ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Jan Foudraine, oftewel Swami Deva Amrito, is niet meer

De auteur van de bestseller 'Wie is van hout?' is op 87-jarige leeftijd overleden
door Tsenne Kikke - zaterdag 5 maart 2016 0:28

De Amsterdamse psychiater en schrijver Jan Foudraine is twee dagen na zijn verjaardag op 87-jarige leeftijd overleden. De crematie vond donderdag 3 maart in besloten kring plaats.

Hij was vooral bekend als auteur van het boek 'Wie is van Hout?' uit 1971, waarin hij de traditionele psychiatrie ter discussie stelde, en pleitte voor een herwaardering van het begrip "schizofrenie". De kerngedachte ervan was, dat de maatschappij mensen ziek maakte door hen hun vrijheid te ontnemen. Psychiatrische patiënten werden liefst ergens afgelegen in een bos opgesloten in een inrichting, waar ze medicijnen en andere behandelingen, zoals elektroshocks, kregen toegediend. Van praten met een patiënt was in die jaren geen sprake.

De film 'One flew over the cuckoo’s nest', bijvoorbeeld, met Jack Nicholson in de hoofdrol, bracht schrijnend in beeld wat men fout achtte in de oude vorm van psychiatrie.

Foudraine verzette zich tegen termen als ‘zieke’ en ‘gezonde’ mensen. Volgens hem hebben schizofrenen problemen, net als iedereen, maar het zijn geen wilsonbekwamen die als een 'ding' kunnen worden behandeld, als ware zij van hout. Zij moesten ‘baas in eigen brein’ worden, zoals een bekende leus uit die tijd luidde. In plaats van pillen werd het devies: praten.

Het meest vreemde hierbij was, dat hij als psychiater niet kon inzien, dat baas worden over een defect brein geen gemakkelijke taak is: een bijna onmogelijke zelfs.

Eind jaren '70 vertrok hij naar India waar hij lange tijd verbleef bij Bhagwan Sri Rajneesh, later 'Osho' genoemd, die hem de naam 'Swami Deva Amrito' gaf. Tot het eind van zijn leven bleef hij, ondanks die naam- en gedeeltelijke persoonlijkheid aanpassing, als psychotherapeut patiënten zien.

Jan Foudraine werd beschouwd als één van de grondleggers van de 'antipsychiatrie', die in de jaren '70 tot enkele conflicten en minzame veranderingen in de wereld van de psychiatrie leidde. Door zijn ervaringen bij Bhagwan ging hijzelf ook de psychiatrie anders benaderen, zijnde: vanuit een mystiek-filosofische invalshoek. Zijn laatste boek 'Metanoia' uit 2004 kan daarvan het beste voorbeeld zijn. Op Wikipedia lezen we daarvan het volgende over...

Metanoia

Het (psychisch) lijden van mensen, zo wordt in dit boek uiteengezet, ontstaat door een idee van afgescheidenheid en kan worden opgeheven door het loslaten van het ego-begrip (Freuds Ich) en het ontdekken van non-dualisme of advaita (letterlijk: niet-tweeheid, een begrip uit de hindoeïstische filosofie). Non-dualiteit impliceert dat het onderscheid Ik versus de Ander/het Andere slechts kunstmatig in stand wordt gehouden, maar in feite niet bestaat. Wanneer dit wordt ontdekt, is al wat overblijft: niets, of een gevoel van verlies ('a sense of bereavement'). Dit sterven van het ego binnen het psychosomatisch organisme is een ingrijpende gebeurtenis (het is tegelijkertijd 'to be and not to be'). Het kan gepaard gaan met angst, aangezien de persoonlijkheid van jongs af aan is geconditioneerd, en het individu zich hiermee sterk identificeert. De fictie van de afgescheiden persoon (van persona, letterlijk: masker) te ontdekken is als het ontwaken uit een droom. De ontwaakte persoon is als een druppel teruggevloeid in de oceaan van gewaarzijn ('awareness'), wat tegelijk een herinnering is van wat al was, namelijk een-zijn.

Technieken die mensen bij de overgang naar dit al-een-zijn kunnen (maar niet hoeven) ondersteunen, zijn respectievelijk psychotherapie en/of meditatie. Foudraine verwijst in dit boek regelmatig naar de mystici Jiddu Krishnamurti en Tony Parsons (onder anderen).

Nota: een druppel, teruggevloeid in de oceaan, is geen druppel meer - met als gevolg, dat elke molecule ervan nooit meer in die oceaan terug te vinden is.

Commentaren op zijn 'Metanoia'

Interessant zijn misschien de bemerkingen en de opbouwende kritiek van Jean-Marie Decuypere, die je via deze link kunt lezen. Zo begint hij met de woorden: "Het punt waar Jan Foudraine in zijn eerste boek, 'Wie is van hout', uit de bocht ging en dat beknopt nog even overdoet in het eerste hoofdstuk van 'Metanoia' is, dat hij zich blijft verzetten tegen de evidentie dat ernstige geestesziekten niet alleen biologisch bepaald zijn maar, sterker zelfs, soms genetisch zijn ingebakken om pas op latere leeftijd de kop op te steken, zoals bijvoorbeeld schizofrenie. Kortom, Jan Foudraine neemt in hoofdstuk 1 een loopje met de werkelijkheid en demonstreert beslist een te romantische visie op ernstige psychopathologie."

Ook was Joost Niemoller in 1997 niet al te mild over sommige dingen die Jan Foudraine in zijn boek had afgedrukt, en er naderhand 'op een freudeleuze manier' wijzigingen aanbracht. In zijn artikel, getiteld: 'Jan foudraine de therapeuter', waarvan hier de link, schreef hij het volgende...

A. J. Heerma Van Voss, destijds redacteur van de Haagse Post, stuitte ten tijde van het 'Wie is van hout'-succes in een interview met Foudraine op een stinkend zaakje. Terloops vroeg Heerma van Voss nog even hoe dat nu zat met een van die door Foudraine beschreven patiënten, ene Walter, 'schizofreen', die volgens het boek onder de magische handen van de psychiater opbloeide, waar de wetenschappers faalden. Helaas, zo stond in 'Wie is van hout'... te lezen, overleed Walter drie maanden na de behandeling alsnog aan een stompzinnig ongeluk, waarbij geen sprake was geweest van zelfmoord.

Nou, zo zat het niet helemaal, meldde Foudraine bij nader inzien. In werkelijkheid slikte Walter iets in om zichzelf schoon te wassen en stikte hij. Zeep. Walter was, stelt Heerma van Voss, de cause célèbre van zijn boek. Dit is niet zomaar een foutje. De bodem is met deze wetenschap uit het boek gevallen. Foudraine maakt het er later alleen nog maar erger op door stilletjes in de dertiende druk van 'Wie is van hout'... de hele dood van Walter te schrappen en er een positief einde aan te draaien.

Het is een voorval dat Heerma van Voss in grote woede deed ontsteken, zoals terug te lezen valt in diens bundel 'De haas en de jager'. Terechte woede. Want de beroemde Foudraine, steun en toeverlaat voor mensen in nood, hervormer van de psychiatrie, ziener en betrokken mens, bleek niets anders dan een stiekeme fraudeur. In de vijfentwintigste druk die ik heb, valt te lezen hoe Walter, die in werkelijkheid dus zo gruwelijk aan zijn einde kwam, en die met een juiste medicijnenbehandeling misschien wel een heel leefbaar leven had kunnen leiden, een fictief levenslot kreeg toegemeten, waaruit ook nog eens de aanhankelijkheid ten opzichte van zijn grote therapeutische meester moest blijken. Foudraine bakte ervan: 'Hij kwam daar onder de goede zorg van mijn vriend en collega John Waage. Ook zij spraken veel met elkaar, o.a. over de scheiding en verlating die mijn vertrek naar Amerika voor hem betekende.'

Als je er nog dat soort details aan toe durft te voegen, wat voor mens ben je dan?

Foudraine zelf doet alsof zijn neus bloedt. In een eerdere poging tot 'Wie is van hout'... deel II, getiteld 'Oorspronkelijk gezicht: Een gang naar huis', schrijft hij achteloos: 'Verder heeft de pientere journalist van de Haagse Post de dertiende druk nog eens met een microscoop nagelezen. Hij constateert een aantal wijzigingen en weet niet veel anders te doen dan me voor leugenaar te zetten.' Pas in 1981, een kleine tien jaar later, geeft hij aan Bibeb in 'Vrij Nederland' kribbig toe een fout gemaakt te hebben: 'Ik had niet moeten schrappen. Ik heb je al eerder gezegd dat ik sinds Bhagwan mijn eigen leugens duidelijk zie.'

Mooi. Maar in 1986 ziet Foudraine het in een ingezonden brief in 'Het Parool' weer heel anders: 'Heerma van Voss heeft in 1972 n.a.v. zijn poging mijn integriteit aan te vallen een afdoende antwoord ontvangen en ik ben niet van plan dat veertien jaar (!) later nog eens te herhalen. Ik sta volledig achter de inhoud van mijn eerdere boek 'Wie is van hout'... Het bevat geen leugens.' Je moet maar durven.

Maar sommigen durven alles. Omdat ze maar wat doen.

Nawoord: Voor elk woord dat er ooit uit de mond van Bhagwan Sri Rajneesh, alias 'Osho', heb ik het meeste respect. De meesten ervan werden door zijn volgelingen in boeken verwerkt. Osho haalde in zeer veel van zijn toespraken Gurdjieff aan. Op de vraag wat het wezenlijke verschil tussen Osho en Gurdjieff is, kan ik antwoorden dat Gurdjieff op een zeer duidelijke manier beschreef wie of wat de 'mens' is , en Osho ons de bewijzen ervan leverde.

Welke rol een Jan Foudraine en talrijke anderen daarin hebben gespeeld, laat ik momenteel terzijde. Jan heeft nu rust nodig, eeuwige rust.

Commentaar


Wees de eerste om te reageren!

Reageer


Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten kun je hier inloggen.

Mijn naam:
Mijn e-mail adres:
Mijn commentaar:
Verificatie:
Typ de code hierboven in:


School voor ontwikkeling van De Innerlijke Mens


Adverteer op Spiritualia
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht