ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Wat ik geloof

Originele titel: Was ich glaube

Hans Küng

Wat ik geloof Type: Paperback
Uitgever: Ten Have
Gewicht: 495 gram
Aantal Pagina's: 318
ISBN: 90-259-6067-7
ISBN-13: 978-90-259-6067-4
Categorie: Godsbegrip
Richtprijs: € 21,9

Korte Inhoud


Het meest persoonlijke boek van Hans Küng tot nu toe. Wat blijft er als kern van zijn geloof over, als deze grote theoloog wetenschappelijke constructies en theologisch vakjargon probeert te overstijgen?

Hans Küng geeft antwoord op vragen als: Wat kan ik geloven, waarop kan ik vertrouwen, wat mag ik hopen en hoe moet ik leven? Deze geloofsbelijdenis maakt dit boek anders dan al zijn andere boeken, ook al vormen die de basis van 'Wat ik geloof'.

Hans Küng (1928) geldt als een van de meest vooraanstaande denkers van onze tijd. Zijn boeken zijn in vele talen verschenen. Al tientallen jaren vormen de verschillende wereldreligies het centrale thema van zijn werk, waarbij het christendom zijn geestelijke bakermat is.

Uittreksel


Blz. 178: Ik gebruik in principe geen gebedsformules waar ik niet achter sta en zou dat ook elke pastor willen aanbevelen. Bij traditionele kerkliederen moet men wat toleranter zijn. Mijn criterium is niet willekeurig. De teksten moeten ten eerste zijn gegrond in de christelijke boodschap en ten tweede te volgen zijn voor mensen van nu. Net als veel anderen formuleer ik daarom naar vroegchristelijk gebruik in de eredienst veel gebeden vrij. 'Eredienst' - daarmee komen we bij de voor mij meest centrale vraag. Ter ere van wie? Om welke God zou het eigenlijk moeten gaan?

De ene God en de vele goden

Voor mij is de Bijbel niet alleen cultuurerfgoed, niet alleen deel van de literaire canon, maar ook een uniek getuigenis van gelovige godservaringen door de eeuwen heen.

Wie zoals ik in de monotheïstische traditie is opgegroeid, vindt het vanzelfsprekend dat zowel de Hebreeuwse Bijbel als het Nieuwe Testament en de Koran verkondigen: Er is maar één God! God de Vader. De God van Abraham, Isaak en Jakob, maar ook van Ismaël. De God ook van de moeders Sara en Hagar, Rebekka en Rachel, en van het volk Israël. Die God is ook de God van de christenen en van de moslims.

Hij is dezelfde ene en enige God. Een dergelijk monotheïsme was in het begin allesbehalve vanzelfsprekend - integendeel. Het heeft vele eeuwen geduurd tot men in Israël besefte: Naast de ene God bestaan er slechts kleinere goden (zoals 'het lot'), geen even grote (bijvoorbeeld vergoddelijkte mensen) of lagere goden (stam- en vruchtbaarheidsgoden). Nee, er zijn eenvoudig geen andere goden. God is niet alleen de hoogste, maar ook de enige en onvergelijkbare god!

Het gaat hier om godenverhalen die duizenden jaren oud zijn. Op grond van minstens drieduizend jaar oude patriarchale gezagsvormen wordt God vooral als 'heer', 'koning' en 'vader' aangesproken. In een tijd van gelijkberechtiging van man en vrouw en democratisering kan dat met name voor vrouwen ernstige problemen geven. Slechte ervaringen met de aardse vader worden gemakkelijk geprojecteerd op de hemelse 'Vader' en `Heer', en omgekeerd kan het gezag van de hemelse vader worden misbruikt om het gezag van mannen tegenover vrouwen en kinderen te legitimeren.

We kunnen hier volstaan met ernaar te verwijzen dat reeds de Hebreeuwse Bijbel een vrouwelijke kant van God kent. Moederlijk medeleven en erbarmen? Nee, we moeten tot in de liturgie toe ernst maken met de gedachte dat 'Vader' en 'Heer' geen aanduidingen zijn voor God als man. Het zijn veeleer symbolen voor een onzichtbare werkelijkheid die mannelijkheid en vrouwelijkheid overstijgt. Als ik in een kerkdienst het Onzevader moet inleiden zeg ik altijd: 'Laat ons bidden tot het onuitsprekelijke geheimenis in ons leven, dat vader en moeder in één is...' En dan kan ik vervolgens in een soort 'tweede naïviteit' (Paul Ricoeur) eenvoudig 'Vader in de hemel' bidden. Ik hoef daarbij niet te benadrukken dat ik er fel op tegen ben om vanuit een mannelijk godsbeeld naar Romeinse stijl de onmogelijkheid of ongepastheid van de (volgens mij bijbelse en bij de tijd passende) wijding van vrouwen te funderen.

Joden, christenen en moslims zijn monotheïsten - anderen polytheïsten? Elke keer als ik met ontwikkelde Indiërs spreek, merk ik dat ze het niet op prijs stellen als ik hen als zodanig typeer, als mensen die geloven in vele goden. Want ook in India zijn er een groot aantal monotheïstische religies. Zo zien veel Indiërs in Vishnu en Shiva de ware God. En anderen zien achter alle verschillende goden van India de ene en enige godheid, die ze het brahman noemen en die in elke mensenziel (átman) woont. Want deze God is voor hen de alomvattende en allesdoordringende. De individuele goden zijn slechts aspecten of manifestaties van dat ene oerprincipe, die van toepassing zijn voor een bepaald gebied: een god voor de vruchtbaarheid van de akker, een god voor het geluk in de oorlog, een god voor de grillen van het lot, een godin voor de gevaren van de liefde... Het polytheïsme, juist ook dat van de Egyptenaren en Grieken, heeft zijn onmiskenbare esthetische en poëtische aantrekkingskracht, maar ook zijn problemen in filosofische zin, waardoor het tot een overwinning van het monotheïsme kwam.

En omgekeerd stel ik het volgende vast. Het christendom wordt door veel Indiase bezoekers van bijvoorbeeld barokke katholieke kerken niet als monotheïstische, maar als polytheïstische religie ervaren. Het verschil is slechts dat de katholieken de verschillende tussenwezens tussen God en de mensen niet als goden, maar als engelen of heiligen aanspreken en om hulp vragen. En de triniteitsspeculaties van de kerkvaders die de mens Jezus van Nazaret eenvoudig op hetzelfde niveau plaatsen met de in het Nieuwe Testament steeds exclusieve 'ho theós - de (enig ware) God' - genaamde Vader, waarvan Jezus de 'zoon' is, plaatsen niet alleen volgens joden en moslims vraagtekens bij de eenheid van God.

Ook de huidige 'contextuele theologen' - theologie van de hoop, de bevrijding, de revolutie; feministische, zwarte, inheemse theologie - worden vaak bekritiseerd. Ze zouden God voor hun karretje spannen en toe-eigenen. Dat hangt echter goed beschouwd af van hun godsdienstpolitieke houding. Ze moeten in elk geval niet het geloof dat God één is in de wielen rijden.

Recensie

door Tsenne Kikke
Hans Küng (1928), een van de vooruitstrevende theologen binnen de Rooms-Katholieke Kerk, studeerde filosofie en theologie in Rome, werd priester gewijd in 1954, in 1960 hoogleraar in Tübingen. Hij speelde als theoloog een belangrijke rol tijdens Vaticanum II (1962-1965). Hij publiceerde veel kritische studies en wilde een bruggenbouwer zijn tussen de verschillende religies. Hij was het vaak oneens met de dogmatische en morele opvattingen van zijn kerk. 'Wat ik geloof' en wat de kerk gelooft, veroorzaakten grote conflicten met het leergezag in Rome.

In dit boek legt Küng getuigenis af van zijn geworteld zijn in de christelijke traditie. Het is een samenvatting van al zijn publicaties. Zijn antwoord op: wat kan ik geloven, wat mag ik hopen en hoe moet ik leven? Zijn geloof is mede gegroeid door persoonlijke ervaringen, gedragen door een basisvertrouwen, met daarbij een grote kennis van de theologie. Vele hedendaagse gelovigen zullen zijn worsteling, zijn vreugde en verdriet herkennen en er door bemoedigd worden zonder het met alles eens te zijn. Zestig jaar theologiseren zijn met dit boek afgesloten; met velen heeft hij zijn visie gedeeld, heel intens tijdens een zomercursus in 2009. 'Geloven is kijken in een wazige spiegel. Leven is mogelijk door geloof, hoop en liefde.'
- Drs. E. Wigchert -

Hans Küng (1928), internationaal bekend katholiek theoloog en denker, beschrijft op een persoonlijke manier de ontwikkeling van zijn geloof, gevoed door jarenlange studie en vooral ontmoetingen wereldwijd. Küng benadrukt dat geloof en weten voor hem samengaan en tevens dat geloof voor hem alles te maken heeft met humaniteit en de bevordering van een nieuw wereldethos, in samenwerking met de grote wereldreligies. Iets waar hij zich de laatste decennia voor heeft beijverd.

Soms word je een beetje duizelig van alle vergezichten die Küng schetst. Soms wordt het vermelden van al die projecten en symposia en publicaties waar hij bij betrokken is geweest een beetje te veel van het goede. Maar over het algemeen vond ik het een sympathiek geschreven getuigenis, van een wijs mens.

"Van begin tot einde heb ik mijn vertrouwen gezet op Gods genade. Maar is dat niet oerprotestants? Ik ben van mening dat het oerevangelisch is en ik heb ik in wezen niet meer willen doen dan verklaren wat de zin is van het (vandaag de dag nogal patriarchaal klinkende) bijbelwoord: 'Wanneer jullie alles gedaan hebben wat jullie is opgedragen, zeg dan: "Wij zijn maar knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan"' (Luc. 17:10)"

- Bert Altena -

Koop dit boek bij


Bestellen
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht