ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Amberchele's brief uit de gevangenis groeide uit tot een prachtboek

J. C. Amberchele schreef een boek waarvan de inhoud écht interessant is.
door Tsenne Kikke - dinsdag 9 maart 2010 3:54

Je hebt mensen die uit zichzelf noodgedwongen inzien dat het leven andere dingen inhoudt dan geboren worden, opgroeien, eten, slapen, werken, seksen, en ontspanning zoeken om op een dag - wie weet wanneer? - de laatste adem uit te blazen.

Eén van die mensen heeft een inspirerend boek geschreven. Vanuit de gevangenis dan nog wel van waaruit hij nooit zal worden vrijgelaten. Maar dat hoeft ook niet, schrijft hij, en in dat boek geeft hij het waarom weer. Met andere woorden: als je jezelf op de een of andere manier 'gevangen' voelt en naar vrijheid snakt, raad ik jou dit boek ten zeerste aan. Het is dus een aanvullend werk, zowel gericht aan mensen die aan Zelfkennis doen, evenals aan al de anderen.

In het boek, getiteld 'Het Licht dat ik ben' begint - de nu 70-jarige J. C. Amberchele, een pseudoniem, met de volgende openingswoorden...

"Hoe ik mij ook mag hebben voorgesteld hoe deze wereld in elkaar zit, het heeft mij in elk geval niet erg geholpen, gezien het feit dat ik meer dan twintig jaar in de gevangenis heb doorgebracht. Ik heb de meeste van mijn overtuigingen overgenomen van mijn vader en van John Wayne, en alles wat niet buitengewoon stoer en buitengewoon cool was, was voor mij buitengewoon beschamend. Ik schaamde mij eigenlijk vrijwel voortdurend, omdat ik nooit aan de bespottelijke normen voldeed die ik kritiekloos tot de mijne had gemaakt. Ik hield mij vast aan een systeem van verwachtingen - waar ik, en niemand anders aan kon voldoen: hoe ik mij moest gedragen, hoe anderen mij moesten behandelen of anders zich in mijn aanwezigheid moesten gedragen, hoe de dagen en de maanden en de jaren gunstig voor mij moesten uitpakken.

Onnodig te zeggen dat ik de ultieme control freak werd. En net als bij alle andere control freaks zat er onder mijn masker van opgepoetste kracht een gevoel van leegte en verlorenheid, gevoed door een almaar doorgaande oorlog tussen degene die ik dacht te moeten zijn en degene die ik dacht te zijn. In verwarring, richtte ik mezelf telkens opnieuw te gronde, anderen meenemend.

En toen, jaren geleden - ik zat al lange tijd in de gevangenis - zag ik op de televisie een gesprek tussen Bill Moyers en Joseph Campbell. Als gevolg daarvan besloot ik een poging tot mediteren te doen. In het begin was het moeilijk, met al die mensen en al die geluiden van de gevangenis om mij heen. Maar al snel ontdekte ik, dat ik gedurende de meditatie weinig verwachtingen had, noch van mijzelf noch van anderen, alsof er geen anderen wáren. Het was een plek zonder normen en zonder schaamte, een veilige plek waar ik mijn misleide wil niet langer hoefde te laten gelden. Het was de eerste keer dat ik mijzelf werkelijk opmerkte, afgezien van enkele zeldzame momenten in mijn lange criminele carrière waarop dat gebeurde als gevolg van drugsgebruik of levensgevaarlijke situaties, de enkele erkenning van 'ik ben' in de kern van mijn bewustzijn wat, want dat werd toen duidelijk, er altijd al was geweest.

Vanaf dat moment probeerde ik de vraag te beantwoorden waar dit 'ik' vandaan kwam en vandaan bleef komen. Er moest een andere verklaring zijn.

Dit leidde tot zes jaar obsessief lezen. Ik wilde het nooit uitgesproken intuïtieve idee van mijn lsd-tijd in de jaren zestig onderzoeken, dat zich eerder gemanifesteerd had als angst. Ik vermoedde dat mijn perceptie van de wereld en mijn zogenaamde plaats in die wereld een illusie waren, dat de werkelijkheid anders was dan ik en de meeste anderen hadden gedacht. Het was alsof de mensheid de dupe was geworden van een poets die het universum zichzelf gebakken had. Het was duidelijk dat mijn leven tot dan toe een gevecht tegen de openbaring van die kennis was geweest, dat het had vastgehouden aan de leugens die mij waren aangereikt, dat het tekeer was gegaan om de waarheid van zich af te houden.

Ik las boeddhistische teksten. Ik las Gurdieff en Ouspensky. Ik las alles wat ik kon vinden over de christelijke mystici. Ik verslond Hafiz en Roemi. Vervolgens stortte ik mij in het werk van de grote Indiase wijzen. Ik ontdekte Wei Wu Wei, keerde terug tot het boeddhisme, bereid tot een lange studie. Ik was vastbesloten om dit mysterie waar alles om draait te ontrafelen."

"Het lijkt overduidelijk, dat veruit de meeste van de zes miljard mensen op deze planeet niet erg nieuwsgierig zijn naar wie of wat zij zijn. Zij spelen de rol die ze hebben geleerd te spelen, en dat is dat. Het verbijstert mij als ik zie dat het grootste deel van de wereldbevolking volop met een fundamentele leugen leeft, en dat de meesten die leugen bovendien tot de dood zullen verdedigen. Zijn wij zozeer op ons gemak of zijn wij zo bang dat wij niet de moeite nemen om een en ander te onderzoeken?"

Als je iets meer over dit boek aan de weet wenst te komen, ga dan gerust even naar onze afdeling 'Literatuur'. Hier is alvast de link.

Commentaar


Wees de eerste om te reageren!

Reageer


Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten kun je hier inloggen.

Mijn naam:
Mijn e-mail adres:
Mijn commentaar:
Verificatie:
Typ de code hierboven in:


School voor ontwikkeling van De Innerlijke Mens


Adverteer op Spiritualia
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht