ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Boeddha – Op weg naar verlichting

Originele titel: Buddha, a story of enlightenment

Deepak Chopra

Boeddha – Op weg naar verlichting Type: Paperback
Uitgever: Kosmos
Gewicht: 540 gram
Aantal Pagina's: 287
ISBN: 90-215-5815-7
ISBN-13: 978-90-215-5815-8
Categorie: Boeddhisme
Richtprijs: € 15

Korte Inhoud


Deepak Chopra vertelt op meeslepende wijze het inspirerende levensverhaal van een van de belangrijkste figuren uit de spirituele geschiedenis: de Boeddha.

Boeddha is een prachtige spirituele roman die het levensverhaal vertelt van een prins die macht en rijkdom opgaf om het pad van wijsheid en verlichting op te gaan. Zijn diepzinnige inzichten werden overal verspreid, en door zijn invloed veranderde de wereld. Deepak Chopra brengt door zijn eigen weergave van dit unieke leven de Boeddha dichter bij ons.

Deepak Chopra is een van de belangrijkste leraren, die de Oosterse wijsheden doorgeeft aan de westerse wereld en auteur van talloze bestsellers.

Uittreksel


Blz. 11: Het Sakya-koninkrijk, 563 v.Chr.

Op een heldere herfstdag draaide koning Suddhodana zich om in zijn zadel om het slachtveld te overzien. Hij had een zwak punt nodig waar hij gebruik van kon maken en hij was ervan overtuigd dat de vijand er een voor hem opengelaten had. Elke vijand deed dat. Zijn zintuigen waren voor al het andere afgesloten. Geschreeuw van de gewonden en stervenden werd versterkt door de schorre bevelen van zijn officieren die instructies blaften en de goden te hulp riepen. De grond die opengereten was door paardenhoeven, de voeten van olifanten en de met ijzer beslagen wielen van strijdwagens, scheidde bloed af alsof de aarde zelf dodelijk verwond was.

'Meer soldaten! Ik wil nu meer soldaten!'

Suddhodana wachtte niet tot er gehoorzaamd werd. 'Als er iemand die me kan horen wegloopt, zal ik hem persoonlijk afmaken!'

Wagenmenners en voetvolk kwamen naar de koning toe, toegetakelde figuren die er zo smerig uitzagen dat ze demiurgen konden zijn, uit de klei van het veld geboetseerd.

Suddhodana was een krijgerkoning en het belangrijkste wat je over hem moest weten, is dat hij zichzelf voor een god aanzag. De koning was gewend om samen met zijn leger in de tempel neer te knielen en te bidden voordat hij ten strijde trok, maar hij vertrouwde niet op goddelijke hulp. Wanneer hij de poorten van de hoofdstad achter zich liet, draaide Suddhodana zich om en wierp een laatste blik achter zich op zijn thuis. Maar hoe verder hij van Kapilavastu kwam, hoe meer zijn stemming veranderde. Tegen de tijd dat hij het slagveld betrad, voerden de kolkende activiteit en de geuren die zijn neusgaten binnendrongen - stro en bloed, soldatenzweet en stervende paarden - Suddhodana naar een andere wereld. Hij werd volledig overstelpt door de overtuiging dat hij nooit kon verliezen.

Hij had niet de hand gehad in deze veldtocht. Ravi Santhanam, een krijgsheer uit het noorden langs de Nepalese grens, had in een verrassingsaanval een van Suddhodana's handelskaravanen overvallen. Suddhodana's vergelding volgde bijna onmiddellijk. Ook al waren de soldaten van de krijgsheer in het voordeel - ze vochten op hun eigen grondgebied en vanuit een hogere positie - Suddhodana's legereenheden knaagden gestaag aan hun stellingen. Paarden en olifanten vertrapten de gevallenen die dood waren, of nog leefden maar te zwak waren om te ontsnappen. Suddhodana leidde zijn paard vlak naast de buik van een steigerende mannetjesolifant en vermeed ternauwernood de massieve voeten toen ze weer naar beneden kwamen; een half dozijn pijlen had hem doorboord, wat het beest gek maakte.

'Ik wil een nieuwe linie strijdwagens, sluit aan!' Hij had gezien waar de vijandige fronttroepen uitgeput waren en op het punt stonden te wankelen. Nog een dozijn strijdwagens trok naar voren, voor het voetvolk uit. Hun met metaal beslagen wielen maakten een kletterend geluid op de harde grond. Achter de wagenmenners stonden boogschutters die het leger van de krijgsheer met pijlen bestookten.

'Maak een bewegende muur,' schreeuwde Suddhodana, 'ik wil hun frontlinie vermorzelen!'

Zijn wagenmenners waren ervaren veteranen, meedogenloze mannen met harde gezichten. Suddhodana reed langzaam voor hen uit en negeerde de strijd die vlak bij hem plaatsvond. Hij zei rustig: 'De goden bevelen dat er maar één koning kan zijn. Maar ik zweer dat ik vandaag niet beter ben dan de eerste de beste soldaat en dat jullie niet minder dan koningen zijn. Elke man hier maakt deel uit van mij. Dus wat kan de koning nog zeggen? Slechts twee woorden, maar het zijn er twee die jullie hart wil horen. Overwinning. En vaderland!' Toen klonk zijn bevel als een zweepslag.

'Allemaal tegelijk - naar voren!'

Beide legers stortten zich schreeuwend de open ruimte in als vijandige oceanen. Geweld gaf Suddhodana voldoening. Zijn zwaard zwaaide rond en spleet het hoofd van een man met één slag. Zijn linie trok voorwaarts en als de goden het wilden - en dat zouden ze wel moeten - zou de vijandelijke linie zich lijk voor lijk openen, totdat Suddhodana's infanterie aanviel, een stevige wig die op het bloed van de vijand naar voren gleed. De koning zou met iedereen de spot gedreven hebben, die durfde te ontkennen dat hij het centrum van de wereld was.

Tegelijkertijd werd Suddhodana's koningin in een draagkoets door het diepst van het bos gedragen. Ze was tien maanden zwanger, wat volgens de astrologen erop wees dat de baby heel bijzonder zou zijn. Maar voor koningin Maya was niets bijzonder, behalve de ongerustheid die haar omringde. Ze had veel te impulsief besloten om naar haar moeders huis terug te gaan om de baby te krijgen.

Suddhodana had haar niet willen laten gaan. Het was gewoonte dat moeders de eerste keer naar huis gingen om te baren, maar hij en Maya waren onafscheidelijk. Hij had graag willen blijven weigeren, totdat Maya op haar argeloze manier zijn toestemming vroeg waar de hele hofhouding bij was. De koning kon zijn koningin niet publiekelijk afwijzen, ondanks de gevaren die aan de tocht verbonden waren.

'Wie gaan je begeleiden?' vroeg hij met een scherpe klank in zijn stem, in de hoop haar van dit dwaze plan af te schrikken.

'Mijn vrouwen.'

'Vrouwen?'

Hij hief wrevelig z'n hand op ten teken van toestemming. 'Je krijgt een paar mannen mee die gemist kunnen worden.' Maya glimlachte en trok zich terug. Suddhodana wilde geen ruzie maken, omdat zijn vrouw hem eigenlijk voor een raadsel stelde. Het had geen zin haar bang voor gevaar te maken.

Recensie

door Tsenne Kikke

Een geromantiseerd verhaal over prins Siddhartha, geboren in 563 v.Chr. uit het geslacht Sakya, die beschermd wordt opgevoed binnen de muren van het paleis. Nadat de prins een glimp van de buitenwereld met ziekte, ellende en dood heeft opgevangen, verlaat hij het paleis en gaat op zoek naar verlichting. Onderweg wordt hij regelmatig beproefd. Hij houdt stand en komt tot verlichting. Hij wordt Boeddha, dat wil letterlijk zeggen: 'ontwaakt'. Het gehele verhaal bestaat uit drie delen, zijnde: Siddhartha, de prins; Gautama, de monnik en Boeddha. In het slotwoord vat Deepak Chopra de weg van het boeddhisme samen tot de kunst van niet doen. Niet begeren, niet haten of vastklampen. Het gaat om wakker worden en heel te zijn.

De inhoud is gebaseerd op gegevens, die Chopra van andere auteurs heeft overgenomen, aangevuld met tonnen fantasie. Het is vanaf blz. 221 dat het misschien ietwat interessant kan worden genoemd. Ook heb ik er een blogberichtje over gemaakt.

Ik gaf het nochtans een 10 op 10, gewoonweg omdat ik rekening hield met lezers, die nog nooit iets over boeddha hebben gelezen. Anders gezegd: indien je reeds het een en ander over hem weet, zul je in dit boek weinig extra waardevolle dingen over Boeddha weervinden.

Koop dit boek bij


Bestellen
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht