ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Hekserij

Hekserij, of Wicca, kent in Europa een lange voorgeschiedenis. In het verleden werd er ook al een groot onderscheid gemaakt tussen magiërs enerzijds en tovenaars en heksen, anderzijds. Magiërs stonden meestal in dienst van een graaf, baron, heer of koning. Zij waren geleerden, die niet enkel en alleen hun eigen moedertaal spraken, maar ook Latijn en Hebreeuws, omdat ze de Kabbalah bestudeerden, maar ook de astrologie, enzovoorts. Tovenaars en heksen waren volkse, 'ongeletterden', die zich soms met spreuken bezighielden, maar vooral gespecialiseerd waren in het omgaan met Moeder Natuur. Heksen waren dus ook op de hoogte van kruidengeneeskunde uit die tijd.

Lange tijd werden heksen vervolgd, omdat ze werden beschouwd als een een groep, die regelmatig samenkwam met de bedoeling de christelijke leer ten schande te zetten. Maleficium zelf beoefenden ze dan weer individueel. Heksen waren voor de heksenervolgers een sekte van duivelaanbidders. We spreken nu wel over de jaren 1480 - 1700.

Hedendaagse heksenjachten worden nog steeds gemeld uit Sub-Saharisch Afrika, India en Papoea- Nieuw-Guinea. Officiële wetgeving tegen hekserij is nog altijd van kracht in Saoedi-Arabië en Kameroen.

Volgens een vergelijkende studie, uitgeschreven door sociologe Christina Larner (1933-1983,) werd er indertijd onderscheid gemaakt tussen drie soorten van hekserij, namelijk: Type A, Type B en Type C.

1. Type A - hekserij is maleficium, de eenvoudigste vorm van hekserij. Het kan zowel betrekking hebben op tovenarij - de fysieke manipulatie van objecten en/of bezweringen met woorden - en hekserij - het schade toebrengen aan anderen door krachten, geactiveerd door haat.

2. Type B - hekserij is verdrag-hekserij, waarbij een pact gesloten wordt met Satan, de christelijke duivel. Volgens Larner is hier de scheidingslijn tussen 'witte magie' (genezend) en 'zwarte magie' (maleficium, schadend) veel vager, omdat niet duidelijk is of de verworven krachten ten goede of ten kwade zullen gebruikt worden.

3. Type C - hekserij is sabbat-hekserij. Het zou kunnen beschouwd worden als een uitbreiding van verdrag-hekserij, maar de toevoeging van de sabbat maakt het verschil. Het combineert het idee dat heksen een pact met de duivel sluiten met het idee dat ze contact zoeken met andere heksen om hem te vereren. Deze combinatie is in Europa zelfs gebruikelijker dan het pact met één heks. Heksensabbats of meetings komen ook voor in niet-christelijke, primitieve culturen waar pacts met één persoonlijke duivel onbekend zijn.

Types A en C werden vervolgens nog als volgt verder onderverdeeld:

. Type A (Maleficium):

o Bij Type A1 wordt de heks beschuldigd van daden van maleficium.

o Type A2 representeert de complicaties die optreden wanneer maleficium in contact komt met een wettelijk systeem dat een bestaande formule heeft om de betekenis van maleficium te duiden.

o Type a1 stelt genezing voor (curing), de keerzijde van de macht tot maleficium.

o Type a2 wijst op genezing in een maatschappij die waarschijnlijk deze vorm van hekserij evengoed zal bestraffen als maleficium.

. Type C - Sabbath hekserij

o Type C1 zijn alle heksenmeetings

o Type C2 zijn meetings waar de duivel bij is, in om het even welke vorm.

o Type C3 is een gewilde omkering van de christelijke verering: de Satanische zwarte mis.

Wicca is de belangrijkste neo-heidense natuurreligie, in 1954 gepopulariseerd door Gerald Gardner (1884-1964), die het toen 'hekserij' of 'heksencultus' noemde en haar aanhangers 'de wicca's'. Hij verenigde het paganisme met de figuur van de heks. Gardner stelde namelijk dat hekserij een oude, voorchristelijke heidense mysteriecultus was. Daarbij inspireerde hij zich op oudere bronnen. Tevens was hij zeer goed bevriend met de magiër Aleister Crowley van wie hij zeer veel leerde.

Wicca kreeg eigenlijk pas ruime bekendheid met Gardners 'Witchcraft Today' uit 1954, waarin hij openlijk over hekserij sprak. Gardner zegt daarin dat hij in 1939 werd ingewijd in een coven (heksenkring), door een vrouw met de naam 'Old Dorothy'. Zijn ervaringen met covens zouden hem later van pas komen om zijn visie op nieuwe hekserij te publiceren en te promoten. Tot 1951 bestond in Engeland nog een wet op hekserij, zodat Gardner pas na het intrekken van dit verbod aan zijn boek kon beginnen.

Omstreeks 1950 introduceerde hij reeds zijn 'Book of Shadows', een soort van 'kookboek' boordevol gevuld met spreuken en bezweringen dat door een nieuwe heks gekopieerd en aangevuld moest worden. Gardner besteedde ook veel aandacht aan het uitwerken van verschillende rituelen voor de nieuwe hekserij, en hierin werd hij geholpen door zijn vriend Ross Nichols, die toen hoofd was van the 'Ancient Druid Order'. De rituelen, zo werd toen vastgesteld, moesten plaatsvinden binnen een gewijde, gezuiverde cirkel, waarbij de heks in het centrum als een kanaal de magische krachten van de heksen in de kring ontving.

Over wicca schrijven is niet eenvoudig, gewoonweg omdat er zoveel verschillende stromingen zijn, waaronder, bijvoorbeeld, de Gardneriaanse en Alexandrijnse wicca, om er maar twee van op te noemen.

Wicca is een min of meer georganiseerde vorm van hekserij, maar dit betekent niet dat deze begrippen synoniem zijn. Moderne wicca is behalve een natuurreligie vooral ook een ecologisch en feministisch geïnspireerde filosofie.

Volgelingen van wicca inspireren zich op voorchristelijke bronnen, Europese folklore en mythologie. Zij beschouwen zichzelf als priesters en priesteressen van een voorchristelijke sjamanistische natuurreligie die een godin vereert die gerelateerd is aan de Moedergodin in haar drie aspecten van Maagd, Moeder en Heks. Soms wordt ook de Maan vereerd.

In heel wat tradities van wicca wordt ook een Gehoornde God vereerd, die afgeleid is van de god van de dieren, de jacht, de dood en de wouden uit de oudheid.

Veel wicca's zien zichzelf ook als de moderne erfgenamen van oude tradities uit onder meer Egypte, Kreta en Eleusis. Wicca wordt dan ook de 'Oude Religie' genoemd en presenteert zichzelf dus als een voortzetting van de Oude Tradities, maar is zélf bijna volledig 20e eeuws.

Wat wicca gemeen heeft met andere neopaganistische bewegingen is het zich afzetten tegen het rationalisme en de dominantie van de wetenschap, en een keuze voor een meer spirituele, natuurlijke levensstijl. Hiermee neemt wicca stelling tegen het materialisme, de technologische excessen en de vervreemding die wetenschap lijkt in de hand te werken.

Kenmerkend is dan ook dat het als tegencultuur vooral in hooggeïndustrialiseerde landen als Groot-Brittannië en de Verenigde Staten veel succes kent. De nadruk op nauwe banden met de natuur blijkt ook uit het belang van de seizoenen (de 8 jaarfeesten) en de maangetijden.

Dergelijke rituelen worden in wicca vooral opgevoerd tijdens die jaarfeesten. Zij kennen een gedeeltelijk vaste opzet, waarbinnen vaak een eigen invulling wordt gebracht. Een ritueel begint vaak met het trekken van de Cirkel. Met behulp van de Cirkel wordt een tempel opgebouwd, waarbinnen de wicca's zich beschermd voelen voor negatieve krachten van buitenaf en hun ritueel kunnen uitvoeren. De Cirkel wordt ook gezien als een plek waarin de opgewekte krachten zich kunnen bundelen en versterken, omdat zij in de ruimte gevangen blijven tot zij gericht worden vrijgelaten. Binnen de Cirkel vindt het ritueel plaats. Na afloop van het ritueel wordt de Cirkel (en dus de tempel) weer geopend en afgebroken. Een tweede onderdeel van een ritueel is de "cake-en-wijn"-ceremonie. Hierbij worden door de heksen in de coven voedsel en drank gedeeld. Dit onderdeel van het ritueel is om je weer te gronden, weer met beide benen op de aarde te staan.

Druïcca is een synthese tussen het druïdisme en wicca. Het woord 'Druïcca' is een samentrekking van het woord Druïdisme en het woord Wicca.

Een minder goede benaming hiervoor is ook wel 'Keltische Wicca'. Keltische Wicca is een synthese van Wicca en Keltische elementen. De naam Keltische Wicca suggereert echter dat deze vorm van Wicca Keltisch is. Philip Carr-Gomm komt in zijn boek 'De magie van Heksen en Druïden' met het woord 'druïderij'; een samentrekking van het woord Druïdisme en Hekserij. In februari 2005 introduceerde MoonCrow de benaming 'Druïcca'.

Druïcca is zowel de naam van de hoofdstroming als van de mannelijke en vrouwelijke leden. Druïcca covens of groves accepteren buiten hun coven, of grove, geen autoriteit over hun coven of over wat Druïcca zou inhouden. Druïcca staat dicht bij het dagelijkse leven en de natuur. Druïcca hecht geen belang aan een hechte organisatie uit verzet tegen starheid en onbeweeglijkheid, die inherent zou zijn aan organisaties. Druïcca geeft niets om uiterlijk vertoon, hiërarchie en indrukwekkende titels.

Iedereen die dat wil kan zichzelf een Druïcca noemen, je hoeft geen lid te worden van een bepaalde groep of coven. Druïcca beschouwt zich als een van de vele wegen tussen de andere wegen in Wicca, Druïdisme en andere religies, die allen tot hetzelfde resultaat leiden. In zekere zin betekent dit volgens Wicca-aanhangers dat het niet uitmaakt welke religie men kiest.

Bron: Wikipedia

Organisaties gespecialiseerd in hekserij


  • Vind nog meer organisaties gespecialiseerd in hekserij op Zoek&Vind.
  • Jouw organisatie er nog niet tussen? Voeg ze toe op Zoek&Vind!
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht