ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Een blik op de toekomst

Originele titel: De rol van aartsengelen

Hans Stolp

Een blik op de toekomst Type: Hardcover
Uitgever:
Gewicht: 270 gram
Aantal Pagina's: 160
ISBN: 90-2021-889-1
ISBN-13: 978-90-2021-889-3
Categorie: Contact met Engelen
Richtprijs: € 18,5

Korte Inhoud


In 'Een blik op de toekomst' geeft Hans Stolp op zijn unieke manier inzicht in de rol van aartsengelen in de ontwikkelingsweg van de mensheid én inzicht in de tijd die komen gaat.

In zeven cycli van elk ongeveer driehonderdvijftig jaar schenken zeven aartsengelen hun unieke impulsen aan de mensheid, waardoor wij steeds weer stappen kunnen zetten op onze ontwikkelingsweg.

In dit boek bespreekt Hans Stolp deze cycli en hun achtergrond. We leven nu in het Michaëltijdperk, waarin een groeiend contact met de geestelijke wereld mogelijk wordt. Hierna volgen Orifiël, Anaël, Zachariël, Rafaël, Samaël en Rafaël die ieder weer hun eigen kwaliteiten hebben en hun eigen impulsen met ons zullen delen.

Hans Stolp gaat tevens in op de vragen of het überhaupt mogelijk is om iets over de toekomst te zeggen, en of het belangrijk is om iets over die toekomst te weten. Het antwoord op beide vragen is ‘ja’.

De vraag is wat wij zullen doen: blijven wij steken in onze duisternis? Of, zullen we ons verder ontwikkelen richting het licht?

- Hans Stolp studeerde theologie en is onder meer pastor en auteur van meer dan 30 boeken. In zijn werk maakt hij de oorspronkelijke, spirituele of esoterische traditie (weer) voor een breed publiek toegankelijk.

 

Uittreksel


De ingewijden kenden de toekomst

Twee vragen


In dit boek wil ik stilstaan bij de toekomst: welke toekomst staat ons te wachten? Daarover valt namelijk veel meer te zeggen dan de meeste mensen denken. Het is veelzeggend dat we ons wel bezighouden met het verleden (denk alleen al aan de oudheidkundige musea, de historische biografieën en de films over historische gebeurtenissen), maar niet of nauwelijks met de toekomst. Op school krijgen de leerlingen wel het vak geschiedenis voorgeschoteld, maar vreemd genoeg geen vak dat hen bewust maakt van wat de toekomst ons zal brengen en hoe wij ons daarop kunnen voorbereiden.

Maar voor ik inga op de toekomst eerst even iets anders. Want zodra je de vraag stelt naar de toekomst en dus naar wat ons te wachten staat, komen er meteen twee vragen naar boven. Allereerst de vraag: is het überhaupt mogelijk iets zinnigs over de toekomst te zeggen? Is het mogelijk iets te zeggen over het pad dat de mensheid de komende eeuwen zal bewandelen? Is dat pad niet volkomen verborgen voor ons en wagen alleen sommige astrologen of paragnosten zich aan meer of minder betrouwbare uitspraken over de toekomst?

Denk als voorbeeld aan de coronacrisis: niemand wist dat het coronavirus de mensheid plotseling in zijn greep zou krijgen en niemand was voorbereid op de vele ingrijpende maatregelen die vanwege corona genomen werden. Dat alleen al maakt duidelijk hoe hachelijk het is om toch iets over de toekomst te willen zeggen. En de tweede vraag luidt: is het eigenlijk belangrijk om inzicht in de toekomst te krijgen? Over uiterlijk honderd jaar zijn we immers allemaal alweer gestorven. Dan – na onze dood – hebben we niets meer met de ontwikkelingen op aarde te maken, denken de meeste mensen. Waarom zouden we ons dan toch met die toekomst bezighouden?

Hoge ingewijden kenden de toekomst

Laten we eerst eens stilstaan bij die eerste vraag: is het mogelijk iets zinnigs over de toekomst te zeggen? Om een antwoord op die vraag te vinden is het wijs om eerst eens een blik te werpen op het verleden.

Want in het verleden zijn er mensen geweest die wel in staat waren om iets zinnigs te zeggen over de toekomst. Daarbij ging het altijd om hoge ingewijden. Zij konden de toekomst schouwend waarnemen. Anders gezegd: zij zagen helderziend indrukwekkende, grootse beelden die hen de toekomst onthulden. Beelden zoals we die bijvoorbeeld ook in het laatste Bijbelboek De Openbaring van Johannes aantreffen.

Laat mij drie voorbeelden noemen van zulke hoge ingewijden die de toekomst konden schouwen:

Allereerst Johannes van Patmos. Hij was de geliefde leerling van Jezus Christus die aan het einde van zijn leven op het Griekse eiland Patmos gevangen werd gezet. Daar kreeg hij in een grot ontzagwekkende toekomstvisioenen te zien. Hij dicteerde alles wat hij zag aan zijn leerling Prochorus die al die beelden nauwkeurig opschreef. Later werden deze visioenen in de Bijbel opgenomen als De Openbaring van Johannes.

Helaas zijn velen vergeten dat deze visioenen een beschrijving vormen van de toekomst. Maar dan wel in mystieke taal, de taal van het beeld. Jammer genoeg is de gevoeligheid voor wat die taal ons zeggen wil bijna geheel verloren gegaan. Daarmee ging in feite ook het toekomstperspectief verloren dat dit Bijbelboek ons schenkt.

Als tweede wil ik Hermes Trismegistos noemen. Hij was de grondlegger van de oude Egyptische cultuur en gaf aan die cultuur – zoals de Egyptenaren dat zelf omschreven – de wijsheid van de goden mee. Hij werd geëerd als een vergoddelijkte mens: Ze noemden hem Trismegistos, dat betekent: driewerf de allergrootste; omdat hij én de grootste wijsgeer én de grootste priester én de grootste koning was.

Hermes was in staat het goddelijke scheppingsplan te ontraadselen door zich op de aarde te richten en de fysieke wereld te doorgronden. Want, zei hij, aan de fysieke wereld, ja, zelfs aan het menselijk lichaam kun je de bedoelingen van de geestelijke wereld afezen. Als derde noem ik Zarathoestra. Hij was de hoge ingewijde die aan de basis stond van de oude Perzische cultuur. Zijn bijzondere grootheid wordt duidelijk als we ons realiseren dat zowel Hermes Trismegistos als Mozes, de leider van het Joodse volk, in een vorig leven zijn leerlingen waren.

Als hoge ingewijde voorzag hij dat een goddelijk wezen (dat wij later de Christus zouden noemen) eens naar de aarde zou afdalen om mens te worden. De leiding die hij aan het Perzische volk gaf, stond in het teken van die toekomstige ontwikkeling: ‘zijn’ mensen moesten de aarde tot ontwikkeling brengen zodat latere generaties dat goddelijke wezen gepast en waardig zouden kunnen ontvangen. Heel bijzonder is ook het feit dat hij in een latere incarnatie de Christus mocht bijstaan bij diens menswording.

Al deze hoge ingewijden – er zijn er natuurlijk veel meer dan de drie die ik heb genoemd – konden schouwen in de astrale wereld en zagen daar hoe de toekomst op aarde zich zou ontvouwen. Vanuit die hoge inzichten gaven zij leiding aan de mensheid. Zodoende werd het inzicht in de toekomst bepalend voor het doen en laten van de mensen. Je zou kunnen zeggen dat de hoge ingewijden uit die oude, vervlogen tijden hun volgelingen leerden om hun leven in dienst te stellen van de ontwikkeling die de goden beoogden.

Latere ingewijden

Maar niet alleen in lang vervlogen tijden, ook in latere eeuwen traden zulke ingewijden op. Als voorbeeld van die latere ingewijden uit de na-christelijke tijd wil ik wijzen op Emanuel Swedenborg, de wereldberoemde Zweedse geleerde (1688-1772). Hij was een universeel geleerde die thuis was in praktisch alle wetenschappen. Hij deed vele wetenschappelijke ontdekkingen, waarvan sommige pas in de twintigste eeuw als juist werden bevestigd.

In 1743 doorleefde hij een diepe levenscrisis die hem tot aan de rand van de waanzin en de wanhoop bracht. Toen hij deze crisis had doorstaan kreeg hij in de jaren daarna een reeks visioenen te zien waarin hem de toekomst van de mensheid geschilderd werd. Ook werden hem de beelden van De Openbaring van Johannes door een engel uitgelegd, zodat hij de toekomst kon begrijpen zoals Johannes die beschreven en onthuld had.

Terzijde: de ziener Jacob Lorber – een Oostenrijkse mysticus en profeet die omstreeks 1850 leefde – vertelde dat Emanuel Swedenborg een incarnatie was van de Joodse profeet Daniël. Ook Daniël beschrijft in het gelijknamige oudtestamentische Bijbelboek in grootse visioenen de toekomst; ook hij is dus een ziener.

Al deze zieners – en dat is kenmerkend voor hen – beschreven de toekomst in indrukwekkende, grootse beelden. Het was dus geen feitelijke beschrijving van de toekomst die zij waarnamen: hen werd de gang van de toekomstige ontwikkelingen in beelden getoond. Beelden die zij opdeden in de astrale wereld, maar die ons in de huidige tijd als raadselachtig of zelfs vreemd voorkomen. Maar in die beelden worden wel de geestelijke krachten zichtbaar die op de achtergrond spelen en die de gang van de evolutie bepalen.

Eeuwenlang beschikten de mensen aan wie de hoge ingewijden hun toekomstbeelden doorgaven nog over het vermogen om die beelden te begrijpen: ze voelden de betekenis ervan intuïtief aan. Met name in de vorige eeuw (maar het begon al eerder) werd dat vermogen, het intuïtieve aanvoelen van wat die beelden wilden zeggen, steeds zwakker. Uiteindelijk verloren de mensen dat vermogen helemaal. Daardoor begrijpen zij niet langer wat die visioenen van de grote ingewijden nu eigenlijk zeggen willen.

Zo kwam het dat die zo indrukwekkende beelden en visioenen in onze tijd meestal afgedaan worden als fantasie, hallucinatie of zelfs als onzin. En zo verdween in de voorbije eeuwen de kennis over toekomstige ontwikkelingen steeds meer.

Gelukkig kwam er een nieuwe hoge ingewijde naar de aarde: Rudolf Steiner. Hij was als eerste grote ingewijde in staat om de inhoud van de visioenen van Johannes en de beelden die de andere hoge ingewijden hadden geschouwd, in een heldere en logische taal te beschrijven. En dus in een taal die past bij het denken van de huidige, moderne mens.

Dankzij Rudolf Steiner is deze oude wijsheid nu ook toegankelijk geworden voor de mensen van deze tijd. Hij wordt dan ook terecht de grote ingewijde van de moderne tijd genoemd die niet alleen in staat was de toekomst te lezen in de astrale wereld, maar die ook het vermogen bezat om de beelden die hij daarbij opdeed te begrijpen. Zo kon het gebeuren dat Rudolf Steiner deze toekomstbeelden aan ons kon doorgeven in een heldere, logische taal.

De weg van de ingewijde

Maar hoe konden al die ingewijden zich deze kennis over de toekomst eigen maken en waarom kunnen wij dat niet meer? Dat was mogelijk omdat zij konden schouwen, iets wat wij niet kunnen. Anders gezegd: zij konden helderziend de toekomst waarnemen. Maar voordat zij in hun leven dat bijzondere vermogen ontvingen, ging er bijna altijd een ingrijpende ontwikkeling (die al in vorige levens was voorbereid) aan vooraf:

- De hoge ingewijden waren namelijk mensen die elke dag in stilte aan zichzelf werkten. Dat sprak voor hen vanzelf omdat ze zich de diepe zin daarvan bewust waren. Ze leerden om de verantwoordelijkheid voor hun eigen geestelijke ontwikkeling op zich te nemen. Dat deden ze in de voorchristelijke tijd meestal in tempels of mysteriescholen. In de huidige tijd doen ze dat – zoals Swedenborg dat bijvoorbeeld deed – in de stilte van hun eigen huis.

- De hoge ingewijden gingen vervolgens op een zeker moment in hun leven door een heftige en diepe levenscrisis heen. Een crisis waarbij ze zich totaal verlaten voelden (ook door de goddelijke wereld) en wanhopig waren. Denk maar aan wat ik hierboven over Emanuel Swedenborg vertelde.

- Maar wanneer zij deze crisis doorstaan hadden, ging volkomen onverwacht de geestelijke wereld voor hen open en konden zij schouwen in de geestelijke wereld.

De hoge ingewijden kregen met hun schouwende vermogen met name een sterke verbinding met de astrale wereld. Dat wil zeggen: zij konden niet alleen schouwen in de etherische wereld, maar ook in de astrale wereld die de etherische wereld overstijgt.

Het kenmerkende van de astrale wereld is dat daar geen ruimte te vinden is, maar wel tijd. Dat is op zich al moeilijk om je voor te stellen: dat de ruimte in de astrale wereld geen rol speelt, maar de tijd wel. Maar daarnaast is het ook nog eens zo dat de tijd in de astrale wereld anders verloopt dan hier op aarde: het is een omgekeerde tijd. Dat wil zeggen dat je in de astrale wereld eerst de toekomst ziet en dán pas, terugkijkend, de ontwikkelingen die naar die toekomst hebben geleid. De ingewijden die in de astrale wereld kunnen schouwen, kunnen daar dus de toekomst van de aarde en de mensheid in grootse beelden schouwen.

Zoals het vroeger met de ingewijden ging, zo gaat het tegenwoordig in feite nog steeds. Maar wel is het moeilijker dan vroeger geworden om uit je lichaam te treden en toekomstbeelden op te doen. Onze lichamen zijn harder en steviger geworden zodat het de moderne ingewijden moeilijker valt om daarvan los te komen, uit te treden en de astrale wereld binnen te gaan. Het blijft echter wel mogelijk. Maar hoe doe je dat dan?

Neem daarvoor de vroegere ingewijden tot voorbeeld: om tot een hoger inzicht te komen moet je allereerst jarenlang grondig en met volharding werken aan jezelf. Vervolgens ga je op een zeker moment door een levenscrisis heen die zo heftig is dat je denkt daaraan ten onder te gaan. Maar heb je die crisis doorstaan, ben je daarbij niet verhard geraakt (‘ik moet fink zijn’) en heb je de moed gehad al je houvasten los te laten, dan kan het gebeuren dat de hemel opengaat en dat je iets van die zoveel grotere wereld begint te zien en waar te nemen.

Alleen langs die weg kunnen hogere vermogens in ons ontwaken zoals een helder denken, een helder zien en/of een helder weten, die ons in staat stellen een blik op de toekomst te werpen. Overigens: Rudolf Steiner beschreef die ontwikkelingsweg voor de moderne mens uitgebreid in zijn bekende boek 'De weg tot inzicht in hogere werelden'.

Recensie

door Tsenne Kikke

Hans Stolp is pastor, auteur en veelgevraagd spreker. Hij studeerde theologie en maakte studie van de psychologie van Jung en van het esoterische christendom. Hij heeft talloze boeken op zijn naam staan (waaronder ook kinderboeken en dichtbundels), waarvan er vele bij Uitgeverij AnkhHermes verschenen. In zijn werk maakt hij de oorspronkelijke, spirituele of esoterische traditie (weer) voor een breed publiek toegankelijk. Een aantal van zijn boeken is in het Duits en Engels vertaald.

Koop dit boek bij


Bestellen
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht