de menselijke geschiedenis om de abrupte overgang te verklaren van een succesvolle aapmens tot een zich steeds verder ontwikkelende vernieuwer. De meeste kwamen veel te vroeg in het verhaal en hadden niet zo'n ecologisch effect. Het is leuk om genoeg bewustzijn te hebben om je lichaam te willen beschilderen of de oplossing van een probleem te beredeneren, maar dat leidt niet tot wereldverovering.

Het is duidelijk dat grote hersenen en taal voor mensen waarschijnlijk nodig zijn om een leven van technologische vernieuwing het hoofd te kunnen bieden. Het is duidelijk dat mensen heel goed zijn in sociaal leren. Zelfs vergeleken met chimpansees zijn ze bijna obsessief geïnteresseerd in imitatie. Maar grote hersenen, imitatie en taal bieden op zich geen verklaring voor welvaart, vooruitgang en armoede. Ze brengen op zich geen verandering van het levenspeil teweeg. Neanderthalers hadden het allemaal: grote hersenen, waarschijnlijk complexe talen, veel technologie. Maar ze zijn nooit losgebroken van hun natuurlijke leefomgeving. Ik wil beweren dat we op de verkeerde plaats zijn als we in ons hoofd zoeken naar een verklaring voor dit buitengewone vermogen tot verandering. Het was niet iets wat in een hoofd gebeurde. Het was iets wat tussen hoofden gebeurde, een collectief verschijnsel.

Kijk nogmaals naar de vuistbijl en de muis. Ze zijn allebei door de mens gemaakt, maar terwijl het een is gemaakt door één individu, is het andere door honderden mensen gemaakt. Dat bedoel ik met collectieve intelligentie. Geen individu weet hoe je een computermuis moet maken. Degene die hem in de fabriek in elkaar zette, wist niet hoe hij de oliebron moest aanboren waaruit het plastic afkomstig is, en andersom. Op een gegeven moment werd de menselijke intelligentie collectief en cumulatief op een manier die zich bij geen ander dier heeft voorgedaan.

Recensie

door Tsenne Kikke
Pleidooi van een bekende evolutionair bioloog en journalist voor een optimistische blik op de toekomst. Gedurende het hele bestaan van de menselijke soort hebben alle evolutionaire, economische en culturele ontwikkelingen altijd geleid tot verbetering. De mens ontwikkelt zich niet alleen als individu, maar ook als soort. Elke generatie bouwt voort op eerder gelegde fundamenten. Het gebruik van taal, ruilhandel en arbeidsdeling zijn belangrijke fundamenten voor de continue verbetering van de levensomstandigheden van veruit de meeste mensen, ondanks de enorme toename van de wereldbevolking de afgelopen 10.000 jaar. Ondanks de huidige problemen zoals de milieuvervuiling, de klimaatverandering en de honger in Afrika, is er geen enkele reden om te veronderstellen dat deze verbetering tot een einde komt. Fascinerend, inspirerend, zeer goed onderbouwd en zeer toegankelijk geschreven betoog. Interessant voor een breed publiek van met name journalisten, wetenschappers en politici. Bevat uitvoerig register en omvangrijk notenapparaat.

- Drs. M.H. Langelaan -


Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht