Een mens kan niet herboren worden zonder in de eerste plaats te zijn gestorven - en, omdat misschien niet iedereen deze woorden écht begrijpt, voeg ik eraan toe dat het niets met fysieke dood te maken heeft. Anderzijds is Jezus wel op drie dagen na zijn kruisiging uit de dood verrezen, maar bij hem greep er gelijktijdig een aardbeving plaats.
Zoals je weet, of zou moeten weten, werd ik vandaag begraven. Ikzelf ben er niet naartoe geweest, gewoonweg omdat ik meestal nooit naar begrafenissen ga, tenzij ik me voor de een of andere reden verplicht voel.
Of het een geslaagde 1-Aprilvis was, weet ik niet, maar ik hoop dat ik enkele lezers heb kunnen 'vangen', en aansporen te beseffen dat eenieder van ons op eender welk moment deze Aarde kan verlaten. Dermate sterfelijk zijn we.
Feit is, dat zeer veel mensen dit al te snel vergeten, ... alsof ze onsterfelijk zijn. En, aan allen die aan Zelfkennis doen, raad ik aan om er spoed achter te zetten. Theorie en filosofie in de praktijk omzetten, bedoel ik.
Ondertussen heb ik voor de tweede maal het boek 'Filosofie en de zin van het leven' uitgelezen. Een tweede maal, omdat ik - na het te hebben gelezen - vergeten ben er een recensie over te schrijven. Ik kom hier later op terug.
1 april
Een 1 aprilvis, ook wel aprilgrap, is een traditie waarbij mensen elkaar op 1 april voor de gek proberen te houden. Zeer veel mensen verwarren het woordje 'grap' met 'grappig'. Nochtans hoeft mensen-voor-de-gek-houden niet per se grappig te zijn - en, in verband met Zelfkennis mag men dan ook geen schokken verwachten die mensen doen lachen; wel schokken, die altijd bedoeld zijn iemand 'wakker' te maken, al was het maar voor een fractie van een seconde.
Dankzij schokken kan een mens inzien dat hij over overtollige energie beschikt, die bij ontlading enorm krachtig kan zijn. Deze samengebundelde reserve-energie kan ook dankzij superinspanningen worden vrijgegeven. Elke inspanning vergt energie, maar tegelijkertijd produceert elke inspanning extra energie - en, hoe meer een mens zich inspant, hoe meer energie er wordt opgewekt.
Anders gezegd: indien een mens nooit iets onderneemt, en enkel en alleen op zijn luie achterwerk filosofeert en over de dingen nadenkt, komt er nooit energie vrij. Integendeel: hij wiegt zich in een diepere slaap en wakkert daarbij de droom- en verbeeldingswereld aan.
Kortom: zowel schokken, evenals superinspanningen, maken méér energie vrij, doch schokken kunnen niet het werk verrichten waarvoor inspanningen nodig zijn. Schokken hebben invloed op de centra maar niet op bewustzijn. Daar zijn inspanningen voor nodig. Schokken kunnen wel een centrum openen door de energieën, die her en der in het lichaam zijn verspreid, samen te bundelen en een flits van bewustzijn veroorzaken, opdat een mens dan eventjes met een hoger niveau van bewustzijn kan verbonden worden en 'wakker' wordt, om dan alweer in slaap te verzeilen. Meestal: een veel diepere dan voorheen.
Enkel en alleen door deze ruwe, onverteerde energie in veel fijnere te transformeren, of te veredelen, kan een mens in contact worden gebracht met een hogere bewustzijnstoestand en uit de dagdagelijkse slaaptoestand ontwaken. Wel is het een feit dat de mens zélf de nodige inspanningen kan leveren om het werk aan zichzelf aan te vangen, maar aan zichzelf schokken geven, is onmogelijk. Die moeten van buitenaf komen.
Elke mens reageert op een verschillende manier op de binnenkomende prikkels; dit, afhankelijk van zijn type. Voor velen, die aan Zelfkennis doen, kan het bericht van iemands overlijden achteraf doen inzien dat er nog veel werk aan de winkel is met betrekking tot interne en externe consideratie. Graag haal ik hier het voorbeeld van Socrates' leerlingen aan...
Op Wikepedia kunnen we het volgende over de 'Phaedo', één van de dialogen van Plato. Hierin vertelt Phaedo aan Echekratès hoe de laatste dag van Socrates' leven (399 v. Chr.) verlopen is, met name het gesprek dat enkele vrienden met hem hadden. Toch raad ik jou niet deze, maar de volledige tekst aan. Haal dus ooit eens 'Plato's Dialogen' in huis.
Inleiding
De ware filosoof is iemand, die niet geeft om zaken als dure kleding, en dergelijke. De grote massa zegt van zo iemand dat hij nauwelijks leeft. Maar onze ziel functioneert het beste, wanneer ze niet gestoord wordt door invloeden afkomstig van het lichaam. Hiertoe rekent Plato ook hetgeen via de zintuigen tot ons komt. Zaken als 'Het Schone', 'Het Rechtvaardige' et cetera, nemen wij niet waar middels de zintuigen, maar met de ziel. Voor de kennis van deze onzichtbare zaken zijn de filosofen het best toegerust, omdat zij degenen zijn die zich op hun zielenleven concentreren, en zich zo min mogelijk laten storen door hun lichaam bij hun 'denken', en wier ideaal het is met de ziel zelf de dingen zelf te aanschouwen, zoals Plato het noemt.
Feitelijk is de dood hetgeen waarnaar de filosoof streeft, want pas dan is de ziel volledig gescheiden van het lichaam. Pas dan zullen we door ons zelf alleen kennen hetgeen zuiver is. In die zin is het leven een voorbereiding op de dood, al is zelfmoord niet iets wat de goden goedkeuren. Hiermee heeft Plato het bovengenoemde 'verwijt' dat men de filosofen maakt, omgedraaid, en er een compliment van gemaakt. De filosoof zal de dood dus verwelkomen en niet vrezen. Socrates ziet de dood dan ook met vertrouwen tegemoet. Maar één van zijn vrienden, Kebès, werpt de vraag op of de ziel na de scheiding van het lichaam wel blijft voortbestaan.
Mythe
Socrates probeert het lot van de zielen na de dood aanschouwelijk te maken. Hij legt uit dat de aarde een bol is die zich in het midden van het universum bevindt. Uitsluitend als gevolg van deze centrale positie wordt ze op haar plaats gehouden. Maar de aarde is niet slechts wat wij er van zien: ze bevat ook een 'bovenaarde' en een 'onderaarde' (onderwereld).
Wij zien die 'bovenaarde' niet (Werelden-24, - 12- en 6), omdat de regionen waarin wij ons bevinden niet helder genoeg zijn (Wereld 48): het is zoals wanneer iemand vanaf de bodem van de zee omhoog kijkt; het water is niet transparant genoeg om hem een blik te gunnen op hetgeen zich boven water bevindt. De drie regionen communiceren met elkaar middels rivieren, die uit de mythologie bekende namen dragen.
Hij beschrijft vervolgens hoe de zielen naar een plaats worden geleid, de 'Hades' (onderwereld), waar ze hun oordeel te horen krijgen. De goede zielen (die toebehoord hebben aan een filosoof) worden direct naar hun plaats van bestemming gebracht, de 'bovenaarde' (Werelden-24, - 12- en 6), waar ze een gelukzalig bestaan leiden. De allerbesten mogen daar blijven en hoeven nooit meer in een lichaam te treden. De allerslechtsten daarentegen worden in de kolkende Tartaros geworpen en komen daar nooit meer uit (Wereld 96).
Einde
De zon staat op ondergaan. Het is voor mij nu tijd om te gaan, zegt Socrates. Kriton vraagt hoe hij begraven wil worden. Daarop antwoordt Socrates dat zijn hele voorafgaande betoog op Kriton kennelijk geen indruk heeft gemaakt, want niet hij, Socrates, wordt begraven, maar zijn lichaam. En daar mogen ze mee doen zoals het hen goeddunkt. Daarop verwijdert hij zich om zich te gaan wassen; zijn vrienden zitten bijeen, en voelen zich alsof ze voortaan als weeskinderen door het leven moeten gaan. Socrates keert terug, een gevangenis-bediende brengt hem de gifbeker. Kriton vraagt Socrates het drinken zo lang mogelijk uit te stellen, maar Socrates zegt dat hij zich daarmee belachelijk zou maken, gezien de strekking van zijn betoog van de voorafgaande uren. Zonder aarzeling drinkt hij de beker leeg. Op dat moment beginnen zijn vrienden ongegeneerd te huilen. Socrates roept ze op zich te vermannen. Dat doen ze, maar nu voelt Socrates snel van onderaf de gevoelloosheid in zijn benen kruipen, en deze trekt snel omhoog. Na een laatste stuiptrekking overlijdt hij. Kriton sluit hem de ogen en de mond.
- Eerder treurden de leerlingen en konden maar niet begrijpen waarom Socrates er zich zo rustig en uitgelaten uitzag, wetende dat hij ging sterven. Daarop maakte Socrates hen duidelijk dat hij stond te popelen om de wereld te bezoeken die hij zijn gehele leven lang vanuit deze Aardse wereld heeft leren bestuderen en kennen, namelijk: de wereld van de ziel (Werelden-24, -12, of 6).
In navolging hiervan mag er op mijn begrafenis heel gerust het volgende liedje van Will Ferdy, daterend uit 1964, worden afgespeeld. Het is de Vlaamse versie van Jacques Brel's 'Le moribond'. Enkel en alleen de namen die erin voorkomen dienen gewijzigd te worden, maar het is vooral het refrein waarvan zelfs een Socrates had kunnen houden.
Dus, indien je ooit te horen krijgt dat ik ben overleden, doe dan aan externe consideratie en vier mee. Beloofd, Zelfkennisser? Maar, blijf van die kist weg: ik ben daar toch niet.
Nu ik het over de Dood had, wat is de zin van het Leven?
"Wat is de zin van het Leven?"... Ik bedoel: van alles wat op Aarde leeft. Natuurlijk kun je de vraag verpersoonlijken, jezelf erbij betrekken, en de vraag: "Wat is de zin van mijn leven?" aan jezelf te stellen.
Een andere vraag zou kunnen zijn: "Wat is het doel van het Leven?". Opnieuw heeft de vraag betrekking op 'Alles wat leeft'. En, jawel: wat het doel van jouw leven is, kun je voor jezelf eveneens in vraag stellen.
Het monster, dat Frankenstein gecreëerd had, kon op de vraagstelling naar het doel van zijn leven wel degelijk een antwoord geven, ... en zelfs de vraag: "Waarom ben ik hier op Aarde?" beantwoorden, gewoonweg omdat hij zijn schepper en diens doelstellingen kende.
Zo kon het schepsel, nadat hij een taal had aangeleerd, te horen hebben gekregen hoe hij werd samengesteld (hij had het gelezen), hoe hij tot leven werd gebracht, dat hij enkel en alleen geschapen was om het huis op te kuisen, in de hof te werken, om bomen te gaan omkappen en voor de winterse brandhoutreserve te zorgen, en zo meer.
Maar ook hij zou daardoor geen antwoord op de vraag naar de zin van zijn eigen bestaan hebben verkregen.
Het probleem met het monster begon toen hij aan zijn schepper, Frankenstein genaamd - net als Adam indertijd - vroeg om een vrouw als metgezel voor hem te fabriceren. Frankenstein stemde toe, maar halverwege het proces vernietigde hij het nieuwe gedrocht uit angst dat het een kwaadaardig wezen zou worden en anderen pijn zou doen.
Het monster reageerde daarop door Frankenstein's beste vriend te doden, en op de avond van Frankenstein's bruiloft doodt hij ook diens vrouw.
In wezen had het monster van Frankenstein zijn woede moeten uitwerken op diens ware schepper, namelijk: op de Engelse schrijfster Mary Shelley - want, het was zij die het scenario en het volledige script voor Victor Frankenstein uitschreef.
De moraal van dit verhaal is dat het geen zin heeft om in het verleden te gaan ploeteren, zelfs niet in vorige levens, indien je daarin geloof hecht. Het is in de toekomst waar je de rest van jou leven zult doorbrengen en laat dat verleden los.
"Wat is de zin van het Leven?"...
... is een vraag die men soms aan zichzelf kan stellen. Om deze vraag trachten te beantwoorden, verwijs ik jou binnen enkele minuten naar een fragment uit het boek van Julian Baggini: 'Filosofie en de zin van het leven'.
Enerzijds mogen vragen worden gesteld - maar, moeten ze per se worden beantwoord? Misschien zijn we verkeerd vertrokken door de vraag te stellen. Kunnen we als mens niet gewoonweg het leven met veel zin op een zinvolle manier beleven?
Doch, indien we dan toch de vraag "Wat is de zin van mijn leven?" willen beantwoorden en, wegens het feit dat we in onszelf geen gepaste antwoorden vinden, kunnen we, bijvoorbeeld, de vele filosofen raadplegen en hún meningen lezen. Met 'gepaste antwoorden' bedoel ik: antwoorden van filosofische aard, tenzij men tevreden is met zaken, zoals: "Ik leef voor mijn kinderen/mijn werk, et cetera." Maar eenmaal dat doel bereikt, moet men voor een nieuw doel zorgen. Voor wat die vrouw betreft: voor de kleinkinderen zorgen, bijvoorbeeld.
Julian Baggini is misschien geen echte filosoof, maar hij geeft zich uit als de oprichter van het Engelse 'The Philosophers Magazine'. Ook heeft hij reeds verscheidene boeken gepubliceerd, waaronder 'Filosofie en de zin van het leven', waarin hij duidelijk laat merken dat hij een zeer belezen man is; dermate belezen, dat ik op de duur niet meer wist welke woorden van hemzelf zijn en welke hij van andere auteurs had ontleend.
Toch is dit boekje een echte aanrader voor elke lezer die zich graag in de wereld van de filosofie wenst te verdiepen, evenals voor de lezers die denken alles van het onderwerp af te weten. Anders gezegd: Julian Baggini is erin geslaagd mij bij de inhoud van zijn werk te betrekken en mij te laten nadenken.
Zo Boven, zo Beneden ...
... kan op verschillende manieren worden vertaald; dit, afhankelijk van het ja dan neen beschikken over bepaalde kennis, en in de veronderstelling dat je aan die kennis genoeg geloofwaardigheid hecht. Indien dit het geval is, en je dus begrijpt waarom het Boven bestaat (als gevolg van een oorzaak uitgaande van... (?), noem het: 'Het Absolute'), kun je tegelijkertijd beseffen dat het kleine van Beneden (als gevolg van een tweede oorzaak uitgaande van het Boven), waaronder jij en ik, als delen van het Geheel dienen te worden aanzien, en de mensheid en alles wat op Aarde leeft, deel uitmaakt van het zogenaamde 'Groter Doel'. Woorden, bestemd voor de eclectici, sorry.
Nochtans beweert Baggini dat het een verkeerde aanname is dat het menselijk leven een ingebouwd doel heeft meegekregen. En voegde daaraan toe, dat het feit dat we dus geen doel of betekenis in de oorsprong van het menselijk leven kunnen ontdekken, geen reden vormt om te veronderstellen dat het menselijk bestaan geen doel of betekenis heeft.
De vraag "Waarom zijn we hier?" is wel degelijk dubbelzinnig en nodigt uit tot twee verschillende manier van beantwoorden.
1) De ene geeft verklaring voor de oorzaken waardoor we hier zijn, en richt zich op verleden en oorsprong van de mensheid, en
2) De andere verklaart het doel van ons bestaan, en richt zich op toekomst en bestemming.
In de terminologie van Aristoteles gaat het eerste type van verklaring over de causa efficiens (de werkoorzaak) en het tweede over de causa finalis (de doeloorzaak).
Indien je de tekst die bij 'Zo Boven, zo Beneden' werd afgedrukt goed hebt begrepen, dan kun je begrijpen dat in dit geval beide type antwoorden bij elkaar aansluiten. Als simplistisch voorbeeld kunnen we hierbij aanhalen dat een autostrade in het verleden kan zijn aangelegd met als toekomstige doel dat er ooit auto's overheen zouden kunnen rijden. Volgens mij geldt hetzelfde voor het bestaan van de mensheid. Niet enkel en alleen voor de mensheid, maar voor de mensheid als deel van Alles wat Leeft.
Alles wat Leeft is dus met het doel geschapen om het Grotere Doel te dienen.
Zo zijn we in de twee grote met elkaar concurrerende verzamelingen van theorieën beland, die beide veel details onverklaard laten, maar die voldoende kader bieden om te kunnen nagaan wat hun gevolgen zijn als het gaat om de zin van het leven. Deze twee theorieën zijn het creationisme en het naturalisme, waarover Baggini het volgende schrijft... (klik op de link, hé!)
Welk doel?
Iemand die dacht dat ik effectief gestorven was, stelde de vraag: "Heeft hij zijn doel bereikt?". Toen ik dat hoorde, kwam de gedachte "Welk doel?"... in mij op. Plannen heb ik gehad, veel teveel plannen zelfs, en de meeste ervan werden tot op de dag van vandaag (nog) niet gerealiseerd. Maar, wie zijn zorg kan dit zijn? Alleszins niet de mijne.
Ik heb altijd groots en nog veel grootser gedacht. Hoe groots kunnen iemands resultaten zijn als men alsmaar klein denkt? Ik had, en heb nog immer, veel teveel plannen in mijn achterhoofd, maar geen doel. Zelfs indien ik er een zou hebben, zou ik Gurdjieff's raad opvolgen, en het bereiken ervan uitstellen, opdat ik langer leven zou.
Langer leven... Enkel dagen geleden nog bekeek ik een foto waarop de oudste vrouw ter wereld was afgebeeld. Ik dacht dat men haar gemummificeerd had. Zo oud en totaal uitgedroogd wil ik dan ook alweer niet worden.

Ik wil het leven verder beleven, maar mijn valiezen staan te allen tijd klaar. Leeg zijn ze vanbinnen, en zal ze dus nooit meenemen. Veel teveel ballast.
Dat heb je met metaforen: ze vertellen de mensen iets, maar ze zijn niet altijd even bruikbaar als puntje bij paaltje komt. Wie, tenslotte, heeft valiezen klaarstaan als men hem/haar komt ophalen?