ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Word zelf filosoof

Jan Bransen

Word zelf filosoof Type: Paperback
Uitgever: Veen Magazines
Gewicht: Onbekend
Aantal Pagina's: 224
ISBN: 90-8571-282-3
ISBN-13: 978-90-8571-282-4
Categorie: Filosofie
Richtprijs: € 22,5

Korte Inhoud


In 'Word zelf filosoof' leert hoogleraar filosofie Jan Bransen Nederland weer debatteren.
Met filosofische vaardigheden sta je sterker in discussies. De media overspoelen ons met allerlei meningen en we hebben er zelf ook nogal wat. Dit boek leert je om het kaf van het koren te scheiden. En aan de hand van allerlei voorbeelden, gedachte-experimenten zes filosofische vaardigheden laat filosoof Jan Bransen zien hoe die vaardigheden helpen bij het vormen van een degelijke eigen mening. Hij neemt de lezer mee op een reis door het hedendaagse meningencircuit, van het subtiel-groffe taalgebruik van Paul de Leeuw, tot de retoriek van Rita Verdonk, de opiniestukken over de vermeende verhuftering van de samenleving en het alledaagse geroddel op het werk.

Jan Bransen: 'Nu zeggen we maar wat! Opinies zijn tegenwoordig amusement. Maar hoe we aan onze meningen komen en waar ze op gestoeld zijn, lijken we veel minder interessant te vinden.'

Jan Bransen (1958) is hoogleraar filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij publiceerde onder meer Filosofie en ironie. Fantastische opmerkingen over de toekomst van een traditie (1992) en Drie modellen van het menselijk handelen (1999). Hij is oprichter van het tijdschrift Philosophical Explorations.

Uittreksel


Blz. 11: Mensen en meningen

1. Inleiding

Stel dat Barack Obama Nederland bezoekt omdat hij als de nieuwe president van het machtigste land ter wereld graag een goede indruk wil krijgen van het dagelijks leven in een typisch Europees gidsland. En stel dat zijn ambassadeur hem heeft geadviseerd jouw buurt te bezoeken omdat die zo uitgesproken Nederlands is. En stel, ten slotte, dat hij, onvoorstelbaar genoeg, jouw buurman gevraagd heeft hem door jullie buurt rond te leiden. Jouw buurman, godbetert! Die racist, yup, conservatief, atheïst, hippie, corpsbal, moslim, alcoholist, salonsocialist, of vul zelf je favoriete onbetrouwbare informant maar in. Je moet er niet aan denken dat Obama de meningen van jouw buurman zal overnemen.

Of stel dat jij een kind krijgt en je buurman moet met lede ogen toezien dat jij haar op gaat voeden, dat jij haar gaat informeren over hoe de wereld in elkaar zit, dat jouw meningen voor haar vanzelfsprekende gegevens gaan worden. Jij, godbetert! Dombo die je bent, of hufter, kapitalist, verlichtingsfundamentalist, griffo, tut, slappeling, en ga zo maar door. Het arme kind...

Er zijn eindeloos veel van dit soort situaties. De buurman trouwt misschien met een vrouw uit zijn land van herkomst en jij houdt je hart vast omdat die vrouw niet anders dan een verstoord beeld van Nederland kan krijgen. Of je krijgt nieuwe buren uit het noorden van het land die hun best doen om te integreren, maar vervolgens lid worden van de totaal verkeerde carnavalsvereniging.

In al deze voorbeelden blijkt dat meningen onze aandacht en zorg verdienen, omdat ze belangrijke uitgangspunten zijn voor onze verdere opvattingen en ons verdere gedrag, omdat ze partijdig, gekleurd, subjectief kunnen zijn en nieuwkomers daardoor op het verkeerde been kunnen zetten. Meningen zijn voor mensen - wezens met een taalvermogen - van groot belang. Ze geven mensen in nieuwe omstandigheden een vliegende start. Dat heeft grote voordelen, want we hoeven niet zelf alles uit te vinden. Maar het kan ook nadelig uitpakken als je niet geleerd hebt zorgvuldig met meningen om te gaan. Meningen functioneren maatschappelijk gezien als bindmiddel, maar ook als splijtstof. Meningen hebben twee kanten. Ze verschaffen ons toegang tot een kenbare wereld omdat ze een cognitieve component hebben. Maar ze hebben ook een evaluatieve component waardoor ze uitdrukking geven aan wat die wereld voor ons te betekenen heeft. Als je niet alert genoeg bent en niet weet met wiens mening je te maken hebt, kan deze evaluatieve component je flink frustreren. Daarom zal ik in dit hoofdstuk wijzen op het belang van een goed inzicht in het proces van opinievorming, omdat we meningen alleen maar gecontroleerd in ons sociale leven kunnen inzetten als we weten hoe we aan die meningen gekomen zijn. Precies met het oog op dat inzicht zullen we veel hebben aan de filosofische vaardigheden die ik in dit boek zal beschrijven.

2. Roddel als vliegende start: bindmiddel en splijtstof

Mensen zijn geen planten of dieren. Als mensen in een nieuwe situatie verzeild raken hebben ze veel meer mogelijkheden om te aarden dan planten of dieren. Ze kunnen net als de dieren hun ogen en oren de kost geven om snel een goed overzicht te krijgen van hun omgeving, om te weten waar ze moeten zijn als ze iets nodig hebben, om er een idee van te krijgen waar ze bescherming kunnen vinden, waar bedreigingen op de loer liggen, waar de mogelijkheden en de kansen liggen, enzovoort. Overleven, dat primaire biologische proces dat evolutionair van zo groot belang is, is voor mensen iets anders dan voor planten en dieren. Mensen zijn sociale wezens. Ze hoeven het niet alleen te doen. Sterker nog: ze kunnen het niet alleen doen. Overleven is voor mensen een sociaal gebeuren; dankzij de groep, maar ook in de groep. Medemensen zorgen voor mogelijkheden en kansen, voor bescherming, maar soms ook juist voor bedreiging. Er is een tweede, nog belangrijker verschil tussen mensen en andere wezens: wij hebben een taalvermogen. Overleven doen wij met en tussen woorden. Onze wereld is een talige wereld. Het zijn de meningen die ons kansen bieden, maar ons ook kunnen bedreigen.

Aan de hand van de fascinerende roddel-hypothese van Robin Dunbar'

kan de betekenis van taal voor het menselijk bestaan indringend uitgelegd worden. Dunbar betoogt aldus. Onze naaste voorouders leefden net als chimpansees en gorilla's in kleine sociale groepen. Zij besteedden net als de grote apen veel tijd aan vlooien - sociaal gedrag met behulp waarvan de hiërarchie en de wederzijdse goedgezindheid gegarandeerd konden worden. Vlooien is voor deze sociale dieren van groot belang om eensgezindheid in de groep in stand te houden. Door elkaar te vlooien blijven de dieren als het ware op de hoogte van elkaars positie in de groep en van elkaars bereidheid die positie te respecteren en te bevestigen. Vlooien bestendigt de goede relaties tussen de betrokkenen en zorgt ervoor dat zij samen een gemeenschap zijn.

Dunbars hypothese is nu dat de toename van de omvang van deze groepen dieren druk heeft uitgeoefend op de tijd die deze dieren nodig hadden voor het vlooien. Hoe meer leden zo'n groep heeft, hoe meer tijd ieder lid kwijt is aan vlooigedrag. Als een groep in ledental blijft groeien, wordt de maximale tijd die ieder lid beschikbaar heeft voor het vlooien op een gegeven moment bereikt en zelfs overschreden. Deze druk vraagt, aldus Dunbar, vanuit evolutionair perspectief om een oplossing. Elkaar vlooien is belangrijk voor de saamhorigheid, maar er moet natuurlijk ook tijd overblijven om te jagen, voort te planten en te zogen.

Recensie

door Tsenne Kikke
Achter een wat kleurloze titel en een al even kleurloze omslag gaat een verrassend kleurrijke en inspirerende inhoud schuil. De schrijver, hoogleraar in Nijmegen, bereikt drie dingen tegelijk. Hij legt uit welke specifieke instrumenten de filosoof gebruikt. Hij geeft concrete voorbeelden van dat gebruik, met frappante eye-openers als resultaat. En hij geeft met zijn voorbeelden een indringende visie op de problemen van mens en samenleving. De voorbeelden zijn actueel: ze gaan over Paul de Leeuw en minister Rouvoet, over hufters en het elektronisch kinddossier, over opvoeden, vrijheid en integratie. Een feest om te lezen voor weldenkende mensen. En verplichte kost voor de rest.

- Dr. D.G. van der Steen -

Filosofen zijn wereldvreemd. Het is een reputatie waar ze moeilijk van af komen. Misschien wel omdat ze terecht is. Filosofen vinden de wereld immers vreemd. Ze nemen afstand van en stellen zich vragen bij de gewone gang van zaken. En dat is een interessante houding. Is het bijvoorbeeld niet vreemd dat wij publieke omgangsvormen doorgaans afmeten aan onpersoonlijke regels van fatsoen? Als kind werd ik op de vingers getikt toen ik de buurvrouw vroeg wie de avond voordien bij hen op bezoek was gekomen (ik had de auto's voor hun huis zien staan) - nieuwsgierig zijn is onbeleefd, werd me verteld. Maar toen een anonieme medetreinreiziger me laatst vroeg waar ik dan wel op vakantie was geweest (hij zag mijn zware koffer), vond ik dat eigenlijk best prettig en helemaal niet onbeleefd. Waarom is afstandelijkheid de norm en interesse in mekaar de uitzondering? Onze samenleving kent tal van vreemde gewoontes en onze leefwereld hangt aan elkaar van niet vanzelfsprekende aannames. De beste manier om tot dit besef te komen is je arsenaal aan meningen onder de loep te nemen. Het afstand nemen van je meningen en het vormen van tweede-orde meningen is waar 'reflectie' op neerkomt. En met de nodige nuancering en kwalificatie zou je reflectie de specialiteit van de filosoof kunnen noemen.
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht